Een uitspraak die ik als kind vaak te horen kreeg van mijn vader. Als ik vond dat mij groot onrecht werd aangedaan – ik mocht niet naar een feestje, of een spijkerbroek van een bepaald merk bleek een onbereikbaar doel – kaatste mijn vader onbewogen terug dat ik hem moest overtuigen met argumenten. Niet met tranen. Die gingen mij in de echte wereld namelijk ook niet redden.
Je zou deze opvoedstijl ‘hard’ kunnen noemen. Maar ik had wel zeggenschap: had ik een goed argument? Dan viel er over dingen te praten. Debatteren en je mening onderbouwen werd mij aangeleerd. Politiek, religie en wereldproblemen werden besproken aan de eettafel. Ik dacht dat het er in de meeste Nederlandse gezinnen, waarvan ik veronderstelde dat ze vrijzinniger waren dan de mijne, zo aan toe ging.
Daarom was ik verbaasd over de gemene uithalen van allerlei – veelal rechtse – politici en opiniemakers naar de jonge klimaatdemonstranten (beter bekend als klimaatspijbelaars) die begin februari met 15.000 mensen samen kwamen voor een beter klimaatbeleid. De jongeren werden afgeschilderd als pionnen van de klimaatbeweging. Vooral de manier waarop volwassenen de aandoening – asperger – van de zestienjarige Zweedse klimaatactivist Greta Thunberg tegen
haar gebruikten, toonde de lelijkste kant van deze zogenaamde kritiek.
“Het lijkt alsof we vergeten zijn dat jongeren ook een visie hebben op de wereld
generaties. En door het wegvallen van bepaalde zekerheden van de verzorgingsstaat moeten zij zich eerder voorbereiden op hun toekomst in deze prestatiemaatschappij.
Daarom vroegen wij: wat houdt jongeren bezig? We spraken tieners en jongvolwassenen in Nederland en het buitenland, doorgewinterde activisten en doorsnee scholieren. Leerlingen die vooral elkaar ondersteunen en zij die volwassenen wat proberen bij te brengen. En wat blijkt? Hun zorgen zijn niet anders dan die van ons. Ze willen een schone en veilige leefomgeving voor mens en dier, gelijkheid
tussen man en vrouw, homo en hetero, af van racisme, vooroordelen en armoede. En vooral: ze willen serieus genomen worden.
Als kinderen geinige praatjesmakers zijn, vinden we ze schattig. Maar als ze kritiek op ons hebben, zetten we ze weg als labiel. Zoals de zeventienjarige feminist en activist Ambrien Moeniralam zegt: “As je je echt uitspreekt, dan ‘maak je het te groot’.” En Adhara Ayndrila (17) uit Bangladesh: “Ouders en docenten vragen kinderen altijd om aardig voor anderen te zijn, maar omgekeerd luisteren zij niet naar ons.” In dit nummer doen we dat laatste juist wel.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand