‘Nederland stevent af op een ‘maatschappelijk ontwrichtende’ asielcrisis’. Dat schrijven het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), immigratiedienst IND, de politie en het ministerie van Justitie en Veiligheid in stukken die
NRC heeft ingezien. Staatssecretaris van der Burg van Justie en Veiligheid, verantwoordelijk voor asielzaken, reageert laconiek: het is niets nieuws,
zegt hij. En dat is waar: Van der Burg en zijn voorgangers wisten al jaren dat deze noodsituatie eraan zat te komen.
Dit artikel is een geüpdatete versie van een artikel dat op 12 mei 2022 verscheen op OneWorld.nl.
Het COA, dat verantwoordelijk is voor de huisvesting van asielzoekers, kampt al sinds 2018 met een serieus capaciteitsprobleem. De wachttijd in Ter Apel is lang – een paar nachten was de afgelopen maanden geen uitzondering – en inmiddels sliepen al duizenden mensen buiten. De asielzoekers zijn in Ter Apel omdat ze zich daar moeten registreren voor hun asielaanvraag. De situatie is er erbarmelijk: veel voorzieningen ontbreken en de asielzoekers mogen niet in gedoneerde tentjes slapen – die worden door de ME
in beslag genomen. Burgemeester Koen Schuiling van Groningen, in dezelfde provincie, noemde Ter Apel vorig jaar nog ‘ons eigen Lampedusa’.
Ook op locaties waar mensen ná registratie terechtkomen is de situatie zorgelijk. Permanente asielzoekerscentra zijn overvol, en op veel noodopvanglocaties laat de kwaliteit te wensen over. Dat heeft maar deels met een
toename van het aantal asielzoekers te maken. In 2021 was er volgens het CBS een piek na de coronacrisis, toen juist erg weinig mensen asiel aanvroegen.
De opvangcrisis is vooral een ‘gecreëerde crisis’, aldus de Raad voor het Openbaar Bestuur en de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken in 2022 in een advies aan VVD-staatssecretaris Van der Burg. Neemt het aantal asielzoekers af, dan wordt er bezuinigd op het COA en de IND (zie kader). Neemt hun aantal weer toe, dan wordt er niet opnieuw geïnvesteerd. De adviesorganen pleiten voor een gedecentraliseerde verantwoordelijkheid: niet langer het rijk, maar gemeenten moeten zorg dragen voor de opvang van kansrijke asielzoekers.
COA, IND: wie doet wat?
Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) is verantwoordelijk voor de opvang en begeleiding van mensen die asiel aanvragen in Nederland. Veilige huisvesting is daar onderdeel van, evenals de voorbereiding op een toekomst in Nederland of het land van herkomst in de vorm van trainingen en persoonlijke begeleiding.
De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) beoordeelt alle verblijfsaanvragen van mensen die in Nederland willen wonen of de Nederlandse nationaliteit willen verkrijgen.
Zowel het COA als de IND voeren hun taken uit in opdracht van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Duizenden bedden nodig
De Nederlandse wet bepaalt dat asielzoekers binnen zes maanden te horen moeten krijgen of ze in Nederland mogen blijven. Maar van veel mensen staat het leven langer in de wachtstand, in juli 2022 moesten bijvoorbeeld al 1600 mensen langer wachten. En áls ze uiteindelijk een verblijfsvergunning krijgen, stokt het proces vaak opnieuw. Van de ongeveer
45.000 mensen die momenteel door het COA worden opgevangen is iets minder dan een derde statushouder. Zij hebben in theorie het recht om binnen veertien weken een woning voor zichzelf toegewezen te krijgen, maar de helft van deze groep wacht weken of zelfs maanden langer. Hoe zijn we op dit punt gekomen?
“
Niet iedereen kan zomaar in elk azc worden ondergebracht
Om alle asielzoekers die recht hebben op opvang een bed te kunnen bieden, streefde het COA in 2022 naar 42.000 opvangplaatsen. In juni was er opvangcapaciteit voor iets meer dan 40.000 mensen (verdeeld over 112 opvangplekken). Maar niet iedereen kan zomaar in elk azc worden ondergebracht. Zij stellen namelijk voorwaarden: sommige centra verwelkomen bijvoorbeeld alleen statushouders, of ‘kansrijke’ aanvragers. Ook hebben verschillende asielzoekers verschillende behoeftes: sommige gezinnen willen bij elkaar verblijven en asielzoekers met een rolstoel hebben behoefte aan een ruimere kamer.
Zo’n vijftienduizend mensen verblijven in een noodopvang. En in februari en maart verlopen de contracten van achttien opvanglocaties, met bij elkaar vijfduizend plekken. Als er niets gebeurt zijn er volgens de laatste cijfers in april 2023 al achtduizend opvangplekken te weinig.
“
De komst van Oekraïense vluchtelingen legt geen druk op de opvang van asielzoekers
De komst van Oekraïense vluchtelingen legt overigens geen druk op de opvang van asielzoekers. Wie Oekraïne ontvlucht hoeft dankzij een
EU-regeling namelijk geen asiel aan te vragen. Niet het COA, maar Nederlandse gemeenten zijn daarmee verantwoordelijk voor hun opvang.
Opdracht teruggeven aan het rijk
De organisatie VluchtelingenWerk Nederland, die de belangen van vluchtelingen en asielzoekers in Nederland behartigt, is niet verbaasd over het ontstaan van de huidige situatie. “Rond 2015 kwamen door de oorlog in Syrië veel vluchtelingen naar Nederland, en moest de asielopvang in korte tijd flink worden opgeschaald”, blikt woordvoerder Evita Bloemheuvel terug. In dat jaar werden er ruim 43 duizend asielzoekers in Nederland geregistreerd, twee keer zo veel als een jaar eerder. Het totale aantal asielzoekers en ‘nareizigers’
1 lag dat jaar op 56,9 duizend. Het was het hoogste aantal
sinds 1994, toen veel vluchtelingen de oorlogen in Joegoslavië ontvluchtten.
“
Het ministerie verlengde van honderden medewerkers bij zowel het COA als de IND het contract niet
Ondanks de opschaling kon het COA zijn wettelijke taak – het opvangen van alle asielzoekers en statushouders die daar recht op hebben – niet meer uitvoeren. Daarom gaf het in september 2015 de opdracht terug aan het ministerie van Justitie en Veiligheid. Daarop vroeg de minister de 25 Nederlandse veiligheidsregio’s
2 om 72-uurs crisisopvang in te richten. De locaties voor crisisopvang kunnen verschillen van hotels tot sporthallen waar veldbedjes worden neergezet. Bloemheuvel: “Asielprocedures komen door zo’n noodgreep tijdelijk stil te liggen, en mensen moeten elke paar dagen naar een andere locatie. Dat scenario wil je echt voorkomen. Voor de asielzoekers zelf, maar ook voor personeel en vrijwilligers, want het is ontzettend veel werk om mensen van plek naar plek te verplaatsen en in beeld te houden wie waar zit.”
Vanaf 2016 nam het aantal Syrische vluchtelingen dat in Nederland asiel aanvroeg af en in februari van dat jaar ging de laatste crisisopvanglocatie dicht. Het ministerie van Justitie en Veiligheid besloot daarop dat er weer afgeschaald en bezuinigd kon worden. Die bezuinigingen behelsden onder meer de sluiting van tientallen azc’s (45 in 2017, nog eens 11 in 2018) en het niet verlengen van het contract van vele honderden medewerkers bij zowel het COA als de IND. Bloemheuvel: “Vanaf dat moment begonnen de wachttijden op te lopen. Mensen verbleven steeds langer op opvanglocaties.”
Gemeenten komen verplichting niet na
Nederlandse gemeenten zijn verplicht om statushouders op te nemen. Dat betekent dat mensen een woning toegewezen krijgen en door de gemeente worden begeleid bij het inburgeren (na het verkrijgen van een verblijfsvergunning heb je in Nederland drie jaar de tijd om een inburgeringsexamen te halen). Hoeveel statushouders een gemeente moet opnemen is afhankelijk van het aantal inwoners. In de praktijk komen niet alle gemeenten die verplichting na.
“
Het COA trok talloze keren aan de bel over het tekort aan opvangplekken
Dat heeft te maken met het algehele tekort aan woningen in Nederland, maar ook met keuzes die gemeenten binnen de context van de woningnood maken. COA-woordvoerder Sonja Kloppenburg: “In de schaarste aan woningen laten sommige gemeenten statushouders langer wachten.” Hierdoor raken de opvanglocaties nóg voller, want er komen ondertussen gewoon nieuwe asielzoekers en statushouders bij.
De afgelopen jaren trok het COA talloze keren aan de bel over het tekort aan opvangplekken. Kloppenburg: “Al in november 2019 riepen we gemeentes op om meer opvangplekken te creëren. Door corona daalde het aantal mensen dat asiel aanvroeg (van 22.530 in 2019 naar 13.670 in 2020, red.) en werd het probleem tijdelijk minder urgent, maar sinds de zomer van 2021 wordt de situatie steeds nijpender.” Nogmaals de opdracht aan het rijk teruggeven doet het COA liever niet: dan zouden mensen opnieuw in crisisopvangen terechtkomen, en elke 72 uur worden verplaatst.
In augustus 2021 werden alle Nederlandse gemeenten in een brief van Ankie Broekers-Knol (voormalig staatssecretaris Justitie en Veiligheid, VVD) en Kajsa Ollongren (voormalig minister Binnenlandse Zaken, D66) opgeroepen om met spoed voor nieuwe opvanglocaties te zorgen. Door een combinatie van het opheffen van de corona-reisrestricties en verschillende brandhaarden in de wereld, zoals Afghanistan, was het aantal asielzoekers boven verwachting en waren er acuut meer bedden nodig.
“
Een locatie inrichten voor drie maanden is niet veel duurder dan een voor drie jaar
Kloppenburg: “Met hangen en wurgen kregen we in 2021 voor elkaar dat gemeenten duizenden extra opvangplekken regelden. Maar het ging veelal om tijdelijke opvang, op locaties als evenementenhallen, vakantieparken en boten, waar mensen maar enkele weken of maanden terechtkonden.” Het COA pleit bij gemeenten dan ook voor meer structurele opvangplaatsen. Beter voor de mensen en het scheelt gemeenschapsgeld: “Een locatie inrichten voor drie maanden is niet veel duurder dan een voor drie jaar.”
Structurele oplossingen
De rijksoverheid kan gemeenten dwingen om meer opvangplaatsen voor asielzoekers te creëren. Staatssecretaris Eric van der Burg (Justitie en Veiligheid, VVD) wilde daar aanvankelijk niets van weten, maar binnenkort – mogelijk al in februari 2023 – gaat er naar alle waarschijnlijkheid toch
een wet van kracht – de zogenaamde ‘spreidingswet’ – die gemeenten verplicht meer ruimte te maken voor asielzoekers.
“
Als een opvang iets minder vol zit, moeten er niet direct locaties gesloten worden
Bloemheuvel van VluchtelingenWerk Nederland denkt anders over een oplossing voor de opvangproblematiek: “Voor de korte termijn ligt de bal bij gemeenten. Maar voor de lange termijn zal het kabinet echt met iets structurelers aan de slag moeten. Structureel meer personeel bij de IND zou al een deel van die oplossing zijn. Niet meteen inkrimpen als er een tijdelijke dip in het aantal aanvragen zit, maar kijken of die mensen tijdelijk andere werkzaamheden kunnen krijgen. Hetzelfde geldt voor het COA: op het moment dat een opvang iets minder vol zit, niet direct locaties gaan sluiten. Houd een beetje speling in het aantal opvangplaatsen. Dan hoef je bij toename niet last minute bij een gemeente aan te kloppen.”