“Lobbyen is een democratische vaardigheid, je zou het op school moeten leren
Van Waveren hoopt dat meer burgers lobbyen als een mogelijkheid gaan zien: “Politici kunnen hun werk beter doen als ze álle belangen kunnen afwegen, maar ze horen nu voornamelijk die van grote organisaties en bedrijven. Kleinere initiatieven moeten daarom meer toegang krijgen tot het politieke speelveld.”
Allemaal aan de lobby dus. Wat voor tips hebben Van Waveren, haar collega Marije Brinkhorst en enkele ervaringsdeskundigen voor beginnende burgerlobbyisten?
Tip 1: Benader de juiste persoon en wees concreet
Ze noemt als voorbeeld een Amsterdamse voetbalclub die snel groeide en een nieuw veld wilde. “Er is een regeling die bepaalt dat je dan een derde zelf betaalt, een derde bij andere geldschieters zoekt en de gemeente ook een derde betaalt. Maar dat was voor zo’n jonge club niet te doen. Nadat ze dat hadden aangekaart, is de regel veranderd. Zo concreet moet het zijn.”
De TAPP-coalitie, een initiatief dat nu een jaar bezig is om een eerlijke vleesprijs in de verkiezingsprogramma’s te krijgen (zie kader), schreef zelfs voor elke partij een aparte tekst die bij de betreffende partij aansluit. Initiatiefnemer Jeroom Remmers: “Bij de VVD hebben we de nadruk gelegd op het argument dat de vleesprijs nu kunstmatig laag is door subsidies en bij de SP op het feit dat de lage inkomens in ons plan gecompenseerd worden. Voor de PVV en FvD benadrukken we dan weer dat er al sinds de middeleeuwen een accijns is op vlees, maar dat de Duitsers dat hebben afgeschaft, en dat het weer terug moet komen.”
Een groep bedrijven, kennisinstellingen en organisaties, verenigd in de TAPP-Coalitie, probeert hun voorstel voor een eerlijke vleesprijs in de verkiezingsprogramma’s van zoveel mogelijk partijen te krijgen. In hun voorstel wordt de vleesprijs stapsgewijs verhoogd en wordt het extra geld gebruikt om boeren te helpen met omschakelen naar duurzame productie. Consumenten met een kleine beurs worden gecompenseerd.
Initiatiefnemer Jeroom Remmers verzamelde eerst gelijkgestemden om zich heen om een coalitie mee te vormen, liet vervolgens onderzoek doen naar hoe een eerlijke vleesprijs te realiseren is en presenteerde dat in Nieuwspoort in Den Haag, samen met een rapport over hoe het onderzoek vertaald kan worden naar beleid én een enquête waaruit blijkt dat veel mensen vóór het plan zijn. “Draagvlak vinden politici erg belangrijk.” Aanwezige ambtenaren waren geïnteresseerd en besloten het plan door te rekenen.
“We focussen nu vooral op de verkiezingsprogramma’s van CDA, VVD en SP, omdat we via hen een meerderheid voor het plan kunnen krijgen. Op onze website lees je wat de milieuwerkgroepen van alle partijen van ons plan vinden. Elke partij heeft zo’n werkgroep, die bestaat gewoon uit leden. Dat is ook mijn tip: word lid van een partij en sluit je aan bij een van de werkgroepen. Die adviseren de partijtop, dus als je binnen zo’n groep iedereen achter je verhaal kunt scharen, ben je al een heel eind.”
“De kans op een antwoord is groter als je mail heel concreet is
Mocht je trouwens iets willen toevoegen aan de verkiezingsprogramma’s voor maart 2021, dan ben je waarschijnlijk te laat. Veel partijen presenteren ergens de komende weken hun concept-programma. Dat je hier nu pas achter komt, is niet vreemd: een rondje langs alle partijwebsites levert nergens een flikkerende pop-up met neonletters op: ‘Stuur ons HIER je idee!’.
Marije Brinkhorst: “Veel partijen doen wel zo’n oproep, maar die belandt vaak niet bij het grote publiek.” Het is zelfs flink zoeken naar de e-mailadressen van de programmacommissies (bij de meeste partijen schrijft zo’n speciaal samengestelde commissie het programma), of de deadlines voor input – met D66 als positieve uitzondering. Een gemiste kans dus, om de politiek toegankelijker te maken voor burgers die níét de inputdeadlines een jaar van tevoren in hun agenda hebben staan.
Tip 2: Wees origineel en opvallend
Toen ze erachter kwamen dat er nog nooit een verkiezingsdebat in Zuidoost was georganiseerd, organiseerden zij het allereerste. Die avond ging het over allerlei thema’s, maar ze vroegen de debatterende partijen ook te beloven: van elke euro die hier wordt gestopt in het bouwen van kantoren, gaan een paar cent naar de ontwikkeling van cultuur in Zuidoost. Dat is gelukt.”
Tip 3: Ook als je weinig tijd hebt, kun je iets doen
“Tijdens het congres wordt het concept-verkiezingsprogramma voorgelegd aan de partijleden. Die kunnen dan moties indienen om punten alsnog in het programma te krijgen, of er juist uit te halen.” De congressen zijn door corona nu online; Remmers denkt dat dat juist een positief effect kan hebben. “Meestal komen alleen de diehards naar partijcongressen. Nu is dat misschien een grotere en diversere groep leden.”
Petities tekenen kost natuurlijk helemaal weinig tijd. Je vindt (of maakt) ze bijvoorbeeld via De Goede Zaak, een platform waar burgers campagnes kunnen starten. Er lopen nu onder andere petities voor een noodpakket om de wooncrisis onder huurders aan te pakken en voor een noodplan voor GGZ-instellingen, zodat mensen met psychische problemen ook tijdens de coronacrisis voldoende toegang hebben tot geestelijke gezondheidszorg.
Tip 4: Spoor mensen aan om te stemmen
Bij de verkiezingen van 2017 stemden opvallend veel jongeren – 76 procent, een record sinds 1981 – maar was wel sprake van een enorme opleidingskloof: laagopgeleide jongeren (maximaal mbo) stemden veel minder.
“Politici denken vaak: ’mensen met een migratie-achtergrond gaan toch niet op ons stemmen’
Van der Kooye is bezig met het opzetten van een initiatief om in maart 2021 meer mensen met een migratieachtergrond naar de stembus te krijgen. “De komende jaren worden belangrijk, met alle sociale spanningen die spelen”, zegt hij. Hij hoopt dat door een hogere opkomst van mensen met een migratie-achtergrond, politieke partijen meer aandacht krijgen voor dat deel van de kiezers. “Nu is de houding vaak ’die mensen gaan toch niet op ons stemmen’.”
Ian van der Kooye wil samen met diverse organisaties mensen met een migratieachtergrond die op de kieslijsten komen, ondersteunen in het campagnevoeren, zodat ze meer opvallen bij de kiezers. Degenen die uiteindelijk in de Kamer komen, wil hij ook daar ondersteunen. “Zodat ze snel hun weg vinden in de Kamer en ook echt dat multiculturele verhaal kunnen vertellen.” Als kersvers Kamerlid kan het veel tijd kosten voor je je weg vindt in de politieke machinerie, licht hij toe. Extra informatie en ondersteuning kan dat proces bespoedigen, zoals media-, speech- en debattraining. “Die vaardigheden leren Kamerleden nu ook wel, maar summier. We willen dat mensen niet aan hun lot worden overgelaten en ‘gewhitewasht’ worden.”
Daarmee bedoelt hij dat Kamerleden met een migratieachtergrond vaak niet de woordvoering krijgen over thema’s die voor de multiculturele samenleving van belang zijn. “Bij de PvdA bijvoorbeeld was de woordvoerder van integratie jarenlang Jeroen Dijsselbloem. Zo spreekt iemand namens de partij – ongetwijfeld met de beste bedoelingen – over een thema waarvan hij een minder compleet beeld heeft dan iemand die er dagelijks mee te maken heeft. En spreekt een Kamerlid met een migratie-achtergrond zich wél uit over zo’n thema, dan wordt die vaak in een hoek gedrukt van slachtofferschap of cliëntelisme (alleen het belang van je eigen achterban dienen, red.).” Hier bestaan retorische technieken voor, zegt Van der Kooye. “Ik wil aankomend Kamerleden leren hoe je dat soort trucjes kunt herkennen.”
Tip 5: Denk niet ‘als ik niets doe, komt het ook wel goed’
Het is lastig om te achterhalen waar lobbyisten precies invloed op hebben, omdat onze politici niet verplicht zijn om te noteren met wie ze spreken – geen wonder dat lobbyen vaak als iets geheimzinnigs wordt gezien. Je krijgt meestal alleen een inkijkje als er schandalen in de media komen, zoals onlangs met de lobby van advocaten die de coronacrisis gebruikten om een nieuwe faillissementswetgeving erdoorheen te duwen.
“Een politicus die zich op heel veel thema's moet richten, kan zich niet in alles goed verdiepen
Transparency International en WKPA – het kantoor van Brinkhorst en Van Waveren – lobbyen momenteel zelf voor meer transparantie over lobbyen. Zo pleiten ze voor een ‘lobbyparagraaf’ bij elk wetsvoorstel, waarin is is bijgehouden met welke personen, bedrijven of organisaties is gesproken om tot het voorstel te komen. “Als dat onbekend is, kan niemand checken of een Kamerlid wel álle belangen heeft afgewogen”, zegt Brinkhorst. “De Kamer kan zijn werk beter doen als je elkaar hierop kunt aanspreken.” Met het groeiende aantal partijen in de Tweede Kamer is dat extra relevant, vertelt ze.
Hoe kleiner een partij, hoe groter het aantal onderwerpen waar één Kamerlid namens die partij immers voor verantwoordelijk is. “Als je beleid moet maken of de regering moet controleren op heel veel thema’s, kun je je nooit in alles even goed verdiepen en word je afhankelijker van lobbyisten voor informatie. Transparantie is daarom nu extra belangrijk.”