Toch is het beeld ‘stad versus platteland’ hardnekkig. Vier progressieve ‘plattelanders’ delen hun beleving van wonen in een dorp als progressief gestemde inwoners, en of zij de kloof ervaren.
‘Ik vind het hier eerlijk gezegd soms best akelig’
In het begin dacht ik: jeetje, waar ben ik terechtgekomen. Er komt veel armoede voor en het voelt als een overwegend conservatieve omgeving. Dat merk ik doordat er aan de lopende band posters worden opgehangen met teksten als ‘eigen volk eerst’. Zodra er verkiezingen zijn, merk je dat een partij als FvD hier heel erg leeft. Rond sinterklaastijd zie je ook overal anti-Kick Out Zwarte Piet-posters hangen.
“Ik ben bang voor agressie uit rechtse groeperingen
In mijn straat hangen posters met rechtse leuzen. Als ze haatdragend zijn, maak ik daar melding van bij de politie. Daar bezorg ik ze veel werk mee, maar ik zie het als mijn taak. Ik zie het ook als mijn taak om het gesprek omtrent inclusie en diversiteit aan te gaan. Dit kan wel complex zijn. In de wij-zijgedachte ben ik een Limburger. Toch is mijn visie linkser dan die van de gemiddelde Limburger. Dan ben ik weer de ander. Ik hoor soms dat mensen zich door het ‘hele lhbti-gedoe’ als hetero gediscrimineerd voelen en ‘dat zwarte piet nu eenmaal traditie is’. Mijn linkse hart bloedt dan. Wel heb ik geleerd dat een gesprek over leven en laten leven met een ‘un teske koffie en un stok vlaai’ wel veel oplevert.”
‘Als ik de supermarkt in loop, kijken sommige mensen op’
We zijn in onze straat, voor zover we weten, de enige openlijke lhbti+’ers. Daar wordt helemaal niet raar over gedaan. Een paar weken geleden hing ik voor de COC-vlaggenactie onze regenboogvlag uit. We hoorden er niks vervelends over. In Amsterdam hebben we meer last gehad door onze geaardheid dan hier in het dorp. We zijn uitgescholden en tijdens de Pride Amsterdam werden mijn man en ik, samen met een bevriend stel, aangereden in de Reguliersdwarsstraat. Gelukkig hielden we daar geen fysiek letsel aan over.
“Ik heb hier nooit vervelende ervaringen gehad vanwege mijn opvattingen
Ik merk wel dat ik, in tegenstelling tot mijn man, opval door mijn voorkomen. Ik ben van kleur, heb een afro en ik ben heel beweeglijk. Dan word je sneller gezien als de ‘typische’ homo. Als ik de supermarkt in loop, kijken sommige mensen wel op. Ze moeten wennen aan mensen van kleur, omdat er niet veel in het dorp wonen.
In Eerbeek wordt voor jongeren best het nodige georganiseerd, maar niet specifiek voor lhbti+ jongeren. Zij moeten nu naar omliggende plaatsen gaan zoals Apeldoorn, Zutphen of Arnhem. Het zou goed zijn als lhbti+ jongeren die hier wonen, een plek hebben waar ze naartoe kunnen of dat er ook activiteiten voor hen worden georganiseerd. De vlag uithangen bij de bibliotheek kan al wat betekenen. Ik denk dat het in ons dorp mogelijk is, en ik stel me graag beschikbaar om dit met andere mensen of organisaties te doen.”
‘Ik durfde me niet tegen zwarte piet uit te spreken’
In de stad is het makkelijker je uit te spreken, omdat je meer gelijkgestemden om je heen hebt. De zwartepietendiscussie schuurt enorm hier in het noorden. Toen we hier net woonden en mijn kinderen jonger waren, gingen we naar hun eerste Sinterklaas-intocht. Sinterklaas kwam binnen met allemaal zwarte pieten. Ik sprak de burgemeester er gelijk op aan. Zijn antwoord luidde: daar moet je heel voorzichtig mee zijn, want dan word je bedreigd en je hebt jonge kinderen. Voor het eerst in mijn leven durfde ik me niet uit te spreken.
“Ik denk dat conservatief en progressief goed naast elkaar kunnen bestaan
Ik denk dat conservatief en progressief goed naast elkaar kunnen bestaan. Als verschillende culturen, zowel de stadse als de plattelandsculturen, samengaan, pluk je daar de vruchten van. Ik kan iedereen aanraden, wanneer je wat ouder bent en kinderen hebt, om in een landelijk gebied te wonen. De gemeenschapszin van het platteland in combinatie met het culturele en progressieve van een stad kan heel mooi samengaan.”
‘Ik loop niet met mijn linkse idealen te koop’
Toen ik op mijn vijftigste terugverhuisde naar het dorp waar ik ben opgegroeid, voelde het als een warm bad waarin ik thuiskwam. Met mijn linkse idealen loop ik niet te koop, dus niemand, behalve mijn vrienden, weet dat ik progressief denk. Buurtgenoten weten wel dat ik doorlopend kleding inzamel voor vluchtelingen. Sinds 2015 staan er regelmatig zakken kleding op de stoep.
Een rij omgekeerde vlaggen komt op mij fascistisch over, maar anderen verklaren me dan voor gek. Ik probeer me daarom te richten op positief actievoeren. Samen met mijn vriend heb ik een beeldhouwschuur op ons erf. Soms geven we ook workshops aan vluchtelingen. We zien mensen genieten en dat maakt ons weer blij.
“Oekraïners worden hier duidelijk anders gezien dan andere vluchtelingen
In mijn eigen dorp heb ik één keer een actie van de grond gekregen, tijdens corona: een wake voor de omgekomen vluchtelingen aan de Europese grenzen. Op het kerkplein stonden zo’n veertig mensen op anderhalve meter afstand van elkaar die het programma volgden. Ik was blij verrast met de opkomst, maar toen ik daarna nog een keer een actie wilde organiseren, wilde het kerkblad de omroep niet meer publiceren. Dit soort dingen moet je dus blijkbaar niet te vaak doen.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand