Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
Er zijn geen voorstellen om van elke Bakkerstraat in het land een Rotishopsteeg te maken. Niemand wil van de Annie M.G. Schmidstraat de Esther Duyskerlaan maken. Er zijn geen petities om het Jacob Oliepad en de Karel Appelstraat naar Stacii Samidin en Richard Kofi te vernoemen. Van de Almeerse Golden Earringstraat hoeft geen Zwart Licht- of Glennis Gracelaan gemaakt te worden. Waar het wel om gaat? Het gaat om het hernoemen van straten die de namen van koloniale terroristen dragen.
Voor een land dat zichzelf zo vleit met ideeën over hoe nuchter en normaal de zogenaamd echte Nederlander is, laat dit land zich — zowel politiek als sociaal — opvallend vaak leiden door reflexen die slechts twee extreme opties bieden: niets of alles. Deze rechtse denkwijze, waarin verandering gelijkstaat aan overname en dus verlies, is iets waarvan je hoopt dat de gemiddelde Nederlander het sneller zou herkennen.
“
Er zijn geen voorstellen om van elke Bakkerstraat in het land een Rotishopsteeg te maken
De angst dat
alle straten veranderen als de straten vernoemd naar koloniale massamoordenaars vervangen worden? De vrees dat alle Schoolstraten ineens vernoemd moeten worden naar Zawdie Sandvliet, de initiatiefnemer van het vak Afro-Nederlandse studies op de Universiteit van Amsterdam? Dit is irrationele bangheid. Wanneer mensen zich afvragen of de straatnamendiscussie inhoudt dat alle straten hernoemd moeten worden, lijkt het alsof ze geen verschil kunnen maken tussen de koloniale terrorist en de volkszanger. Zorgt de angst dat Afro-Nederlanders en niet-Zwarte Nederlanders van kleur meebepalen over de goedheid van de voorouders van witte-Nederlanders dan echt voor zo’n dikke waas?
“Waar ligt dan de grens?!”, wordt door tegenstanders van het hernoemen van straten vaak gevraagd. Waar die in ieder geval niet ligt, is onder of vlakbij de voeten van koloniale terroristen, wier ideologieën de levens van tien-, soms zelfs honderdduizenden Zwarte mensen en Niet-Zwarte Personen van Kleur hebben geëist.
Een voorbeeld van wijken met problematische straatnamen zijn de Transvaalbuurten, de buurten vernoemd naar Transvaal, een andere benaming voor de Zuid-Afrikaansche Republiek. In informatie over deze staat wordt Transvaal vaak beschreven als een ‘onafhankelijk land in Zuid-Afrika’. Met deze omschrijving wordt compleet voorbijgegaan aan de gruwelijkheden die aan deze totstandkoming voorafgingen. De wit-Europese kolonisten verdreven en vermoordden de lokale, Zwarte bevolkingsgroepen. De Zwarte mensen die ‘overbleven’ werden onderdrukt en protesten tegen die onderdrukkingen werden met harde hand neergeslagen.
Zo’n koloniale bezetting start en runt zichzelf niet. Je hebt iemand nodig die de systematische onderdrukkingen leidt en die, als onderdeel van dit leiderschap, honderden Zwarte vrouwen en kinderen gijzelt om ze in te zetten als dreigmiddel. Iemand die, omdat hij vindt dat de wereld aan witte mensen toebehoort, duizenden Zulu’s laat vermoorden. Dit zodat hij en zijn mede-Voortrekkers, zoals de Nederlandstalige Afrikaner boeren zich noemden, zich in alle rust konden settelen. Andries Pretorius, naar wiens zoon de Pretoriusstraten vernoemd zijn, was die iemand. Zoon Pretorius heeft, op zijn beurt, de stad Pretoria naar zijn vader vernoemd als eerbetoon.
“
Wordt dit een kwestie waarbij zogenaamd objectieve witte-Nederlanders bepalen wat dekoloniale Afro-Nederlanders en hun bondgenoten moeten vinden?
Veel Nederlanders zijn bang dat als we de straten hernoemen, de kolonisatie van Zuid-Afrika vergeten zal worden. Nederland heeft, over het hele land verspreid, ongeveer veertig Transvaalbuurten. Als de straat-, laan- en pleinnamen fundamenteel zijn voor educatie over het verleden dan zou het met veertig buurten wel snor moeten zitten qua kennis. Maar zijn er onderzoeksrapporten die aantonen dat de mensen die in een bepaalde buurt wonen bovengemiddeld scoren bij examens en/of andere momenten waarop hun kennis over het thema van hun buurt getoetst werd? Of zijn we overgeleverd aan de door haat uitgeholde onderbuik van rechts?
Als de Nederlandse bezetting van Zuid-Afrika en het mede daaruit voortgekomen apartheidsregime zo belangrijk zijn voor Neerlands Hoop dat we deze dagen nooit mogen vergeten… waarom is hier dan geen rijksmuseum aan gewijd? Ik denk dat het nationale intellect van Nederland baat heeft bij tenminste één museum dat de geschiedenissen en erfenissen van onder andere Kruger en Van Riebeek op een dekoloniale manier vertelt.
De paniek in perspectief
Als dit
onderzoek van de Correspondent ons niet in de steek laat, telt Amsterdam 5.400 straten. Stel dat we in de hoofdstad vijftig straten hernoemen die nu nog vernoemd zijn naar de architecten van
scientific racism (wetenschappelijk/biologisch racisme) en terroristen van het Kruger/Van Riebeek/De With-kaliber. Dan gaat het alsnog om minder dan 1 procent van de Amsterdamse straatnamen. Wiens weerbaarheid is zo fragiel dat 1 procent voelt als alles?
“
Het gaat om minder dan 1 procent van de Amsterdamse straatnamen. Wiens weerbaarheid is zo fragiel dat 1 procent voelt als alles?
In januari 2018 kondigde de Amsterdamse J.P. Coenschool aan de naam van de school het daarop volgende schooljaar te zullen veranderen. De medewerkers gaven aan de naam niet te vinden passen bij de waarden van hun, zoals ze zelf beschreven, “vreedzame, multiculturele school”. Zijn er onderzoeken waaruit blijkt dat het ziekteverzuim onder de docenten van deze school is toegenomen na het besluit van de naamswijziging? Heeft men extra ondersteuning in moeten schakelen omdat het, zoals men bij dekoloniale veranderingen weleens vaker vreest, de kinderen allemaal te veel werd? Nee.
Verdediging kan iets zeggen over kracht, maar ook zeker over fragiliteit. Dat waarvan je bang bent om het te verliezen, zegt iets over wat je denkt dat je heel maakt. Gaat het bij de straatnaamdiscussie echt over het educatieve belang van de naamborden, of wil de groep die Martin Luther King Jr. the moderate left noemde, slechts voorkomen dat het ‘allemaal’ nog ongezelliger wordt voor de rechtse én de gematigd linkse Nederlander? Wordt dit weer een kwestie waarbij zogenaamd neutrale, objectieve witte-Nederlanders bepalen wat dekoloniale Afro-Nederlanders en een handjevol bondgenoten belangrijk moeten vinden?
Laat hen die telkens op zoek zijn naar dat mythische midden plaatsnemen op een bankje in één van de vele naar Martin Luther King Jr. vernoemde straten en eerlijk zijn tegen zichzelf.