Zet een dozijn blauwe plastic tuinstoelen op een podium, neem gitaren, percussie en balafoon mee. Vermeng vervolgens Congolese ritmes met een dosis Gluck, Handel en andere componisten uit de Barok. Laat de teksten zingen door een jonge contratenor uit Congo (Serge Kakudji, 1989) en maak het af met een groep musici en dansers met komisch talent. Dat is zo’n beetje de mix van Coup Fatal, de nieuwe productie van de Belgische regisseur Alain Platel (1956), die vanavond nog te zien is bij het Holland Festival.
Bij C(h)oeurs, een eerdere voorstelling van Platel, ontstond bij de première boegeroep en publiek dat boos de zaal verliet. Zangers en dansers waren in een hoekige choreografie aan de haal gegaan met de bekende koorstukken uit opera’s van Verdi en Wagner, iets wat door niet elke liefhebber gewaardeerd werd.
In de Stadsschouwburg stond niemand op, hoogstens voor een bescheiden danspasje in de bescheiden ruimte voor zijn stoel. Barokke componisten blijken prima samen te gaan met ritmes van de Congolese rumba, de likembe (duimpiano), de opgevoerde gitaar en de ndombolo (bekijk de instructie: zakken met die heupen!). Maar dat uitgangspunt werd vanaf het begin de toon gezet, maar helaas zonder enkele dissonant tijdens het daaropvolgende uur en drie kwartier. Dat maakte dat deze voorstelling geen momenten van verwarring, verwondering of, ook lekker, irritatie kende. Dat publiek-schrik-wakkermoment kwam hoogstens toen de groep na een minipauze opkwam in een kleurrijke modeshow van bontjas, pilotenpak met epauletten, zonnebrillen, soulpijpen, polo’s en kniekousen met psychedelische prints waar Stromae nog wat van kan leren.
Maar deze knipoog naar de sapeurs, de dandy’s van Kinshasa, had meer weg van een verkleedpartij voor grote mensen dan een clash of kruisbestuiving tussen, laten we zeggen, het klatergoud van de barok en de onderliggende kritiek van de sapeurs op de pracht en praal waarmee politieke machthebbers zich omgeven.
Intussen stoomden de zang, dans en muziek door. Misschien was de Melkweg, een deur verderop, een betere locatie geweest voor deze swingende avond. Dan hadden we tenminste nog echt mee kunnen dansen zonder te hoeven nadenken wat Platel met dit stuk wil zeggen. Nu zaten we vastgeklemd in onze stoelen in de Stadsschouwburg, tijdens het Holland Festival, te kijken naar een voorstelling die volgens de aankondiging ‘méér is dan slechts een deconstructie of Afrikanisering van de barok’, want ook een ‘ode aan de onverbiddelijke elegantie van de sapeurs’ en een ‘dansconcert’. Maar met deze disclaimer was bij voorbaat de angel eruitgehaald. Door de theatraal aangezette mimiek en gebaren, werd het soms een clownsact in plaats van de coup fatal die de titel belooft.
Aan het eind van de show zingt de groep gloedvol Nina Simones hit uit 1970 ‘To be young, gifted and black’. Je had deze getalenteerde jongemannen een stuk gegund waarin ze dat beter hadden kunnen benutten.
Foto's: Christ van der Burght