In een van de eerste scènes speelt Klaasen een schooljuf, met een Oost-Nederlands accent, die een homoseksuele man uitnodigt in de klas, onder het mom van acceptatievergroting. Terwijl juf Klaasen de man bestookt met stereotyperende vragen als ‘dan gaan jij en je vriend zeker veel vreemd?’ krijg ik een ongemakkelijk gevoel. De man antwoordt koeltjes: ‘Nee, ik ben, net als heel veel homo’s, monogaam.’
“Alex Klaasen creëert een soort hiërarchie, van wie een ‘goede’ homo is en wie een ‘slechte’
Het is niet dat ik me persoonlijk aangevallen voel. Dat is eigenlijk nooit het probleem bij grappen die grensoverschrijdend zijn. Ik heb leren omgaan met grappen als deze en kan er om lachen als een goede vriend aanvoelt dat zo’n grap gemaakt kan worden. Het probleem is dat dit soort grappen in het openbaar ervoor zorgen dat vooroordelen blijven bestaan en ertoe uitnodigen om te lachen om minderheden. Als je om je heen iedereen grappen hoort maken over homoseksualiteit, blijft het moeilijk om uit de kast te komen, weet ik uit eigen ervaring.
‘Gewoon Amsterdams’
In de documentaire bespreekt Veul in een kleedkamer van een mannenvoetbalteam het woord ‘homo’. Het komt binnen het team vooral terug in grappen of als scheldwoord. Pas tijdens dit gesprek komen de sporters er van elkaar achter dat de één het woord gebruikt in onschuldig bedoelde grapjes, terwijl de ander het als scheldwoord ziet en zelfs daadwerkelijk ongemakkelijk wordt bij het idee dat iemand in het team homo zou zijn.
“Door clichés over homoseksualiteit te benadrukken, geef je juist lading aan het uit de kast komen
Dat is natuurlijk een mooi gevolg, maar eigenlijk zou zo’n show niet nodig moeten zijn om uit de kast te kunnen komen. Juist door grappen te maken die clichés over homoseksualiteit benadrukken, geef je lading aan het uit de kast komen. In een interview met het AD zegt Klaasen dat hij tijdens de eerste Showponies vaak mannen in het publiek zag die door hun vrouw waren meegenomen. Na afloop zeiden zulke mannen tegen hem : ‘We vonden het wel heel gay, maar ik heb een heel leuke avond gehad…’ Een wonderlijke opmerking, vond Klaasen, want het is een compliment en belediging in één. Eerst ervoer hij dit commentaar als storend, later zag hij ook de positieve kant: ‘Klaarblijkelijk kwamen die mannen in conflict met hun vooroordeel en hebben ze dat, bewust of onbewust, erkend.’
Ik snap, net als Klaasen in de eerste plaats, niet waarom tussen ‘gay’ en ‘een leuke avond’ het woord ‘maar’ moet staan. Daarnaast vraag ik me af wat er gebeurt nadat die mannen dan hun vooroordeel erkend hebben. De belangrijkste vragen blijven achterwege: wat dragen zij zelf bij aan homo-acceptatie? Of sterker nog: hoe werken ze homo-acceptatie tegen?
Vernedering
Zo is een van de laatste sketches een soort Bollywood-parodie, waarin de acteurs met zwaar aangezet Indiaas accent stereotyperende teksten zingen. Trouw schreef daar treffend over: ‘Ironisch bedoeld allicht, maar toch ook een pijnlijk geval van culturele toe-eigening, waarbij totaal niet duidelijk is welk kritisch doel dit nu dient.’
“De grap doorbreekt alle spanning en het gevoel van ongemak maakt plaats voor opluchting
Aan het einde van haar show slaat de sfeer om. Ze verkiest de hele waarheid boven de grap. Als voorbeeld gebruikt ze een eerdere grap over homohaat: die werkt nog steeds, maar daarna vertelt ze het volledige verhaal. De man uit de anekdote schold haar niet alleen uit maar sloeg haar ook in elkaar. Tot nu toe kon ze dat niet vertellen omdat dit verhaal de grap teniet zou doen, maar dit keer doorbreekt ze de spanning niet met een grap. ‘Deze spanning is voor jullie’, zegt ze, ‘ik help jullie deze keer niet.
“Ik bleef na Gadsby’s show zitten met de vraag wat ik bereik met lachen om denigrerende grappen
Ook in recente series zien we dat grappen over minderheden niet nodig zijn voor hilarische situaties. Neem Fleabag, waar Phoebe Waller-Bridge op zeer geestige wijze het ongemakkelijke leven van een Londense dertiger laat zien. En ook in Please Like Me, Dear White People, Sex Education en Atypical worden genoeg grappen gemaakt die geen minderheid beledigen.
Tijdens de voorstelling van Klaasen bleef ik maar wachten op het moment dat, net als in Gadsby’s Nanette, de makkelijke grappen om zouden slaan in diepgang. Zodat het publiek, dat kwam om naar een grappige show te kijken, met zelfkritische vragen over acceptatie naar huis zou gaan. Zoals ik na Gadsby’s show bleef zitten met de vraag wat ik eigenlijk bereik met lachen om denigrerende grappen. Maar de diepgang bleef uit.
“Zie ‘politieke correctheid’ als een mogelijkheid om humor een positieve lading te geven
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand