Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
Mannen zijn vier keer vaker dakloos dan vrouwen. Althans, dat denkt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Sinds de eerste telling in 2009 is 80 procent van de dakloze mensen in de statistieken van het CBS man. Maar hoe betrouwbaar de CBS-cijfers zijn valt te betwijfelen: de definitie van ‘dakloos’ die het CBS hanteert sluit veel mensen uit, onder wie vrouwen en kinderen.
“
We weten niet hoeveel mensen daadwerkelijk dakloos zijn
Het CBS rekent je tot dakloze als je op straat, in een opvang, een auto of incidenteel bij vrienden of familie slaapt én als je in beeld bent bij de overheid. Mensen die structureel bij een vriend of familielid slapen en ook bij hen staan ingeschreven, telt het CBS dus niet mee. Ook niet dakloos, volgens het CBS: mensen zonder dak onder de 18 en boven de 65, ongedocumenteerde mensen, arbeidsmigranten, mensen die verblijven in een vakantiepark of hostels, en vrouwen en kinderen die door bijvoorbeeld een onveilige thuissituatie in de vrouwenopvang verblijven. “We weten dus niet hoeveel mensen daadwerkelijk dakloos zijn”, zegt Willem van Sermondt, programmaleider bij Kansfonds – een organisatie die zich inzet om iedereen een thuis te geven.
Met het
Nationaal Actieplan Dakloosheid ‘Eerst een Thuis’ wil de overheid voor 2030 een eind maken aan dakloosheid. Daarvoor wordt jaarlijks 65 miljoen euro beschikbaar gesteld. Het plan kent zes ‘actielijnen’, zoals het ‘wonen eerst’-principe: zonder stabiele woonplek kunnen mensen niet werken aan herstel en bouwen aan een toekomst. Ook moet bestaanszekerheid worden versterkt door middel van een bestaansminimum, moet naar ervaringsdeskundigen worden geluisterd en komt er speciale aandacht voor jongeren, lhbti+’ers en arbeidsmigranten van binnen de EU. Het kabinet presenteerde het actieplan in december.
Geen idee
Dat het CBS niet met zekerheid weet hoeveel mensen dakloos zijn, bleek eens te meer in 2021. Toen
concludeerde het CBS dat de tien jaar lange toename in dakloosheid tot stilstand was gekomen. Belangenbehartigers van dakloze mensen zagen en zien die stabilisering niet. Branchevereniging voor opvangorganisaties Valente zegt juist dat
de opvang overvol zit.
Het Leger des Heils zag eind vorig jaar een forse stijging (van bijna 25 procent) onder dakloze jongeren. En Kansfonds ziet een toename van arbeidsmigranten die hun baan verliezen en op straat belanden, vertelt Van Sermondt.
Van Sermondt noemt de definities achter de CBS-statistieken zo beperkt dat je er geen conclusies uit kunt trekken. Ondertussen zien beleidsmakers de cijfers van het CBS wél als leidend omdat het CBS als enige over landelijke cijfers van dakloosheid beschikt. Dat leidt tot verkeerd beleid, stelt Van Sermondt. Beleid wordt vooral gemaakt voor dakloze mannen en mensen met een verslavingsproblematiek. Ook mensenrechtenjurist Jan de Vries uit kritiek: “Politici en beleidsmakers hebben werkelijk geen idee over wie ze het hebben. Ze hebben geen idee over de aantallen, wat voor mensen het zijn en waar ze zich bevinden.”
“
Vrouwen slapen minder vaak op straat, omdat dat voor hen nog onveiliger is dan voor mannen
Het is volgens De Vries daarom zaak om een beter beeld te krijgen van de dakloze mensen in Nederland. Het beleid is nu bijvoorbeeld niet gericht op vrouwen, want die zijn ondervertegenwoordigd in de CBS-cijfers. Vrouwen kiezen er vaker voor om niet op straat te slapen, omdat dat voor hen nog onveiliger is dan voor mannen, zegt De Vries. Ook kiezen vrouwen er vaker voor om de daklozenopvang te mijden vanwege de aanwezigheid van mannen. In plaats daarvan zoeken ze naar andere manieren van opvang, zoals door in natura te betalen voor onderdak. Hierdoor raken ze onzichtbaar in de cijfers van het CBS én in het beleid. “Het is een zeer vrouwonvriendelijke definitie en een politieke keuze om die groep onzichtbaar te houden”, stelt De Vries.
Nationaal Actieplan
Als het aan het kabinet ligt, komt daar nu verandering in. Afgelopen december presenteerden ministers Hugo de Jonge (Huisvesting), Carola Schouten (Armoedebeleid) en staatssecretaris Maarten van Ooijen (VWS) het Nationaal Actieplan Dakloosheid. Daarin wordt onder andere een nieuwe definitie geïntroduceerd: de ETHOS (European Typology of Homelessness and Housing Exclusion) Light definitie.
De ETHOS-definitie van dakloosheid is veel breder dan die van het CBS. Zo vallen ook mensen die nog niet dakloos zijn maar wel uit hun woning gezet dreigen te worden onder deze definitie, en mensen die noodgedwongen in een vakantiepark wonen. Niemand wordt uitgesloten, dus ook kinderen en 65-plussers niet. De nieuwe definitie beschouwt dakloosheid namelijk in de eerste plaats als een woonprobleem, in plaats van enkel een zorgprobleem (waarbij dakloosheid vooral gekoppeld wordt aan psychische problemen of verslavingsproblematiek).
In het Actieplan staat verder nog een zeer ambitieuze ambitie: in 2030 is er niemand meer dakloos. Het kabinet gaat hier tot 2030 jaarlijks 65 miljoen voor uittrekken. Het plan zet sterker in op preventie en op het ‘wonen eerst-principe’; mensen moeten eerst een stabiele woonsituatie hebben om te kunnen werken aan herstel en een toekomst te kunnen opbouwen. Daarnaast worden er normen gesteld om de financiële bestaanszekerheid te versterken door bijvoorbeeld het minimumloon en huur- en zorgtoeslagen te verhogen en de huur voor lage inkomens te verlagen. Ook stelt het plan dat gemeenten zich meer moeten richten op het in beeld krijgen van dakloze jongeren, mensen uit de lhbti+-gemeenschap en EU-burgers en hun behoeften.
“
Er zijn geen consequenties voor gemeenten die het Actieplan niet uitvoeren
Dat lijkt een flinke stap in de goede richting, maar of er daadwerkelijk een omslag komt in het beleid, is nog maar de vraag. Het Actieplan komt namelijk op het bordje van de gemeenten te liggen. Zij moeten er invulling aan geven. Volgens De Vries is een aantal gemeenten al druk bezig met het maken van beleidsplannen. Toch maakt de Vries zich zorgen: “Sommige gemeenten geloven niet in het plan. Zij gaan gewoon op dezelfde voet verder.” Het Actieplan heeft dan geen stok achter de deur.
Niks dwingt gemeenten er namelijk toe om de plannen ook daadwerkelijk tot uitvoering te brengen. Er bestaan ook geen consequenties als gemeenten helemaal niks doen. En daarnaast hoeven gemeenten geen verantwoording af te leggen aan het Rijk over hoe en waaraan het geld besteed is. Die 65 miljoen kan daarom ‘gewoon’ in het algemene potje van de gemeente terechtkomen. In Rotterdam zou inmiddels al 19 miljoen euro in de reserves zitten, zegt De Vries. “Zo blijft een van de grootste mensenrechtencrises in Nederland onbeantwoord.” In Den Haag dreigde 8,5 miljoen euro in de grote algemene pot te verdwijnen. Dat is gelukkig afgewend.
Dit artikel verscheen eerder op OneWorld.nl op 27 maart 2023.