Hoewel ook in ontwikkelingslanden de laatste decennia voedsel voor veel mensen steeds beter toegankelijk is, is voedselzekerheid in veel landen nog steeds een groot probleem. Verschillen in voedselzekerheid doen zich echter niet alleen op mondiaal niveau voor, zelfs binnen gezinnen kan er een verschil zijn, bijvoorbeeld tussen jongens en meisjes.
Op het platteland in India is het bijvoorbeeld nog steeds de normaalste zaak van de wereld dat moeders en meisjes zich voeden met de restjes van de vaders en zonen.
Wat zijn de gevolgen van ongelijke verdeling van voedsel binnen gezinnen voor de kinderen? Op welke leeftijd worden de gevolgen van slechte voeding in de eerste levensjaren op de verdere ontwikkeling duidelijk? Het beantwoorden van deze vragen vormt de kern van de nieuwe leerstoel van Hilde Bras aan de Universiteit van Wageningen, waar zij vandaag haar oratie houdt.
Hilde Bras is sociologe, en heeft zich de afgelopen jaren bezig gehouden met het bestuderen van levenslopen en relaties tussen broers en zussen in Nederland. In deze nieuwe leerstoel gaat zij samenwerken met onder andere wetenschappers uit de voedingsleer om haar kennis over hoe de levens van mensen verlopen toe te passen op het terrein van voedselzekerheid en voedsel.
Eerder onderzoek laat zien dat in de eerste levensjaren belangrijke verschillen ontstaan. Slecht, en te weinig voedsel op jonge leeftijd, heeft invloed op allerlei ontwikkelingen op latere leeftijd, zoals de kans op het afronden van een opleiding of de kans dat iemand een relatie krijgt als jongvolwassene. Ook blijken goede sanitatie en toegang tot gezondheidszorg een belangrijke rol hierbij te spelen.
Toch is er ook veel nog niet bekend over de relatie tussen voedsel en de ontwikkeling van mensen. Bras gaat in haar onderzoek de bestudering van de levensloop van mensen combineren met aspecten uit hun sociale en culturele omgeving. Daarmee wil zij bijvoorbeeld nieuwe inzichten krijgen in de leeftijd waarop en voorwaarden waaronder kinderen en volwassen het gevaar lopen van ondervoeding. Ook onderzoekt zij op basis van de levensloop van mensen de gevolgen van ondervoeding op hun sociale ontwikkeling. De fase in het leven van mensen waarop zij zich specifiek gaat richten is de puberteit; de overgangsperiode van kind naar volwassene.
