Een eerdere versie van dit essay verscheen op OneWorld.nl op 14 mei 2021.
Geen conflict maar een bezetting
Dat begint al met de bewoordingen: ‘Frustraties in Jeruzalem bereiken gewelddadig hoogtepunt’, zoals NRC op 8 mei 2021 kopte. De avond ervoor ‘escaleerde opnieuw het geweld tussen Israëlische politie en Palestijnse demonstranten’, aldus het artikel. Die week begon inderdaad een korte maar hevige oorlog tussen Israël en de Palestijnse groepen Hamas en de Islamitische Jihad, die tot 21 mei zou duren. Maar het zijn formuleringen die je in berichtgeving over Israël-Palestina vaak tegenkomt. Ze suggereren dat het geweld geen daders kent. Geweld neemt schijnbaar uit zichzelf toe, net als de ‘spanningen’ en de ‘onrust’.
Ter vergelijking: extreemrechtse Israëli’s kunnen door Palestijnse wijken marcheren terwijl ze ‘Dood aan de Arabieren’ scanderen, zonder dat de Israëlische politie hen tegenhoudt. Agenten lopen zelfs mee om ‘de orde te bewaken’.
Een koloniaal project
Tijdens het vijfde zionistische congres in 1901, besloot men dat het Joods Nationaal Fonds, medeverantwoordelijk voor het opkopen van Palestijnse grond, deze grond nooit mocht doorverkopen. Bovendien mochten enkel Joden de grond huren om te bebouwen. Vandaag de dag past Israël een vergelijkbare strategie toe. Volgens het Israëlische recht mogen Joodse Israëli’s verloren grond terugeisen, terwijl Palestijnen via de Israëlische wet geen aanspraak kunnen doen op de grond die ze zijn verloren.
Doordat de staat zichzelf momenteel in etnische termen definieert, zit racisme verankerd in de Israëlische wet. In Gaza en op de Westelijke Jordaanoever voeren de Israëlische autoriteiten de segregatie tussen Joodse Israëli’s en Palestijnen zelfs zo ver door dat Human Rights Watch vorig jaar reden zag om Israël van apartheid te beschuldigen. In februari van dit jaar deed Amnesty International hetzelfde.
Israël is niet verantwoordelijk voor antisemitisme
Vandaar dat 200 wetenschappers een alternatieve definitie ondertekenden die als aanvulling diende op de IHRA-definitie. Volgens hun Jerusalem Declaration of Antisemitism (JDA) is het bijvoorbeeld antisemitisch om het bestaansrecht van joden ín Israël te ontkennen; niet het bestaansrecht van Israël zelf. Zolang iemand pleit voor een oplossing die gelijkheid tussen joden en Palestijnen ‘tussen de rivier en de zee’ garandeert, is er volgens de JDA dus geen sprake van antisemitisme.
Strategische positie in het Midden-Oosten
Het is maar de vraag of de tactiek van Israël op de lange termijn werkt. Uit een enquête van een onderzoeksbureau uit Qatar blijkt dat 82 procent van de bewoners uit de Golfstaten zich nog steeds identificeert met de Palestijnse zaak. Maar vooralsnog hebben de regeringen van de Golfstaten, net als Nederland en andere westerse landen, te veel belangen in Israël als handelspartner én als bondgenoot om in te grijpen in de Israëlische bezetting van Palestina.
En zolang dat zo blijft, spreken Nederlandse media over Israël-Palestina als een conflict tussen twee kampen, in plaats van wat zich werkelijk afspeelt: een gewelddadige bezetting.
- De auteur gebruikt ‘Jood(s)’ met een hoofdletter om te verwijzen naar joden als etniciteit met een thuisland (zoals ‘Nederlander’) en ‘jood(s)’ als hij het heeft over een religieuze of diasporistische groep (zoals christen). ↩︎
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand