Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
De muren in haar woonkamer zijn knalgeel. Het daglicht schijnt rijkelijk door de grote ramen. Er hangen veel schilderijen, de meubels zijn modern, zoals de Rietveldstoel naast de rode bank. “Mijn man is beeldend kunstenaar en ik werkte altijd in design en mode. De inrichting van dit huis is een creatie van ons samen, opgebouwd in veertig jaar”, zegt In ’t Hout.
Rode lippen
Haar huis mag dan kleurrijk en vrolijk zijn, haar eigen stijl vindt ze tamelijk ‘saai’. “Ik zie er sinds de middelbare school al zo uit.” Haar witte haar reikt tot haar schouders, ze heeft een rechte pony en rood gestifte lippen. Aan die drie kenmerken wordt ze altijd herkend. “Ik koop weinig kleren en ik draag alles eindeloos. In deze tijd lijkt het normaal om aldoor nieuwe kleren te kopen. Ik bewaar dingen juist net zo lang tot ze weer in de mode zijn. Dan zoek ik de hele zolder af. Ik heb al 35 jaar een knalgroen Burberry regenjasje uit Parijs, dat kan ik nu ook weer aan.”
“
Ik hoefde zelf geen maat 32 te hebben, dat is later gekomen
Protest
’t Hout rebelleert al sinds jong tegen
business as usual in de modewereld. Na haar studie is ze gaan werken als illustratrice. Vandaag spreken we over haar weerstand tegen het schoonheidsideaal. Ze is ook model geweest. Dat was ten tijde van het extreem dunne, Britse model
Twiggy. “Maar ik hoefde zelf toen geen maat 32 te hebben, dat is later gekomen.” De laatste jaren is er veel protest over te dunne modellen op de catwalk, vooral in Parijs. “Het kan niet gezond zijn, zo dun door het leven gaan.” Door de protesten is er op Europees niveau over gesproken en heeft Frankrijk een wet ingevoerd. Modellen die nu nog de catwalk op willen in Parijs moeten een doktersverklaring hebben; hierin staat dat ze gezond zijn en een body mass index (BMI) hebben van boven de 18,5.
The Model’s Health Pledge
De situatie in Parijs zorgde in 2016 ook voor debat in Nederland, zelfs tot in de Tweede Kamer. Martin van Rijn, staatssecretaris van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) ging hierna met de modebranche in gesprek over de gezondheid van de modellen. Zo werd in oktober 2017 ‘The Model’s Health Pledge’ gelanceerd: een online meldpunt dat de gezondheid en een goede werkomgeving voor modellen wil waarborgen.
“
Het gaat in deze industrie om piepjonge mensen, er zou meer voorlichting gegeven moeten worden
Liesbeth in ’t Hout werkte mee aan het plan vanuit het modenetwerk Fashion Council NL. “Het gaat in deze industrie om piepjonge mensen. Er zou meer voorlichting gegeven moeten worden en mensen moeten schrijnende omstandigheden makkelijker kunnen melden. Eigenlijk zouden we een echte modellenvakbond moeten worden.” Het komt nu vaak voor dat modellen, die als jonge jongens en meiden geen sterke onderhandelingspositie hebben, vast komen te zitten in wurgcontracten met modellenbureaus. Ook worden modellen vaak om onbekende redenen niet betaald voor opdrachten. Modellen komen bovendien vaak voor verrassingen te staan: om een portfolio op te bouwen zijn veel dure
testshoots nodig waarvan vaak achteraf pas verteld wordt dat ze geld kosten.
“De Pledge is eigenlijk een soort keurmerk. Tot nu toe hebben zo’n dertig bedrijven het convenant ondertekend, zoals modellenbureau Touché Models.” Het ondertekenen van de Pledge betekent dat de bedrijven zich houden aan twaalf beloften. Het gaat om afspraken tussen betrokkenen uit het vakgebied zoals: modellen, modellenbureaus, opdrachtgevers, voedingscoaches en personal trainers. Zo staat er bijvoorbeeld in de twaalf beloften dat opdrachtgevers geen opdrachten mogen geven die de fysieke of psychische gezondheid van modellen schaadt en moet er duidelijk worden gecommuniceerd over de inhoud van een opdracht (zoals over salaris, werkuren en activiteiten). Modellenbureaus moeten modellen professionele begeleiding bieden op het gebied van voeding en sport en ze moeten realistische informatie bieden over het vak.
Meldpunt
The Model’s Pledge is ook een meldpunt. Modellen die in een nare situatie zitten, kunnen hier een melding van doen bij de organisatie, bijvoorbeeld als ze in een wurgcontract vastzitten of niet uitbetaald krijgen door een klant. “Zodra er een melding wordt gedaan, ga ik als vertrouwenspersoon in gesprek met de betrokken partijen”, zegt In ’t Hout. Tot nu toe is er nog maar een melding geweest. Het meldpunt is nog niet heel bekend onder modellen. In de Raad van Advies van The Pledge hebben zeven partijen uit de modebranche zitting genomen, zoals Vogue-hoofdredacteur Karin Swerink en Ralph Moorman van gezondheidsconsulent De Hormoonfactor. Eens per jaar voeren de ondertekenaars een gesprek met het team van de Pledge om te kijken of de beloftes worden nageleefd.
Sinds 2009 bestaat ‘Equity’ in Engeland, een organisatie vergelijkbaar met de Model’s Health Pledge. In 2010 werd ‘Model Union Denmark’ opgericht en afgelopen week hebben de Franse modellen Ekaterina Ozhiganova en Gwenola Guichard ‘Model Law’ opgericht, de eerste onafhankelijke organisatie in Frankrijk die opkomt voor de rechten van modellen.
Diverser
Op meer terreinen van de mode-industrie treden veranderingen op. Zo zijn de modellen op de catwalk steeds diverser. “In de jaren 90 is er een periode geweest waarin modellen graatmager waren. Dat vinden mensen niet prettig meer om te zien. Nu merk ik dat er juist meer acceptatie is van verschillende lichaamsvormen.” Er verschijnen volgens In ‘t Hout ook steeds meer gekleurde modellen op de catwalk en in tijdschriften. “Die waren er altijd al, maar het is nu écht geen issue meer, een tijdje geleden nog wel.” De veranderingen zijn volgens haar niet tijdelijk. “Er is steeds meer ruimte voor vrijheid in de mode. Er zijn nu bijvoorbeeld ook veel genderfluïde modellen.” Zo won Loiza als eerste transgendermodel ter wereld Holland’s Next Topmodel in 2016. “Het verschil tussen man en vrouw wordt minder groot.”
Al van jongs af aan was In ‘t Hout jurkjes aan het tekenen. Ze studeerde modetekenen in Arnhem, maar vond het vreselijk. Na haar eindexamen stapte ze van modetekenen af en werd ze illustratrice.
Tijdens haar periode als directeur van het AMFI zette In ‘t Hout samen met andere docenten verschillende projecten op, zoals Triptiek. Tijdens het Triptiek evenement laten tweedejaarsstudenten creaties op de catwalk zien en worden studenten van verschillende richtingen op de opleiding (branding, design en management) bij elkaar gebracht. Duurzaamheid speelde toen, inmiddels bijna tien jaar geleden, nog niet zo’n grote rol als nu.
Ze heeft ook gewerkt als freelance werkkleding adviseur voor onder andere de NS, ANWB- Wegenwacht en Schiphol en ze zette het afgelopen jaar samen met ontwerper Christoph Coppens het tijdelijke masterprogramma ‘Fashion Matters’ bij het Sandberg Instituut. Binnen deze master is duurzaamheid een belangrijk aspect.