Maruf vertelt me dat hij behoort tot de Rohingya, een vervolgde moslimminderheid in Myanmar. Zijn moeder vluchtte naar Bangladesh toen hij 1 jaar was. Herinneringen aan zijn vader heeft hij niet – die is voor zijn geboorte overleden.
Hij bracht twintig jaar in Bangladesh door, meestal spelend op straat, en later klussend. Al die tijd stond hij nergens geregistreerd. Officieel bestond hij dus niet. Eind mei 2012 was de kogel door de kerk. Hij moest weg om elders een leven op te bouwen. Maar zonder geld, nationaliteit of papieren had hij weinig perspectieven en geen rechten.
Staatloos zijn betekent dat iemand in geen enkel land volgens de wetgeving als onderdaan wordt beschouwt. Staatlozen bezitten dus geen nationaliteit. Als die staatloosheid officieel is erkend, kan daarna worden onderzocht of die persoon recht heeft op een verblijfsvergunning. Erkende staatlozen hebben meer rechten (bijvoorbeeld recht op onderwijs en zorg) dan niet erkende staatlozen. Staatloosheid op zich is geen reden voor een verblijfsvergunning. Mensen die als ‘nationaliteit onbekend’ geregistreerd staan, kunnen niet met documenten aantonen dat zij een nationaliteit hebben, of aantonen dat ze geen nationaliteit hebben, waardoor hun status onbekend blijft. Hier kunnen niet erkende staatlozen dus onder vallen. In Nederland zijn er 4000 geregistreerde staatlozen en 80.000 mensen met nationaliteit onbekend. Het is onduidelijk hoeveel niet erkende staatlozen zich binnen deze laatste groep bevinden.
Hij verbleef er vier dagen. Daarna woonde hij een maand in de buurt van Den Bosch, in afwachting van een interview met de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Al snel kreeg hij te horen dat zijn asielaanvraag werd afgewezen. Hij moest het land verlaten. Er was één probleem: hij had geen documenten. Bovendien is hij staatloos. Dat wil zeggen dat geen enkel land hem volgens haar wetten als staatsburger beschouwt. Noch Myanmar, noch Bangladesh, noch een ander land. Hij kan dus nergens heen. Zijn staatloosheid is bovendien niet vastgesteld. Mocht dat het geval zijn, dan zou hij een reisdocument krijgen. Nu kan hij nergens heen.
“De praktijk wijst uit dat terugkeer in veel gevallen onmogelijk is.
De praktijk wijst echter uit dat terugkeer in veel gevallen onmogelijk is.
Smeken
Maruf heeft tussen 2012 en 2018:
– vijf keer contact gezocht met Internationale Organisatie voor Migratie;
– 23 keer met de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V);
– zes keer met de Myanmarese autoriteiten;
– negentien keer met de Bengaalse autoriteiten.
Vaak werd hij genegeerd of teruggestuurd. Zoals bij de Bengaalse ambassade, waar hij om een laissez-passer smeekte: een reisdocument waar je eenmalig mee kunt reizen. Verzoeken om een interview te regelen of een bewijs te krijgen dat hij zich meldde bij de autoriteiten werden ook geweigerd. Een andere keer stond hij voor de gesloten deur van de Myanmarese ambassade, terwijl hij een afspraak had. DT&V was er ook bij. “Zij hebben hem teruggestuurd naar de vrijheidsbeperkende locatie,” vertelt Veronika Pisorn, sociaal-juridisch begeleidster van Maruf en werkzaam bij Vluchtelingen in de Knel. Bewoners van een vrijheidsbeperkende locatie mogen de gemeente waar ze wonen niet verlaten.
Eigen schuld
Het administratieve pingpongspel tussen autoriteiten zorgt ervoor dat mensen jaren achter elkaar in een juridisch limbo verkeren. In Nederland vallen 85.000 personen onder ‘nationaliteit onbekend’. Hoeveel daarvan staatloos is en als gevolg daarvan de nationaliteit dus niet kan aantonen, is onduidelijk. Maruf vroeg onlangs een buitenschuldvergunning aan. Het is een speciale verblijfstatus voor mensen die er alles aan gedaan hebben om terug te keren, maar er niet in geslaagd zijn. Hij kreeg hetzelfde antwoord als voorheen: negatief.
De buiten schuld vergunning is een verblijfsvergunning voor mensen die uit Nederland weg willen, maar niet kunnen. Iemand komt hiervoor in aanmerking als hij of zij tevergeefs alles in het werk heeft gesteld om zelfstandig te vertrekken. VluchtelingenWerk Nederland is kritisch op de werking van het huidige buitenschuldbeleid. “We zien dat het beleid soms zo wordt toegepast, dat het feitelijk onmogelijk is om aan alle gestelde voorwaarden voor de buitenschuldvergunning te voldoen.”
Wachten
De regering werkt momenteel aan een procedure waarmee een rechtbank de staatloosheid kan vaststellen. Het wetsontwerp werd in 2016 openbaar gemaakt via internetconsultatie: de wet kwam online te staan en mensen konden hierop reageren. Het leidde tot een golf van kritiek vanuit verschillende hoeken. In plaats van de situatie van staatlozen te verbeteren, houdt het wetsvoorstel hun onzekere situatie in stand door geen verblijfsvergunning toe te kennen, noch tijdens de procedure, noch daarna. Dertien andere Europese landen met zo’n procedure verlenen die wel.
Als Marufs staatloosheid ooit erkend wordt, dan blijft hij nog steeds illegaal. Maar hij kan wel een reisdocument aanvragen en vertrekken naar een land waar hij welkom is. Hij heeft ondertussen bezwaar ingediend tegen de beslissing van de IND. Als het ongegrond wordt verklaard, dan gaat hij in beroep bij de rechter. Nu wacht hij op een beslissing. Zoals hij al zes jaar lang doet.
* De naam van Maruf is gefingeerd, zijn echte naam is bekend bij de redactie.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand