In Nederland heerst een hardnekkige opvatting: rechters delen te lage straffen uit. Bijna 70 procent van de Nederlanders vindt dat rechters hoger en strenger moeten straffen dan ze nu doen. Op bijna alle delicten zou een leek strenger straffen dan een rechter. Voor een dodelijk verkeersongeluk willen burgers een dader bijvoorbeeld zes jaar gevangenisstraf geven, terwijl rechters vaak voor 240 uur taakstraf kiezen, de maximale duur van een taakstraf.
Het idee dat rechters te mild straffen is niet iets van de laatste tijd. In de afgelopen dertig jaar vond een stabiele meerderheid in Nederland dat rechters te laag straffen. Terwijl de straffen in die periode flink hoger werden: de gemiddelde gevangenistijd steeg met 10 procent. Bij gewelds- en zedendelicten steeg de duur van gevangenisstraffen zelfs met twee derde.
Toch blijft de roep vanuit de samenleving hetzelfde luiden: het moet harder, zwaarder en langer. Is strenger straffen echt verstandig of heeft de samenleving meer baat bij mildheid?
Op hun donder geven
De trend van steeds zwaarder straffen is ingezet in de jaren 90. “In het strafrecht kwam toen de discussie over slachtofferemancipatie op”, verklaart Henny Sackers, oud-hoogleraar bestuurlijk sanctierecht. “De maatschappelijke sympathie voor gedupeerden nam toe, en het Openbaar Ministerie wilde dat sentiment vertolken door maximale straffen te eisen.” Een tweede ontwikkeling is volgens Sackers een dalend veiligheidsgevoel: “Hoewel criminaliteit niet toenam, voelden we ons minder veilig op straat.” Door criminelen langer de gevangenis in te sturen, werden ze letterlijk van de straat gehouden.
Uit onderzoek blijkt dat burgers vooral de gevolgen voor een sláchtoffer belangrijk vinden voor de straf, terwijl de rechter kijkt naar de intenties van de dáder. Het is dus de vraag wat je met een straf wilt bereiken. Sackers: “Het doel van straffen is ‘leedtoevoeging’. Dat betekent simpelweg mensen die iets verkeerd doen, op hun donder geven. Voor een deel is dat vergelding. De misdadiger heeft de maatschappij schade toegebracht en dat wordt verhaald.”
“Leed toebrengen heeft ook een preventief oogmerk. Anderen worden weerhouden om dezelfde fratsen uit te halen”, vervolgt Sackers. “Daarnaast is het voor de gedetineerden een waarschuwing om niet nog eens de fout in te gaan.”
Resocialisatie
Strafrechtadvocaat Zahra Boufadiss valt Sackers bij met een tweede doel van het strafrecht: ‘resocialisatie’, waarbij mensen weer onderdeel worden van de samenleving. “Gedetineerden moeten ook weer terug de maatschappij in, zonder dat ze weer de fout ingaan.” En juist tussen resocialiseren en vergelding zit spanning, weet Boufadiss: “Alle wetenschappelijke onderzoeken laten zien dat er geen verband is tussen hogere straffen en minder misdaad.”
Boufadiss maakt zich over iets anders meer zorgen, namelijk de toename van korte gevangenisstraffen in plaats van taakstraffen. In Nederland worden jaarlijks gemiddeld 30.000 gevangenisstraffen opgelegd, waarvan 20.000 korter duren dan drie maanden. Ter vergelijking: er worden 26.000 taakstraffen opgelegd. “Een korte gevangenisstraf heeft al ontzettend veel invloed op iemands leven,” vertelt Boufadiss. “Stel je voor dat je twee maanden de cel in gaat. Je kunt meestal niet tegen een werkgever of huisbaas zeggen dat je even twee maanden niet beschikbaar bent en geen huur kan betalen. Je raakt alles kwijt.”
En volgens Boufadiss is de kans om wederom de fout in te gaan, groter als je je werk en huis verliest. Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC), dat onderdeel is van het ministerie van Justitie en Veiligheid, ontdekte dat twee jaar na een gevangenisstraf 47 procent de fout ingaat, terwijl dat bij een taakstraf voor 34 procent geldt.
Publieke druk
Volgens Sackers worden strafeisen de laatste dertig jaar gedomineerd door vergelding. Tot 2021 kon iemand die een misdaad beging vrijkomen na twee derde van diens gevangenisstraf, onder strikte voorwaardes van goed gedrag. Na de wetswijziging kan een misdadiger slechts in aanmerking komen voor een maximale strafvermindering van twee jaar.
Sinds 2012 geldt ook een ‘taakstrafverbod’ op gewelds- en zedendelicten: iemand die al een taakstraf heeft doorlopen, krijgt bij een tweede soortgelijke overtreding niet nog een taakstraf, maar een gevangenisstraf. Ook de strafduur wordt steeds verhoogd. Bij de Eerste Kamer ligt momenteel een wetsvoorstel om het strafmaximum van doodslag te verhogen van 15 naar 25 jaar.
Ook vroeg de Tweede Kamer aan de Raad van State een advies over de strafverhoging van deelname aan een terroristische organisatie. Terwijl de wetenschap dus stelt dat strenger straffen geen effect heeft. Boufadiss: “De redenatie is: als je wilt dat een dief geen rottigheid uithaalt, haal je hem zo lang mogelijk van de straat. Dat is politiek ook makkelijker uit te leggen.”
Artikel gaat verder onder het kader.
Hoe komt een strafhoogte tot stand?
In Nederland bepalen de Eerste en Tweede Kamer en de regering de minimale en maximale straf die een rechter voor delicten mag opleggen. Bij een steekpartij waarbij het slachtoffer zwaar letsel heeft opgelopen, krijgt de dader bijvoorbeeld minimaal zes jaar en maximaal acht jaar gevangenisstraf.
Politieke partijen debatteren over de strafhoogte en komen met een wet. De rechter die per individueel geval bekijken wat die een passende straf vindt, houdt de richtlijnen van de overheid in het achterhoofd.
Koploper streng straffen
Nederland heeft niet altijd streng gestraft. “Na de Tweede Wereldoorlog waren straffen mild”, vertelt Sackers. “Door de focus op de wederopbouw, was er simpelweg geen aandacht voor het strafrecht.” Dat is niet de enige periode die is te onderscheiden. “Tussen 1880 en 1926 kende Nederland ook een tijd van lage straffen”, vertelt Sackers. De reden? Het individu en niet de maatschappij stond centraal. “Dat komt door invloed van het verlichtingsdenken”, weet Sackers. Hij doelt op een filosofische stroming uit de achttiende eeuw, die pleitte voor tolerantie en wetenschap boven onderbuikgevoelens.
En de landen om ons heen, zijn die ook strenger gaan straffen? “Nee”, zegt Sackers, “De beste vergelijking is te trekken tussen de Duitse deelstaat Noord-Rijn Westfalen en Nederland.” Die deelregio stond vóór de jaren negentig nog bekend om hogere strafeisen, maar inmiddels staat ons land op gelijke voet.
Dat Nederlander koploper in het streng straffen is, bleek ook toen het Europese Hof van de Rechten van de Mens het Nederlandse strafrecht in strijd achtte met de mensenrechten. De reden? “In Nederland heerst als enige land in Europa de gedachte: levenslang is levenslang”, legt Sackers uit. Gedetineerden kunnen een gratieverzoek doen bij de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, om hun levenslange straf naar een eindige gevangenisstraf om te zetten. “Die verzoeken worden zelden gehonoreerd”, zegt Sackers.
‘Beesten’
Wie de gevolgen van het strenge strafbeleid van dichtbij ziet is Hilal Makhoukhi, eigenaar van CurrentWerkt, een uitzendbureau voor ex-gedetineerden. “Er heerst grote uitzichtloosheid onder gevangenen door de steeds strengere en hogere straffen”, weet Makhoukhi. “Door lang vast te zitten, ben je amper meer bezig met je terugkeer.” Zelf weet hij hoe belangrijk een goede terugkeer is. Hij zat vast tussen 2014 en 2017 vast voor het opereren van een grootschalige wietplantage.
Nu pleit hij voor kortere straffen, met meer oog op terugkeer in de maatschappij. “Ik wil dat de jongens en meisjes in de gevangenis weer als mensen gezien worden”, betoogt hij, “Met potentie om na hun straf bij te dragen aan de maatschappij.” Vooral voor kleine criminele overtredingen moet volgens hem meer uitzicht komen. “Een fietsendief zit in dezelfde cel als een plofkraker. Als je de kans op re-integratie weghaalt of versobert, is de stap naar zwaardere criminaliteit sneller gemaakt”, observeert hij. Liever ziet hij dat ze de kans krijgen om zich om te laten scholen als timmerman of loodgieter.
Tegen straffen is hij niet. “Maar de vraag is, hoe we als maatschappij willen dat de terugkeer verloopt. Als je gevangenen als beesten behandelt, komen ze ook als beesten terug.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand