Een meerderheid van de Tweede Kamer riep deze week het kabinet op excuses te maken voor het Nederlandse slavernijverleden. Toch was het de inbreng van Kamerlid Kauthar Bouchallikht (GroenLinks) die voor veel hoon en kritiek zorgde. Op social media krijgt ze behalve bijval ook veel hatelijke reacties, vooral gericht op haar religie en het feit dat zij een hoofddoek draagt. PVV-leider Geert Wilders riep Bouchallikht op zelf excuses te maken voor onder meer de ‘eeuwenlange slavernij van de islam’ en ontslag te nemen.
‘Primitief’
De broers Lamur belandden op tweehoog in Amsterdam-Zuid bij een hospita. “Geen leuke vrouw, ze gaf veel af op Suriname. ‘Jullie met je trage trein’, zei ze steeds. Terwijl ik zo trots was op onze trein van Paramaribo naar luchthaven Zanderij. Suriname is zo’n leuk, mooi land, met aardige mensen. Bovendien woonden wij daar in een huis met tien kamers en twee toiletten. Maar de hospita noemde Suriname steeds ‘primitief.’ Op een dag pikte ik het niet meer en zei: ‘Hier in Amsterdam moet ik mijn fiets twee trappen op sjouwen, in Suriname rij ik gewoon de poort door. Nederland is primitief!’” Dan lachend: “Die trein was trouwens echt langzaam. Hij deed twee uur over vijftien kilometer. Maar wij mochten daarover klagen, zij niet.”
“'Mijn overgrootmoeder zei dat ze een werkslavin was geweest. Ik geloofde haar niet.'
“Als mijn broers en ik speelden op het erf van mijn grootouders, bij wie ze inwoonde, zei ze altijd vermanend tegen ons: ‘Jullie spelen alleen maar. Ik moest als kind werken, ik was een werkslavin.’ Maar de term slaaf zei mij niets, we spraken daar thuis nooit over. Wij zeiden dan tegen elkaar: ‘Wij moeten ook onze eigen schoenen poetsen, hoor.’ Ik geloofde haar helemaal niet.”
De slavernij vergeten
“'Ik denk dat er niet over slavernij werd gesproken, om het te vergeten'
Over slavernij werd in de familie niet gesproken, ook niet over de voormalige suikerplantage Alliance waar de kinderen Lamur zorgeloze vakanties beleefden. Later kwam Lamur erachter dat zijn voorouders op diezelfde plantage waren uitgebuit. “Ik denk dat er niet over die periode werd gesproken, om te vergeten. Suriname was toen nog een land met een witte top – blank mag ik niet meer zeggen, maar ik vergis me nog wel eens.” Lamurs moeder waakte er wel voor dat negativiteit over zwart-zijn haar zonen zou schaden. “Op straat werd er vaak gescholden met blakka dit en blakka dat, door zwarte kinderen naar elkaar. Mijn moeder wilde niet dat wij op straat rondhingen en die dingen zouden horen. Ik heb mijn hele jeugd met geen ander kind gespeeld dan mijn broers.”
“'De gemiddelde Nederlander, ook Afro-Surinamers, kent de gruwelijke details van slavernij niet'
Werktuig
“'Voor de Nederlandse wet waren tot slaaf gemaakte mensen geen mens, maar werktuig'
Lamur dacht lang dat de mensen in Nederland destijds niks wisten van wat er zich in Suriname afspeelde. “Maar daar ben ik van teruggekomen. Er waren matrozen aanwezig bij het transport van tot slaaf gemaakten die wisten hoe vreselijk die reizen waren. Er werden destijds in Nederland toneelstukken over de slavernij opgevoerd. De burgemeesters, kooplieden en notabelen, ze wisten er allemaal van. Er was te veel geld mee gemoeid om te stoppen.”
Slavernij werkt door
“'Een 14-jarige jongen had nachtmerries over zijn tot slaaf gemaakte voorouders die verbrand werden'
Net als in Amerika, zouden ook Nederlandse wetenschappers meer onderzoek moeten doen naar de doorwerking van het slavernijverleden, zegt Lamur, “op ons zelfbeeld, maar ook op de relatie tussen zwarte mensen onderling. Het idee bestaat bijvoorbeeld onder Afro-Surinamers dat wij vandaag de dag nog wankele gezinsstructuren hebben met bijvoorbeeld afwezige vaders omdat slaven niet mochten trouwen van de overheid, maar dat klopt niet helemaal. Er waren veel stellen die een kerkelijke belofte – verbontu – sloten bij de zendelingen. Ik vind het belangrijk dat die informatie wordt verspreid. Ik wil dat wij, Afro-Surinamers, sociaal stijgen en daarvoor moeten we solidair zijn en onze geschiedenis goed kennen.”
Nationale aandacht voor slavernij vindt hij belangrijk, maar “actievoeren is niet mijn stijl. Ik heb er geen bezwaar tegen om dingen aan te kaarten, maar ik vind dat er te veel aandacht gaat naar zaken zoals de Gouden Koets, Zwarte Piet, naar bepaalde taal zoals blank en wit, slaaf of tot slaaf gemaakt. Ik maak me meer hard voor kansen. Of het naast elkaar kan bestaan? Misschien, maar ik ben zo bang dat mensen zich verliezen in randzaken. Ik wil oplossingen zien voor ongelijkheid, zoals het gebrek aan zwarte academici.”
Keti Koti
Wat doet Lamur doorgaans op 1 juli, tijdens de jaarlijkse slavernijherdenking Keti Koti? “Voorheen werd ik dankzij mijn verbondenheid aan NiNsee (Nationaal Instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis, red.) uitgenodigd voor de plechtigheid bij het slavernijmonument in het Oosterpark in Amsterdam. Maar de laatste jaren kijk ik het op televisie. Nu vieren ze een feestje, vroeger gingen wij op 1 juli naar de kerk en aten we achteraf gebak. Eens had ik ruzie met mijn broer op die dag en toen werd mijn vader zó boos. Op zo’n belangrijke dag deden vond hij dat onacceptabel. Het is altijd een belangrijke dag gebleven, ook voor mijn vrouw en mij. Alle Nederlanders moeten weten wat er in de slavernij is gebeurd, zodat mensen elkaar dat nooit meer aandoen.”
Een lange versie van dit interview verscheen in de zomer van 2022 in OneWorld Magazine. Een eerdere versie van het artikel verscheen op 30 juni 2022 op OneWorld.nl.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand