We hebben het in de klas over je ergens thuis voelen. We hebben de resultaten van verschillende onderzoeken onder jongeren in Nederland doorgenomen en lezen daarin dat een grote groep jongeren met een andere culturele afkomst zich al jarenlang niet thuis voelt in Nederland. Yasmina is pessimistisch en denkt aan dat we over tien jaar waarschijnlijk nog steeds met dezelfde problemen zullen zitten. Jacob begrijpt niet goed wat Yasmina dwars zit. Maar hij wíl het wel begrijpen.
Suna Floret is docent Nederlands op een MBO-school in Rotterdam. Elke week bespreekt zij het nieuws met haar leerlingen.
Yasmina is zestien. Een mooie meid met een zacht stemmetje en een hoofddoek, die ze met trots draagt.
Yasmina schud haar hoofd en zegt rustig tegen Jacob: “Weet je, eigenlijk wil ik het hier helemaal niet over hebben, want telkens na zo’n discussie word ik helemaal para. Maar weet jij, dat ik al twee keer heb meegemaakt dat ik op straat ‘terrorist’ ben genoemd?! Gewoon toen ik op weg was naar mijn werk? Door onbekenden? En weet je waarom? Omdat er weer eens op het nieuws was dat een malloot zichzelf had opgeblazen. En dan krijg ik te horen dat ik een terrorist ben.. Leven wij dan in dezelfde wereld, Jacob? Maak jij dit soort dingen ook mee?”
“Nee, dat maak ik niet mee”, zegt Jacob stilletjes.
“Nee! Daarom leven wij niet in dezelfde wereld, vriend!”
“Maar daar moet je je niks van aantrekken. Dat zijn gewoon idioten”.
“Zo werkt het helaas niet. Maar goed, ik houd er liever over op. Want anders gaat een van jullie nog zeggen dat ik in een slachtofferrol zit of zo, je weet toch”.
“Nee”, zegt Jacob. “Zo denk ik niet, je bent geen slachtoffer.”
“Okay, mevrouw, kunnen we alstublieft verder met de les?” vraagt Yasmina. “Ik word hier verdrietig van en dat wil ik niet.”
Jacob zit de rest van de les naar buiten te kijken. Waarschijnlijk aan het nadenken wat er net allemaal werd gezegd. Hij snapt het, maar ook weer niet. Na de les staat hij op en loopt achter Yasmina aan. “Yasmina, in welk lokaal hebben we nu les?”