Hoewel de Irakezen het onder Saddam Hoessein absoluut niet makkelijk hadden, heeft het verdrijven van deze dictator hen van de regen in de drup gebracht. De humanitaire situatie in Irak behoort, vijf jaar na het uitbreken van de oorlog, tot de meest kritieke van de wereld, schrijft het Internationale Rode Kruis (IRC) in een rapport. Door het conflict zijn miljoenen Irakezen verstoken van schoon drinkwater, sanitaire voorzieningen en de meest elementaire gezondheidszorg. Het huidige conflict verergert de gevolgen van eerdere oorlogen en sancties die Irak zijn opgelegd.
Burgerslachtoffers
Hoewel de veiligheid in sommige delen van Irak de afgelopen maanden iets is verbeterd, is dit volgens het IRC absoluut nog geen reden tot juichen. Het gewapend geweld eist nog steeds veel burgerlevens en door de slechte veiligheidstoestand in een groot deel van het land hebben zieken en gewonden vaak geen of nauwelijks toegang tot medische zorg. Dat is onder andere het gevolg van talloze controles op de wegen en uitgaansverboden. Door het conflict zijn er ook onvoldoende eerstehulpposten, ziekenhuizen en artsen beschikbaar.
De invasie van Irak begon op 20 maart 2003. Als reden voor de invasie gaven de Amerikanen en de Britten op dat Saddam Hoessein over massavernietigingswapens zou beschikken en dat hij banden met Al Qaeda zou hebben. Beide claims zijn nooit waargemaakt. Op 1 mei 2003 verklaart president Bush het 'mission accomplished'. Sindsdien verkeert het land nog steeds in een burgeroorlog. De schattingen van het aantal doden lopen uiteen van 100.000 tot meer dan een miljoen. |
Sektarisch geweld
Ook Amnesty International is niet echt onder de indruk van de claim dat Irak de afgelopen maanden veiliger zou zijn geworden. "De mensenrechtensituatie is desastreus," schrijft de mensenrechtenorganisatie in een rapport. Sinds begin 2006 is het geweld geïntensiveerd en sektarisch geworden. Gewapende Soennieten en Sjiieten gaan elkaar te lijf en hebben hele bevolkingsgroepen uit wijken verdreven en leveren daarmee een bijdrage aan het immense vluchtelingenprobleem. Er zijn ruim vier miljoen Iraakse vluchtelingen die voor hun overleving grotendeels afhankelijk zijn van voedselhulp. Ook de situatie voor vrouwen is er niet beter op geworden door de opkomst van fundamentalistische religieuze groeperingen.
Marteling
De Iraakse regering heeft de situatie volgens Amnesty absoluut niet in de hand ook niet in de eigen gelederen. Willekeurige arrestaties en marteling zijn aan de orde van de dag. Politieke dissidenten worden zonder proces vastgezet en de autoriteiten schieten tekort in het terugdringen van eerwraak. Veel rechtszaken verlopen oneerlijk, waarbij er zelfs doodvonnissen worden uitgesproken op basis van bewijs dat door middel van marteling is verkregen.
Somber beeld
Beide rapporten beschrijven een situatie die weinig reden geeft tot optimisme over de toekomst. Volgens het Rode Kruis zou er veel meer aandacht moeten komen voor het herstel van de basisbehoeften van de gewone bevolking. Zo moet de drinkwater- en de elektriciteitsvoorziening worden verbeterd en zou de levensstandaard omhoog moeten.