“Voor mijn boek interviewde ik veel verschillende Chinese Nederlanders, ook een geadopteerde vrouw uit China. De bananengeneratie is wat mij betreft een zo breed mogelijke term waar verschillende mensen onder kunnen vallen.”
Regisseur Char Li Chung bewerkte het boek voor het theater: de voorstelling is nog tot en met 17 december te zien (Theatergroep Oostpool).
Dit interview verscheen eerder op OneWorld.nl op 25 oktober 2019.
“Ik groeide op in een witte wereld en luisterde naar westerse popmuziek. Thuis at ik typisch Chinese gerechten, en hield ik mijn seksualiteit geheim voor mijn ouders, omdat zij mij zagen als een ‘heterozoon’. Mijn vader verwachtte dat ik de standaard route zou afleggen: rijbewijs, goede baan, trouwen met een Chinese vrouw en zonen krijgen. Voor de buitenwereld leidde ik ook een dubbelleven. Voordat ze me kennen, hebben mensen vaak al een beeld van mij, op basis van mijn Aziatische uiterlijk. Ik had het idee dat ik me telkens anders moest voordoen, in plaats van mezelf te kunnen zijn. Maar ik leefde twee levens.”
“Mijn moeder wil het beste voor mij en daarom wilde ze een vrouw zoeken in Shanghai. Mijn ouders komen uit een andere tijd en cultuur dan waarin ik ben opgegroeid. De band met mijn ouders wordt soms gezien als emotieloos, anders dan mensen gewend zijn in de westerse cultuur. Maar ik kan niet boos zijn dat ze niet met me over gevoelens praten.Ik moet ook respect hebben voor de situatie waarin mijn ouders zaten. Eind jaren tachtig was zo’n andere tijd. Ik heb veel meer middelen dan zij om een goed leven op te bouwen. Met de clashes tussen de Chinese cultuur en de westerse omgeving moet ik leren dealen. Het schrijven van dit boek was hiervoor een breekijzer. Andere Chinese Nederlanders negeerde ik eerst altijd een beetje. Misschien had ik angst dat anderen zouden denken dat we bij elkaar horen. Niet dat ik per se de drang heb om wit te zijn, eerder een drang om erbij te horen.”
Andere Aziatische Nederlanders ontwijken deed ik vroeger ook weleens. Ik wilde toen volledig wit zijn, net als mijn familie en vrienden. Heb je dat ongemakkelijke ‘iedereen zal wel denken dat we bij elkaar horen’-gevoel nu ook, nu wij samen in dit restaurant zitten?
“Niet meer. Sinds ik mijn boek heb geschreven heb ik dat steeds minder. Ik heb 45 lange gesprekken gevoerd met andere Chinese Nederlanders, waarbij ik meteen de diepte in ging. Mijn eerste vraag was: hoe is de band met je ouders? De gesprekken hielpen mij erg bij het vormen van een ander beeld van Chinese Nederlanders en het slopen van stereotypen, ook mijn eigen.”
“'No Asians' zie je vaak op homodating-apps
“Ze zouden vast toeristen zijn die geen Engels kunnen of onderdanige mensen zijn. Terwijl de meeste Chinese Nederlanders die ik heb gesproken voor mijn boek super mondig zijn. Dat ik zelf een beetje geeky kan zijn, projecteerde ik ook op anderen. In de media en landelijke politiek is er zó weinig aandacht voor deze mensen, dat ook ik, als Chinese Nederlander, een clichébeeld had van andere Chinese Nederlanders.”
Het beeld dat Oost-Aziatische mannen ‘seksloze sukkels’ zijn en vrouwen ‘onderdanige, sexy poppetjes’ is overgewaaid uit de Verenigde Staten, schrijf je. Wat voor effect heeft dat op Chinese Nederlanders?
“Media en de filmwereld spelen vaak in op stereotypen van Oost-Aziaten. Aziaten spelen in films vaak de sushi-chef, of de nerd. Die bungelt over het algemeen onderaan de ladder van aantrekkelijkheid. Op het gebied van liefde en daten draait het veel om uiterlijk. Op homodating-apps zetten mensen bijvoorbeeld in hun profiel ‘no asians’, net als ‘no fats’ of ‘no blacks’, dat doet wat met je zelfbeeld.”
‘No asians’, is dat een ding?
“Ik kende het eerst ook niet. Het is opvallend. Mijn beeld van daten is daardoor wel gevormd. Ik ben me er ineens bewust van dat mensen me dan beoordelen op mijn Aziatische uiterlijk. Wat natuurlijk ergens ook niet erg is, want iedereen wordt beoordeeld op zijn of haar uiterlijk.”
“Chinezen zouden hard werken, stil en slim zijn – maar wat als je geen tienen kan halen?
“Ah. De jij-bent-wél-knap-voor-een-Chinees-opmerking. Je mag dan een ‘uitzondering’ genoemd worden, maar nog steeds word je gereduceerd tot een paar beperkte eigenschappen die over je uiterlijk gaan. Net als ‘positieve’ vooroordelen: die helpen ook niet. Bijvoorbeeld dat Chinezen zo hard werken, slim en stil zijn: daarmee wordt gezegd: zó hoor je je te gedragen. Ik ken mensen die depressief zijn geraakt door de druk van hun ouders én de maatschappij. Want wat als je geen tienen kunt halen? Iedereen wil gewoon als een mens gezien worden.”
Heb jij eigenlijk iets met China?
“China voelt voor mij ver weg. In Tilburg, waar mijn ouders wonen en een snackbar runnen, ken ik niet echt veel andere Chinese Nederlanders. Mijn ouders werken zeventig uur per week, dus tijd om hun cultuur te delen met anderen hebben ze ook niet echt. Ik heb het daarom in mijn boek ook steeds over Chinese Nederlanders, niet over Chinezen: niet iedereen voelt zich verbonden met China. Zelfs mijn moeder zei laatst dat er in China voor haar geen thuis meer is, aangezien haar ouders zijn overleden en het land sinds de jaren tachtig hard is doorgegaan, zonder haar.”
Soms word ik ineens als woordvoerder ingezet van alles wat met China te maken heeft. Tegenwoordig vind ik dat minder raar, omdat ik nu geïnteresseerd ben in Aziatische landen. Vroeger was dat niet zo. En dan keken mensen bij de vraag ‘hoeveel inwoners heeft China’ verwachtingsvol naar mij.
“Dat gebeurt sowieso als je tot een minderheid behoort, ook in de gayscene. Mensen vragen bijvoorbeeld weleens of ik tips heb voor hun vakantie in China, zoals in Chengdu. Ik ben daar nog nooit geweest. Ik woon hier. Mijn belevingswereld ligt niet in China.”
“Wat weet ik nou van de situatie in Hong Kong? Ik ben geboren in Zeeland
“Ik denk dan eerder: ik weet het antwoord gewoon niet. Zo werd ik een keer gevraagd iets te zeggen over Chinese bitcoins. Maar, wat heb ik met bitcoins? Helemaal niets. Net als mensen me vragen een mening te geven over de politieke situatie in Hongkong. Wat weet ik daar nou van af? Ik ben geboren in Zeeland. Ik kan mijn mening wel geven, maar die is dan gewoon gebaseerd op de berichtgeving van Nederlandse media.”
We worden gelukkig steeds minder vaak als ‘anders’ gezien, schrijf je in je boek. Hoe komt dat?
“Chinese Nederlanders worden zichtbaarder, bijvoorbeeld op sociale media. Ik heb een meisje geïnterviewd dat zegt verlegen te zijn, maar via sociale media wel durft te zeggen wat ze vindt. De tweede generatie spreekt de Nederlandse taal vloeiend, heeft gestudeerd en is daardoor mondiger.”
Dit interview verscheen eerder op OneWorld.nl op 25 oktober 2019.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand