Vaker word ik – in plaats van journalist – activist genoemd. Ook in een podcast van Pakhuis de Zwijger kreeg ik de vraag of ik nou journalistiek of activisme bedrijf. Ondanks dat ik bijna twintig jaar in geen enkele andere sector dan de journalistiek heb gewerkt. Sinds mijn twintigste verdien ik mijn geld met verslaggeven, interviewen, reportages, achtergronden en analyses maken. Tot voor kort deed ik nooit aan demonstraties mee, laat staan dat ik ze ooit heb georganiseerd. Wel spreek ik me, binnen mijn sector, online, en in een ooit beruchte column, uit tegen onrecht. Dat vinden mensen ongemakkelijk: journalisten zijn toch neutraal? Zij zijn toch enkel doorgeefluik?
Wel vaker wordt ook OneWorld als ‘activistisch platform’ omschreven in plaats van als online en offline magazine, als onafhankelijk journalistiek medium. Nu klopt het dat wij niet aan valse neutraliteit doen, zoals veel mainstream media. Die beweren vaak dat ze objectief zijn, terwijl dat vaak al niet klopt met hun statuten, doelgroepenbeleid, redactionele keuzes of de realiteit in het algemeen: niets of niemand is neutraal.
“Bij OneWorld kiezen we voor rechtvaardigheid, maar wij zijn geen activisten
Dat soort keuzes zijn voor Nederlandse media ongebruikelijk. Britse en Amerikaanse pers zijn veel duidelijker over hun signatuur, politieke keuzes en zelfs politieke adviezen. Maar als een grote Nederlandse krant duidelijk zou maken dat de klimaatcrisis een echt probleem is, door haar klimaattaal aan te passen (zoals The Guardian besloot) zou dat onherroepelijk tot veel ophef leiden. Het gebeurde al toen de NOS besloot om ‘wit’ in plaats van ‘blank’ te gebruiken en toen wij verkondigden te stoppen met koloniale taal. Saillant detail: vooral andere journalisten maakten zich hier druk om en probeerden taalgebruik – een van de belangrijkste elementen van ons vak – te reduceren tot bijzaak.
“Het is eigenlijk een compliment om activist te worden genoemd – bedoeld als belediging
Bij OneWorld zijn we liever helder over onze woordkeuzes, wie we wel en niet een podium bieden en wie we wel en niet voor ons laten schrijven. Zo zul je bij ons niet gauw een artikel over de ervaringen van moslimvrouwen door een seculiere man geschreven zien worden. Dat laten we dan liever aan de vrouwen zelf. Ook creëren wij graag ruimte voor de werkelijk ongehoorden (een inmiddels besmette term, sinds een groep overbelichte, racistische witte mannen die heeft gekaapt voor de oprichting van een zinloze omroep), zoals klimaatactivisten voor wie weinig aandacht is.
Maar wij zijn zelf geen activisten. Die verwarring is om twee redenen onwenselijk en zelfs gevaarlijk. Ten eerste is het een belediging voor activisten; die staan namelijk onbetaald in de stromende regen op de barricaden voor vluchtelingen of voeren in nachtelijke uren juridische gevechten tegen het establishment. Nu maken journalisten ook lange uren op onmogelijke tijden, soms met gevaar voor eigen veiligheid, maar doen dat doorgaans niet onbezoldigd. Of wij, en vooral de freelancers onder ons, daar genoeg voor krijgen, is een ander verhaal.
“Alsof je je vak niet naar behoren kunt uitvoeren als je je inzet voor rechtvaardigheid
Vreemd misschien: ik dacht het mijn taak was om onrecht en machtsmisbruik uit te leggen en te bestrijden. Dat is zo ongeveer de reden dat ik de journalistiek in wilde. Om verhalen over het voetlicht te brengen die anderen niet zagen, niet wilden zien of onvolledig vertelden. Om onderbelichte perspectieven de ruimte te geven in een vakgebied dat gedomineerd wordt door een te homogene groep geprivilegieerde mensen.
Ik ben niet de enige die misprijzend – het is namelijk bedoeld als belediging – activist wordt genoemd. Hoogleraar Philomena Essed en emeritus-professor Gloria Wekker worden al decennia als niet-wetenschappelijk, maar activistisch weggezet. Zou het ermee te maken hebben dat zij zwarte vrouwen zijn die met hun werk bestaande racistische structuren aan diggelen slaan?
Ook stadsgeograaf Cody Hochstenbach – wit en man – wordt weleens activist in plaats van wetenschapper genoemd. Ik interviewde hem over het fenomeen gentrificatie – de verdrijving van sociale huurders door rijke kopers. Hij noemt dit ‘een onrecht’ en spreekt zich uit over het discriminerend karakter ervan. Dat moet hij regelmatig bekopen met online beschimpingen. Zelf vindt hij het een compliment om activist te worden genoemd.
“Door mij enkel als activist aan te duiden, verdwijnt mijn professionaliteit naar de achtergrond
Maar door mij enkel als activist aan te duiden, verdwijnt mijn professionaliteit, kennis en kunde naar de achtergrond. En dat komt zowel mijn vak als mijn activistische journalistiek niet ten goede. Ook wil en zal ik de plaats van activisten niet innemen. Voorlopig blijf ik journalist en hoofdredacteur van OneWorld. Daar word ik ook voor betaald; alleen al daarom is de titel ‘activist’ te veel eer. Dus zullen we hier in 2020 mee stoppen en het gewoon over de inhoud hebben?
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand