“Postema slaat de plank meer dan eens behoorlijk mis
Wie de film nog niet heeft gezien, zal dat misschien verbazen. Postema won met Stop Filming Us namelijk de Dutch Movies Matters Award en ook de pers was overwegend lovend. Onder andere in NRC, de Volkskrant, Het Parool en De Correspondent verschenen positieve besprekingen. Inmiddels wordt de film door Vitamine Cineville, Picl en Pathé Thuis aangeboden om thuis te kijken. Duizenden thuiszittende Nederlanders zullen deze periode dus met Postema meereizen naar Congo.
Raciaal essentialisme
Deze (achterhaalde) manier van denken wordt in het veld van postkoloniale (media)studies ook wel raciaal essentialisme genoemd: het toedichten van specifieke eigenschappen en gedragingen aan groepen vanwege hun raciale identiteit (of ‘essentie’). In werkelijkheid wordt het denken en doen van mensen niet bepaald door een raciale ‘essentie’, maar gevormd door een verscheidenheid aan ervaringen, inzichten en ontmoetingen. Een postkoloniaal perspectief is dus niet voorbehouden aan mensen op basis van hun etnische achtergrond.
“Postema’s tolk zegt dat de Nederlander wat hem betreft mag vertrekken
De pijnlijkste scène volgt als Postema aan zijn crew vraagt of hij moet blijven of vertrekken. De meningen zijn verdeeld. Zelf vindt hij dat hij mag blijven om zijn film af te maken, maar zijn Congolese tolk Gaïus Kowene – Postema spreekt geen Frans – geeft aan dat de Nederlander wat hem betreft mag vertrekken.
“Veel westerse filmmakers zitten vast in koloniaal denken en reproduceren koloniaal gedachtegoed
Iedereen kan een postkoloniaal perspectief hebben
Veel westerse filmmakers zitten vanwege hun sociaal-culturele inbedding vast in koloniaal denken en doen, waardoor zij, bewust of onbewust, bijdragen aan wat empire cinema wordt genoemd: films die koloniaal gedachtegoed (re)produceren. Maar dit hóeft niet. Postkoloniale filmmakers zijn filmmakers die, ongeacht hun afkomst, de confrontatie aangaan met koloniale praktijken en ideeën op basis van kritische analyse.
Kortom, de vraag van Postema of hij als westerse filmmaker in staat is om een niet-koloniale film in Congo te maken, is bij voorbaat al beantwoord: dat kan, zolang hij een kritisch-analytische postkoloniale lens op het onderwerp richt.
“Er ‘blanco’ ingaan, met ‘goede bedoelingen’, zoals zoveel westerse filmmakers hebben gedaan, werkt averechts
Alleen: dat kan een postkoloniale filmmaker, en zeker een wésterse postkoloniale filmmaker, zich absoluut niet permitteren. De ongelijke machtsrelaties vragen juist om kennis en engagement. Alleen dat kan bewustzijn en verandering teweegbrengen. Er ‘blanco’ ingaan, met ‘goede bedoelingen’, zoals zoveel westerse filmmakers vóór Postema hebben gedaan, werkt juist averechts, zeker als het koloniale verleden en postkoloniale heden zo complex zijn als in Congo.
Enkel positieve representatie is ook onvolledig
Zo stelt de activistische mediakunstenaar Mugabo Baritegera dat hij met zijn werk ‘het positieve verhaal over Goma’ wil vertellen. Het westerse humanitaire verhaal van de stad, over strijd, ziekte en honger, is zo eenzijdig negatief dat positieve verhalen inderdaad hard nodig zijn om de diversiteit, complexiteit en waardigheid van de plek te waarborgen. Maar het begint te wringen als die positieve beelden worden gepresenteerd als ‘de echte werkelijkheid’. Ook positieve beelden leiden namelijk vaak tot raciaal essentialisme, schreef de postkoloniale intellectueel Stuart Hall in de jaren 90.
“‘Stop Filming Us’ werpt de discussie over de westerse blik op Congo minstens tien jaar terug in de tijd
Bij de positieve representatie die Baritegera nastreeft worden negatieve beelden dus vaak vermeden. Later legt zijn crew uit dat lijfstraffen koloniale overblijfselen zijn en daarom normaal zijn geworden. Dit is de crux van de postkoloniale lens: het bevragen, niet het verdoezelen, van beelden. ‘We moeten niet zwijgen over de dingen die verkeerd gaan’, zegt ook Ley Uwera, een Congolese fotograaf met wie Postema een foto van vluchtelingen bespreekt. Postema gaat hier in zijn reactie echter volledig aan voorbij: ‘Ik zie het soort clichéfoto dat we altijd zien in het Westen.’
Aan het einde van de film vraagt Postema nogmaals of hij beter had kunnen blijven of vertrekken. ‘Je had beter kunnen vertrekken’, klinkt het direct. Pijnlijk maar waar. Stop Filming Us zet de discussie over de westerse blik op Congo niet op scherp, zoals Kevin Toma in de Volkskrant schreef, maar werpt hem minstens tien jaar terug in de tijd. Als zodanig doet de film meer kwaad dan goed – en had hij inderdaad niet gemaakt moeten worden.
Dit artikel verscheen eerder op OneWorld in april.