“Bedrijven lobbyen continu voor het inzetten van ontwikkelingssamenwerking om de export van Nederlandse bedrijven te stimuleren
Hierop werd in het nieuwe kabinet Rutte-II Ontwikkeling en Handel bij elkaar gevoegd tot het ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS), wat samenging met miljardenbezuinigingen. Er kwam veel kritiek: ontwikkelingssamenwerking en handel zouden niet dezelfde doelen voor ogen hebben. Ontwikkelingsgeld is onder meer bedoeld om sociale en economische ongelijkheid tegen te gaan en humanitaire hulp te faciliteren. Handel is daarentegen gemotiveerd door winstgevende markten. De risico’s van het samenvoegen: potentiële winsten zouden leidend worden in besluiten over welke projecten gestart zouden worden, en ontwikkelingsgeld zou met bepaalde eisen gepaard gaan, zoals het afnemen van Nederlandse producten.
Budget richting bedrijfsleven
Het is niet mogelijk om op basis van openbare gegevens exact te berekenen hoeveel procent van het Ontwikkelingssamenwerkingsbudget naar het Nederlandse bedrijfsleven is gevloeid, maar in dit rapport wordt berekend dat een deel van de bilaterale hulp – hulp van land tot land, circa 60 procent van alle hulp in 2014 – bij Nederlandse bedrijven terechtkwam.
Bovendien is het budget om de private sector in andere landen te stimuleren en investeringen van Nederlandse bedrijven te garanderen, met ruim 100 miljoen euro gestegen. Dit dekte tussen 2005 en 2012 9 procent van het budget van Ontwikkelingssamenwerking.
Vervlochten met migratie
“Migratie wordt gezien als van eenzelfde orde van negativisme als armoede, terreur en klimaatverandering
Ook internationaal werkt Nederland aan het creëren van ontwikkeling als medicijn tegen migratie. De EU zet deze plannen uiteen in een uitgebreid beleidspakket, de GAMM, dat ‘ten goede komt van alle betrokkenen: EU, partnerlanden en migranten zelf’. Er zijn vier hoofddoelen: 1) het beter organiseren van legale migratie; 2) het voorkomen van irreguliere migratie en stoppen van mensensmokkel; 3) maximale impact halen uit ontwikkeling en 4) het promoten van internationale bescherming en asiel.
Op papier behoren alle vier deze terreinen aandacht te krijgen en betekent in zee gaan met partnerlanden ook het voor migranten en asielzoekers openen van legale kanalen richting Europa en het investeren van ontwikkelingsgeld in lokale economieën. De realiteit kent echter zeer weinig concrete plannen en afspraken met partnerlanden. De Nederlandse overheid geeft zelf ook aan dat het lastig is de herkomstlanden van migranten te overtuigen om partnerschappen rond handel, veiligheid en migratie af te sluiten. Punt 2 van de GAMM krijgt echter overweldigende praktische invulling: er gaat enorm veel geld naar grensbewaking en het arresteren van mensensmokkelaars.
Terugnemen van migranten
Om deals voor partnerlanden aantrekkelijk te maken, werden visaregelingen en ontwikkelingsgeld als compensatie ingezet. Nu, ruim tien jaar later, is terugname van migranten nog steeds het centrale thema van de onderhandelingen. Om de Afrikaanse landen tegemoet te komen zet de EU 1,8 miljard euro in een noodfonds opzij, waar Nederland 163 miljoen euro aan bijdraagt.
Migratiedeals
De Afrikaanse landen merken weinig positiefs van het totale Europese beleidsplan. Kanalen voor reguliere migratie en legale routes naar Europa komen niet aan bod in het beleid. Met afspraken om asiel aan te kunnen vragen voor Europa en plannen voor Afrikanen om in Europa tijdelijk te mogen werken of te studeren gebeurt in de praktijk niks.
Aan de andere kant staan grensbewaking en economische giften wel centraal. De EU heeft na deals met Turkije en Libië inmiddels een partnerschap met Niger, door de Europese ambassadeur ook wel ‘de zuidelijke grens van Europa’ genoemd. Niger krijgt het leeuwendeel van het noodfonds van de EU, om smokkelaars te stoppen en de economie te stimuleren.
De economie van Niger was voor 60 procent gericht op migratie en lijkt na het beleid van de EU platgeslagen. Van de ontwikkelingsgelden om economie te stimuleren, merken de bewoners vooralsnog weinig; het geld lijkt naar onbetrouwbare overheidsfunctionarissen te gaan. In respons op kritiek dat het EU-beleid de situatie in Niger niet verbetert, sprak voormalig minister Koenders vorig jaar over het EU-beleid als ‘succes’, waarbij de plannen in Niger “een relatief lange aanlooptijd” hebben. Bovendien ‘verzekeren we, zoals in alle EU-interventies, dat mensenrechten worden meegenomen’.
Geld als onderhandelingsmiddel
Als ontwikkeling genoemd wordt als ‘oplossing’ voor migratie, in de vorm van minder migranten, waarom wordt er dan stelselmatig gesneden in ontwikkelingsgeld? Als het stimuleren van economieën wordt gezien als manier om minder migranten te krijgen, waarom wordt dan geprobeerd zoveel mogelijk ontwikkelingsgeld bij eigen bedrijven terecht te laten komen? Nederland wil én minder kosten, én minder migranten, én meer export. In een tegenstrijdige mix van beleid komt één gedeelde noemer sterk naar voren: eigenbelang.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand