Ondervoeding is de laatste 25 jaar fors gedaald in Latijns-Amerika. De regio haalt zo een jaar voor de deadline de eerste van acht millenniumdoelstellingen.
Het aantal mensen dat in Latijns-Amerika aan ondervoeding lijdt, daalde van 15,3 procent in 1990-1992 naar 6,1 procent in 2012-2014. Dat blijkt uit de jongste cijfers van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) van de Verenigde Naties.
Door die forse daling bereikt Latijns-Amerika een jaar eerder dan gepland de eerste van de acht millenniumdoelstellingen die de internationale gemeenschap in 2000 vastlegde. Volgens die eerste doelstelling moet het aantal ondervoede mensen in de wereld tegen 2015 gehalveerd zijn ten opzichte van 1990.
Landen als Colombia en México namen het recht op voedsel op in hun grondwet. Andere landen, zoals Argentinië, Ecuador en de Dominicaanse Republiek, maakten speciale wetten.
Wereldvoedseldag
Donderdag is het Wereldvoedseldag. Tegen 2050 zal de vraag naar voedsel wereldwijd met 65 procent toenemen; tegen dan telt de wereld 9 miljard bewoners.
Ontwikkelingslanden bevinden zich in een ambigue situatie. Enerzijds pakken ze de honger aan, anderzijds gaan ze niet voluit voor voedselzekerheid, waarin ook de productie en distributie een rol spelen. “Het gaat er niet alleen om eten te produceren voor iedereen, iedereen moet ook toegang hebben tot dat eten”, zegt Adriana Opromolla van hulporganisatie Caritas.
“Men moet de landen die voedsel invoeren voedselzekerheid garanderen”, zegt de Amerikaanse onderzoeker Gary Gardner van het Worldwatch Institute.
In 2013 waren dertien landen, meer dan 90 miljoen mensen, volledig afhankelijk van geïmporteerd graan, 51 landen waren voor meer dan de helft van buitenlands graan afhankelijk en 77 landen voor meer dan een kwart, blijkt uit Gardners onderzoek.
