Vanavond zendt de NPO ‘het racismedebat’ uit onder leiding van Jort Kelder. De aanleiding: de wereldwijde Black Lives Matter-beweging. De aanpak: extreem beledigend. Over Kelder als moderator van een debat over racisme is terecht veel verontwaardiging. Een groep onder de naam ‘Black Renaissance Collectief’ riep middels een
open brief aan NPO-bestuursvoorzitter Shula Rijxman op tot een boycot van het programma.
“
Zouden ze 'het klimaatdebat’ door Gerard Joling laten presenteren?
Want een dikkere middelvinger naar zwarte Nederlanders is bijna niet mogelijk: een witte man die bevriend is met VVD-premier Mark Rutte én schedelmeter
Thierry Baudet, vragen als ‘neutrale’ debatleider over racisme. Kelder is niet ‘neutraal’, anders stelde hij politici geen
suggestief-xenofobe vragen als ‘Vindt u de verkleuring van Nederland te snel gegaan?’ Met haar keuze voor Kelder geeft de NPO aan racisme niet serieus te nemen. Zouden ze ‘het klimaatdebat’ door Gerard Joling laten presenteren?
Bovendien negeert de publieke omroep hiermee de vele capabele zwarte journalisten die Nederland rijk is, zoals Humberto Tan, NOS-nieuwslezer Simone Weimans, Milouska Meulens (van voorheen Jeugdjournaal en Vroege Vogels), Aldith Hunkar en VPRO-programmamaker en presentator Nicole Terborg. Zélfs nu heel Hilversum boven op Black Lives Matter en iedereen die zwart is duikt, is er nog steeds onwil om voor cruciale representatie te kiezen.
Waarom überhaupt een ‘debat’?
Maar nog afgezien van die foute representatie, ging het eigenlijk al grondig mis bij de basis van het programma-idee: het is een debat over een debat, dat ook nog eens het vertrekpunt heeft dat niet racisme, maar de maatschappelijke discussie erover, een probleem is. De hoofdvraag is immers: “Het huidige racismedebat drijft Nederland uit elkaar.” Maar voordat we ons in dat moeras begeven: waarom überhaupt ‘debatteren’ over racisme? Deze reflex, om als het op racisme aankomt vooral de ‘voors en tegens’ af te wegen, is namelijk niet voorbehouden aan de Kelder-show, maar is iets wat bij alle mainstream media in Nederland voorkomt. Zij presenteren racisme nog steeds niet als een onverholen feit, maar als een mening. Iets waar bovendien iedereen, kundig of niet, zijn of haar plasje over mag doen.
“
Tot de Black Lives Matter-opleving kregen voorstanders van racisme zelfs méér ruimte
Zo vond De Volkskrant het onlangs nodig om voetballer Wesley Sneijder, die vorig jaar nog in een bizar filmpje BIJ1-leider Sylvana Simons opriep ‘om naar de maan te gaan en daar te blijven’, ook om zijn ‘standpunt’ over racisme te
vragen. Racisme? Sneijder kon zich niet voorstellen dat het er nog is in Nederland. Hij heeft immers Turkse, Marokkaanse en Surinaamse vrienden. Dat zijn irrelevante gezwets vervolgens ook nog op de voorpagina werd gezet, toont aan dat racisme ook door Nederlandse ‘kwaliteitskranten’ niet serieus wordt genomen. Het wordt gezien als iets waar je in kunt geloven of niet en waarbij de uitingen van ‘voor- en tegenstanders’ gelijkwaardig zijn.
Sterker nog: tot de Black Lives Matter-opleving van de afgelopen weken, kregen voorstanders van racisme zelfs méér ruimte. De onevenredige media-aandacht voor de extreemrechtse minipartij Forum voor Democratie is daar een bewijs van. En we zijn toch niet vergeten hoe Kick Out Zwarte Piet-voorman Jerry Afriyie van RTL Late Night-presentator Twan Huys letterlijk ruimte moest maken voor Blokkeerfriezin Jenny Douwes?
“
Zwarte mensen moeten keer op keer met hun pijn bewijzen dat racisme écht is
Een zwarte man die voor zijn rechten opkwam werd verzocht van tafel te gaan omdat een witte vrouw, die voor behoud van een racistische karikatuur een snelweg had laten blokkeren, niet in zijn nabijheid wilde verkeren. De eisen van Douwes, die later voor opruiing zou worden veroordeeld, wogen zwaarder dan die van de zwarte man wiens leven ze in gevaar had gebracht. Als de redactie en Huys een beetje kennis had gehad van de historisch gewelddadige kracht en strategische inzet van
wittevrouwentranen als een manier om zwarte mensen te onderdrukken en zelfs de dood in te jagen, hadden ze doorgehad dat ze live meewerkten aan racisme.
Journalisten spelen de ‘neutrale’ scheidsrechter
Maar bij te veel witte journalisten ontbreken zulke inzichten. De meeste Nederlandse media zijn nog hard bezig te bewijzen dat racisme überhaupt in Nederland bestaat. Dáárom begint elk interview over racisme met zwarte mensen steevast met die vraag: ‘Maakt u zelf wel eens racisme mee?’ Zwarte mensen moeten eerst met hun pijn bewijzen dat racisme écht is.
Deze aanpak, die we zien van een regiokrant tot aan NRC, en van Op1 tot aan Radio 1, toont de onwil en incompetentie van veel Nederlandse journalisten om dit onderwerp op een analytisch niveau te benaderen. Want als je weet dat racisme systemisch en niet anekdotisch is, hoef je deze vraag niet steeds te stellen. Het antwoord is namelijk altijd: ja. Bewust of onbewust: racisme is overal.
“
Een debat over racisme is de ideale afleiding om er niks aan te hoeven doen
De debatverslaving in de media – die overigens ook geldt voor onderwerpen als klimaat – is bovendien een uiting van luiheid. Snap je iets niet? Laat twee mensen er met elkaar over debatteren, dan kun jij als journalist de ‘neutrale’ arbiter spelen en valt het niet zo op dat je je ergens niet in hebt verdiept. Niet voor niets zei de vorig jaar overleden zwarte Amerikaanse auteur en Nobelprijswinnaar Toni Morisson: ‘De functie van racisme is afleiding.’ Een debat over racisme – of zwarte mensen er wel écht onder lijden of dat het aanstellerij is, of slavernij nou écht zo erg was, of witte mensen niet ook worden gediscrimineerd – is de ideale afleidingsmanoeuvre om er niks aan te doen.
Geen ‘racismedebat’ meer op OneWorld
Om deze reflex in de media tegen te gaan, stopt OneWorld in al haar uitingen met het woord ‘racismedebat’. Wij dóen liever iets tegen een bewezen genocidaal, crimineel en extreem onrechtvaardig systeem als racisme. In
ons manifest zeggen we dat we expliciet niet neutraal staan tegenover welk onrecht dan ook, dus ook niet tegenover racisme. En hierin verschillen we van veel mainstream media; die denken dat ze te allen tijde neutraal en objectief moeten zijn. Het werpt de essentiële vraag op wat de functie van journalisten is: doorgeefluik of wereldverbeteraar? Wij kiezen voor het laatste.
“
Wij willen een wereld waarin niet racisme, maar ántiracisme wordt geïnstitutionaliseerd
Natuurlijk checkte ik tijdens het schrijven van dit artikel of wij het woord zelf onlangs nog hebben gebruikt. En ja, hoor: het eerste zoekresultaat was nota bene een stuk van mijzelf. Een briefwisseling tussen mij en Quinsy Gario van 6 december 2019 met de kop:
Quinsy, waarom horen we je niet meer in het racismedebat? In het stuk zelf vermijd ik de samenvoeging racisme en debat. Ik heb het over ‘het gesprek’, ‘het debat’ en gebruik ‘racisme’ op zichzelf. Niet voor niets zei ik in mijn allereerste interview met OneWorld in 2018: ‘Ik wil geen debat, maar diepgang’. In dat interview gebruikte ik het woord racismedebat overigens ook.
Door te stoppen met het woord ‘racismedebat’ werken we toe naar een nieuwe realiteit waarin niet racisme, maar ántiracisme wordt geïnstitutionaliseerd. Simpeler gezegd: een wereld waarin antiracisme onderdeel wordt van alle gelederen van de samenleving. Journalisten spelen, net zoals de politiek en de wetenschap, namelijk een enorme rol in het institutionaliseren van onze waarden en normen. Geen redactie zou het nu nog in het hoofd halen om een neonazi tegenover een holocaustoverlever te plaatsen om te debatteren over het bestaan van antisemitisme. Het zou terecht direct Kamervragen, boycots en ontslagen regenen. Want de historische feiten van de massavernietiging van de Joden zijn juridisch aangemerkt als ‘onverloochenbaar’. Dat ontkennen is
strafbaar.
Maar datzelfde historische besef hebben we blijkbaar nog niet als het gaat over eeuwen slavernij, uitbuiting en kolonialisme, waar witte superioriteitswaan en racisme voor zijn uitgevonden. Anders dan racisme is ántiracisme niet in onze taal, cultuur en instituties (zoals de media) ingebed. Antiracisme wordt gezien als een hobby van radicalen in de marge in plaats van een universele mensrechtenkwestie waar we allemaal verantwoordelijkheid voor dragen. En dus zwalken media: de ene keer krijgt een racist een podium, de volgende keer een slachtoffer van racisme.
“
Wij nemen het voortouw in het normaliseren van antiracisme
Daarom ziet OneWorld het als haar taak om daar binnen het medialandschap verandering in te brengen. Wij nemen het voortouw in het normaliseren van antiracisme met feiten, analyses, degelijk onderzoek naar geschiedenis en dwarsverbanden die een systeem blootleggen,
rechtvaardige taal en opinie van historisch onderdrukte mensen. Want over racisme debatteer je niet, je bestrijdt het.
Kijk hier Nederland, we moeten het hebben over racisme terug:
Kijk mee: Nederland, we moeten het hebben over racisme
Op zondagavond 12 juli 20.00u gaat Clarice Gargard in gesprek over racisme met o.a. hoofdredacteur Seada Nourhussen en andere mediamakers, deskundigen, activisten, burgers, wetenschappers en historici in Nederland, we moeten het hebben over racisme. Deze uitzending is onderdeel van de themadag ‘Nederland tegen racisme’ waarin alle omroepen samenwerken, en wordt georganiseerd door de VPRO, Pakhuis de Zwijger en Lilith Mag. Klik hier om mee te kijken en gebruik de hashtag #racismegesprek om mee te praten op social media.