“Met zo’n tweet suggereert Arno Rutte dat het niet om Nederlandse kinderen gaat”, aldus van der Heide. “En daar zit meteen een grote paradox in de benaming: wij noemen hun ouders foreign fighters, alsof het voor ons geen Nederlanders zijn. Zo distantiëren we onszelf van de situatie.”
Wat vind je van dergelijke uitspraken?
Zou de overheid moeten proberen ze terug te halen? Het gaat om tachtig tot honderd kinderen.
We laten kinderen dus aan hun lot over wanneer hun ouders slechte keuzes maken. Ben je het daarmee eens?
“Als een leraar ziet dat een kind vaker blauwe plekken heeft, geeft hij door dat er vermoedens zijn van misbruik
De Nederlandse staat heeft niet meegeholpen aan Laura’s terugkeer. Iedereen die terug wil moet op eigen kracht het Nederlandse consulaat in Turkije bereiken, waarna de papieren en de reis naar Nederland kunnen worden geregeld. Dat is het officiële beleid.
Hoe komen vrouwen en kinderen uit vluchtelingenkampen of IS-gebied naar zo’n consulaat?
Kan de overheid niet een task force samenstellen en langs kampen gaan?
Het is ook juridisch complex. Je kunt niet zomaar langs vluchtelingenkampen gaan en zeggen: alle Nederlandse kinderen onder de zes melden, die nemen we mee. Onder internationaal recht mag je niet zomaar kinderen van ouders meenemen. En veel Syriëgangers hebben ter plekke kinderen gekregen. Als zij op IS-grondgebied geboren zijn, misschien van ouders met verschillende nationaliteiten, wat is het kind dan? Nederlands, Syrisch, Irakees, staatloos?”
Een kind mag niet zomaar bij zijn ouders worden weggehaald als de ouders het gezag hebben. Degene met gezag mag namelijk bepalen waar het kind woont. Als het kind ergens anders gaat wonen, moeten de ouders met gezag dus toestemming geven. Als een kind echter ernstig wordt bedreigd in zijn ontwikkeling, dan heeft de overheid de plicht om in te grijpen. De Raad voor de Kinderbescherming doet dan onderzoek naar de vraag of er een kinderbeschermingsmaatregel moet worden opgelegd door de kinderrechter. Zo’n kinderbeschermingsmaatregel kan inhouden dat het kind gedwongen ergens anders gaat wonen.
Voor Nederlandse kinderen in Syrië en Irak geldt ook dat hun ouders met gezag mogen bepalen waar zij wonen. Er zijn echter grote zorgen om de veiligheid en ontwikkeling van deze kinderen. Toch is het lastig om een kinderbeschermingsmaatregel over hen uit te spreken omdat de Raad voor de Kinderbescherming niet zomaar naar deze gebieden kan afreizen om onderzoek te doen.
Dit betekent echter niet dat Nederland niet verantwoordelijk is voor deze kinderen. In het VN-Kinderrechtenverdrag is ook bepaald dat ouders als eerste verantwoordelijk zijn voor hun kinderen. Als zij deze verantwoordelijkheid niet kunnen dragen, dan moet de overheid ingrijpen en het kind beschermen. Daarnaast staat in het VN-Kinderrechtenverdrag dat het belang van het kind altijd voorop moet staan als er een beslissing wordt genomen over een kind en dat fouten van de ouders niet aan het kind mogen worden tegengeworpen.
Overigens valt niet van alle kinderen die in IS-gebied geboren zijn met zekerheid te zeggen of zij Nederlands zijn. Er moet dan een DNA-test plaatsvinden op basis waarvan vastgesteld kan worden dat de vader of moeder Nederlands is. Als dat zo is, dan krijgt het kind ook de Nederlandse nationaliteit.
– Marielle Bahlmann, juridisch medewerker bij Defence for Children
Kunnen we iets leren van het verleden?
In ons onderzoeksrapport ‘Children of the Caliphate’ kijken we naar studies in de criminologie en psychologie. Vanaf een jaar of negen kunnen kinderen bij IS actief bij de strijd betrokken zijn geweest. Als een kind al terugkomt, wat is dan het effect van blootstelling aan dit (soms jarenlange) geweld? En hebben ze zelf geweld gebruikt?”
De overheid behandelt deze kinderen als ‘tikkende tijdbommen’.
Het debat splitst zich snel in zwart-wit. Of ze zijn slachtoffers, of daders. In het rapport zeggen wij: soms zijn ze beide.”
Wat is jouw advies aan de coalitie?
Het vraagt tijd om meer inzicht te krijgen in wat de kinderen hebben meegemaakt. Het belangrijkste vind ik dat we een minder individuele benadering moeten proberen toe te passen. Persoonsgerichte aanpak, PGA – je hoort het overal. Maar het kenmerkt deze groep, met een jihadistische achtergrond, nu juist dat het geen individueel probleem is. Het merendeel van onze uitreizigers en terugkeerders is via familie, vrienden of digitale netwerken aan elkaar gelinkt. Wat gebeurt er als er meer familieleden hier in Nederland zijn met radicale denkbeelden, en een kind daarbij in huis wordt geplaatst? Dan radicaliseren ze hier net zo goed als in Syrië of Irak. De kern is uitzoeken wat het beste voor het kind is, en dat is meteen het lastigste. Zeker als de ouders terroristen zijn.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand