Links: het graf van een anonieme migrant in de bossen, op een van de schaarse islamitische begraafplaatsen in de regio (in het Pools: 'Rust in vrede'). Rechts: een agent draagt een wasbeerhoofd om Oekraïense kinderen op het centraal station van Warschau op te vrolijken. Beeld: Chris Teerink
Essay

Prikkeldraad voor de ene vluchteling, knuffels voor de ander

Terwijl hij aan de grens met Oekraïne soep krijgt – ze denken dat hij een Oekraïense vluchteling is – ziet schrijver Chris Keulemans hoe de politie aan de grens met Belarus vluchtelingen ‘door het prikkeldraad terug duwt; baby’s gooien ze eroverheen’. Een essay over racisme en hypocrisie aan de lange, Poolse grens.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
In Polen sprak ik vorige week met negen criminelen. Bijna allemaal vrouwen van een jaar of veertig. Allemaal natuurliefhebber. Ze houden van het oerbos op de grens met Belarus: 150.000 hectare beschermd werelderfgoed, al eeuwen thuis voor de wisent, de wolf en de lynx. Als ze in het bos iemand tegenkomen die het koud heeft halen ze koffie, soep en dekens tevoorschijn. De grootste boef die ik tegenkom, de angst van de Poolse natie, is een tengere jongeman uit Senegal met een spleetje tussen zijn tanden.

De grenswachten zien mij aan voor een Oekraïner, ze bieden me soep aan

Sinds september vorig jaar mogen deze ‘criminelen’ het bos niet meer in. De Poolse regering riep er de noodtoestand uit en het bos is nu een gemilitariseerde zone: er lopen 15.000 politieagenten, grenswachten en soldaten rond. Toegang verboden voor iedereen die er niet woont of werkt. Geen hulpverleners, artsen of journalisten. Wie er toch betrapt wordt met soep en dekens voor iemand met bevroren voeten gaat naar de gevangenis wegens medeplichtigheid aan mensensmokkel. De eigenaar van die voeten gaat een politiebus in, terug naar Belarus, waar de petten aan die kant hem eerst zijn resterende geld afpakken en dan meteen weer het bos in knuppelen. Sinds de Belarussische president Loekasjenko vorige zomer migranten uit andere crisisgebieden lokte met de belofte van vrije doorgang naar Europa en de grens openzette, wordt er gepingpongd met mensen uit Syrië, Irak, Koerdistan, Afghanistan, Jemen, Palestina, Senegal en Cuba.
Chris Keulemans (Tunis, 1960) is een reizende schrijver. Zijn nieuwste boek, Gastvrijheid, verscheen in november 2021 bij Uitgeverij Jurgen Maas. Eind maart trok Keulemans, als gast van de Borderland Foundation in het noordoosten van Polen, langs de grenzen met Belarus en Oekraïne.
Tweehonderd kilometer naar het zuiden, aan de grensovergang bij Hrebenne, zijn het de grenswachten die mij soep aanbieden. Omdat ze me aanzien voor een Oekraïense vluchteling. Er staan tenten en kramen vol voedsel, kleren, simkaarten en speelgoed. Er staan auto’s klaar. Maar het blijft rustig. De nonnen van de Knights of Columbus, de foodtruck uit Litouwen, de Engelse journalisten, de jongen van Lycamobile, de boswachters met hun berg waterflessen – ze hangen onderuit in de lentezon. Het gros van de mensen die meteen wegwilden is de grens al over, zegt een vrijwilliger, anderen wachten in West-Oekraïne af wat er gebeurt. Het is een macabere stilte; de grens houdt zijn adem in. Dan komt er een afgeladen bus langs, in uitbundige zebrastrepen – uit Mariupol. De chauffeur slaat een kruisje als hij de slagbomen passeert.

Polen geeft tien keer zijn eigen asielbudget uit aan een grensmuur om mensen buiten te houden

Polen vangt op dit moment ruim twee miljoen Oekraïners op van de bijna vier miljoen die al naar de EU vluchtten. Warschau alleen al telt opeens 500.000 nieuwe inwoners. Overal zijn gebouwen blauw en geel verlicht. Overal zitten mensen met gestreste gezichten aan hun telefoonscherm gekluisterd. Het is een ontzagwekkende inspanning. Burgers, ngo’s, stadhuizen en kerken zijn dag en nacht actief. Alleen de staat, zeggen de mensen die ik spreek, loopt achter de feiten aan. Iedereen die een Oekraïner opvangt zou €40 per dag ontvangen, beloofde de regering eerst. Dat is intussen teruggedraaid tot €10. Hotels, pensions en appartementengebouwen die ruimte aanbieden wachten nog op de toegezegde vergoeding.

Aan de grens met Belarus worden de dubbele standaarden duidelijk

Maar aan de grens met Belarus is de staat klaarwakker en wordt duidelijk welke dubbele standaarden Polen hanteert. Sinds de eerste migranten uitgehongerd de dorpjes rond het oerbos binnen wankelden, regent het maatregelen. Het hele gebied is nu een rode zone. Asielverzoeken worden geweigerd. De grenspolitie duwt mensen terug door het prikkeldraad; de baby’s gooien ze er overheen. Overal rond het bos staan politiecontroles langs de weg: mensen van kleur, op weg naar Europa, worden eruit gevist; de chauffeurs opgepakt. De regering wil zich terugtrekken uit het Dublinakkoord1, om te voorkomen dat de tienduizend mensen die tot Duitsland wisten te komen worden teruggezet naar Polen. En dwars door het werelderfgoed heen bouwen ze een muur van 186 kilometer. Kosten: bijna 400 miljoen, tien keer zoveel als het landelijke asielbudget. Van het bedrag dat de regering nu uittrekt voor NGO’s die Oekraïners opvangen kunnen ze precies 1,1 kilometer muur bouwen.
Vluchtelingen in Polen

Op 31 maart waren al 2,3 miljoen vluchtelingen uit Oekraïne in Polen aangekomen. Daarmee vangt Polen het overgrote deel op van de ruim 4 miljoen Oekraïners die hun land al ontvluchtten.

De Poolse grenswacht liet eind vorig jaar weten dat er sinds augustus vanuit Belarus ruim 30.000 ‘pogingen om de grens over te steken’ waren geteld. Dit betekent niet dat het om 30.000 mensen ging: omdat veel mensen de oversteek noodgedwongen meer dan eens maken ligt het aantal individuen aanzienlijk lager.

Bronnen: UNHCR, Politico.

Langs deze muur is een eenvoudig gebaar van gastvrijheid een misdrijf. Zwaarbewapende mannen in zwarte uniformen rijden de auto’s van de ‘criminelen’ die ik spreek van de weg en breken hun schuur open op zoek naar hulpgoederen. Midden in de nacht krijgen de ‘criminelen’ bericht: mensen in het bos geven hun locatie door. Ze pakken hun spullen en gaan eropaf. Ze mobiliseren een clandestien netwerk van advocaten, artsen en opvangplekken. Moeders zijn het, boeren, boswachters, kunstenaars, overdag borduren ze kussenslopen, schrijven dissertaties of ontwerpen wijnflesetiketten. Zelf noemen ze zich activisten. Niet dat ze dat van nature zijn, ze worden het door zichzelf te blijven.

‘We weten nooit wat we in het bos vinden: levende mensen, of lijken’

“Een Syrische jongen lag doodziek langs de weg”, zegt Anna*. “Zijn spullen zaten in een opgevouwen roze kinderjasje. De volgende dag lag alleen het jasje er nog.”
“Vandaag nog is er een man in het bos gevonden”, zegt Kasia. “Zonder gezicht en benen. Aangevreten. Wolven, honden?”
“Mijn twee broers hebben het niet overleefd”, zegt Mohamed, die in Senegal economie studeerde. “De een raakte vergiftigd toen hij moeraswater dronk. Bij de ander kroop een slang zijn jas in toen hij lag te slapen. Ik heb ze allebei in het bos begraven.”
“Een vrouw had pijn in haar maag”, zegt de arts. “Misschien een tumor, misschien was ze zwanger. Voor we haar konden behandelen ontsnapte ze uit het raam.”
“Ik herinner me elk gezicht dat ik ’s nachts in de moerassen heb aangetroffen”, zegt Anna. “Ik heb ze in de ogen gekeken. Ik vergeet ze nooit meer.”
“Er was een misverstand”, zegt de bosbeheerder, die wel met haar auto de rode zone in mag. “Ik reed eerst naar de verkeerde plek. Toen ik aankwam waar ik had beloofd een groep van negen op te halen waren ze weg. Eentje had me de vorige dag zijn oortjes gegeven, als dank voor de soep. Nu voel ik me daar schuldig over. Ik droom van de dag dat ik hem weer tegenkom. Dan geef ik hem zijn oortjes terug.”

Het cement voor de grensmuur wordt aangevoerd vanuit Belarus

“Ik ken een echtpaar dat in de zone woont”, zegt Karolina. “De man is een verklikker. Hij gaat dagelijks het bos in en belt de politie als hij iemand vindt. Intussen belde zijn vrouw mij, omdat ze heimelijk een berg sokken had gebreid voor de vluchtelingen.”

“De grenswachten zijn vaak jongens hier uit de buurt”, zegt Piotrek. “Ze willen hun baan niet kwijt, maar soms kunnen ze niet leven met de orders die ze krijgen. Er hebben er al drie zelfmoord gepleegd.”
Monika, “De grenswacht tweet elke dag de aantallen: zoveel illegalen hebben we tegengehouden aan de grens met Belarus, zoveel gasten uit Oekraïne hebben we verwelkomd.”
“Mensen uit Irak ontvluchten ook een oorlog”, zegt de boswachter. “Het is hypocriet. Als westerling voel ik me ook verantwoordelijk voor de crisis daar.”

Twee personen in witte pakken staan op een hoge witte boot. Ze staan met hun rug naar de camera en ze kijken naar een klein zwart rubberbootje vol met mensen. Deze mensen hebben allemaal reddingsvesten aan en zwembanden vast.

Hoe Europa mensenrechten offert met steeds meer ‘migratiedeals’

Die tot in dit oerbos reikt. En daar draagt niet alleen Polen de verantwoordelijkheid voor. Tot 2020 betaalde de EU Loekasjenko, die al sinds 1994 president is, om zijn grens te bewaken. Maar toen Loekasjenko in dat jaar de verkiezingsuitslag vervalste, legde de EU sacties op. Loekasjenko probeerde de EU probeerde te chanteren door migranten door te laten, waarop Charles Michel, voorzitter van de Europese Raad, overwoog de Poolse muur te financieren. Intussen is aannemer Budimex hem aan het bouwen. Verzekeraar Nationale Nederlanden bezit 9,2% van de aandelen in dat bedrijf. Het cement voor de muur wordt aangevoerd vanuit Belarus.

Hypocrisie. Dubbele standaarden. Paniek. Geldzucht. En klinkklaar racisme. Met een duistere echo, in een gebied waar vóór de Tweede Wereldoorlog bijna de helft van de inwoners joods was. “Ik documenteer alles”, zegt Kasia. “Dan hebben we straks zoiets als het Ringelblum-archief uit het getto van Warschau.” Ze staat op. Ze heeft nachtdienst in het hoekje van het station waar niet-westerse vluchtelingen uit Oekraïne zich kunnen melden.

Op de weg terug worden we aangehouden bij een checkpoint. De agent buigt zich voorover en kijkt naar binnen. Zijn blik veegt even door de auto. Vier witte gezichten. Een nonchalant handgebaar. Rij maar verder.

* Omwille van hun veiligheid zijn de activisten niet met hun achternaam in dit artikel opgenomen.

In november 2021 verscheen Chris Keulemans’ boek Gastvrijheid (Uitgeverij Jurgen Maas), een mix van reisverhalen, herinneringen, observaties en verbeelding. ‘Ontroerende, hartverwarmende en soms ook confronterende verhalen’ (de Volkskrant). Het boek speelt zich af in onder meer Beirut, Sarajevo, Jakarta, Newark en Tunis.

Opnieuw op de vlucht: eerst uit Afghanistan, nu uit Oekraïne

Wat als we álle vluchtelingen met open armen ontvingen?

  1. De Dublinverordening van 2014 (officieel de Dublinverordening III) is een Europese Verordening die bepaalt welk land verantwoordelijk is voor de asielprocedure van een vluchteling van buiten de Europese Unie. Doorgaans is dat het land waar iemand binnen is gekomen. Dit zou volgens critici onevenredig veel druk leggen op landen als Polen, Italië en Griekenland, waar het gros van de vluchtelingen binnenkomt. ↩︎

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons