In de Tweede Kamer lijkt inmiddels een meerderheid voor het bombarderen van ISIS in Syrië. Die gretigheid is frappant. Al was het maar omdat ISIS floreert op de puinhopen van eerdere mislukte militaire interventies. Toch heeft de internationale gemeenschap een verantwoordelijkheid Syrische burgers waar mogelijk te beschermen tegen oorlogsmisdaden.
In zijn laatste rapportage over Syrië spreekt de secretaris-generaal van de VN over “tienduizenden dode, gewonde en ontheemde burgers.” Ze zijn slachtoffer van beschietingen en aanvallen door niet-statelijke gewapende groeperingen en bombardementen, waaronder met vaatbommen, door regeringstroepen. In de afgelopen maand augustus vielen er 2.040 slachtoffers waarvan naam, datum en plaats bekend zijn. Daaronder waren 1.493 (=73%) burgers. Het oorlogsgeweld in Syrië maakt al lang geen onderscheid meer tussen burgers en combattanten en richt zich steeds meer op burgers.
CDA-leider Buma heeft een punt als hij stelt dat het principieel uitsluiten van militair geweld niet langer kan
De internationale gemeenschap heeft een verantwoordelijkheid om collectief, tijdig en beslist op te treden tegen oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. In uiterste omstandigheden en onder restrictieve voorwaarden kan militair geweld noodzakelijk en acceptabel zijn om burgers effectief te beschermen tegen deze internationale misdaden. CDA-leider Buma heeft dus een punt als hij stelt dat het “principieel uitsluiten [van militair geweld] of er maar niet over praten” niet langer kan. Maar daarmee is lang niet alles gezegd. Er zijn vier majeure problemen die Buma c.s. gemakshalve uit de weg gaan.
Assad
Buma laat de voornaamste dader ongemoeid. In augustus vielen er 1.213 burgerslachtoffers door het geweld van Assad en 117 burgerslachtoffers door ISIS. De oproep tot het bombarderen van enkel ISIS gaat voorbij aan de voornaamste en primaire oorzaak van het humanitair drama in Syrië: Assad. Met “ISIS-only” speelt Buma zowel Assad als ISIS in de kaart.
Vluchtelingen
Buma heeft geen scherp geformuleerd doel voor ogen. Hij wil de bron van de vluchtelingencrisis aanpakken. Hij wil ISIS bombarderen. Hij wil veilige havens voor ontheemden in Syrië, Irak en Libië. De koppeling tussen het bombarderen van ISIS en de vluchtelingencrisis in Europa is hoogst ongelukkig. Het moet niet over onze problemen met vluchtelingen gaan maar over de problemen van mensen die vluchten voor oorlogsgeweld. Bovendien wijzen evaluaties van eerdere militaire missies er op dat ambitieuze en impressionistisch omschreven doelen een recept voor mislukking zijn.
Politiek
Buma ontbeert een breed gedragen politieke strategie. De oorlog in Syrië en Irak vergt uiteindelijk geen militaire maar een politieke oplossing. Dat veronderstelt overeenstemming tussen actoren in Syrië en landen in de regio (o.a. Turkije, Saoedi-Arabië en Iran) en daar buiten (o.a. VS en Rusland). Vooralsnog laten deze partijen zich leiden door elkaar uitsluitende belangen. De geschiedenis leert dat onze militairen zonder politieke strategie de oorlog misschien niet verliezen maar ook niet kunnen winnen. Je kan Syrië niet naar vrede bombarderen.
Vaag
Buma blijft onverantwoord vaag over de benodigde middelen. Alleen al een veilige haven in Syrië vergt, afhankelijk van de locatie en de omvang, een ongekend grote en langdurige presentie van luchtsteun en grondtroepen. En die grondtroepen zijn er niet. Een oproep voor een veilige haven moet wel aan de realiteit zijn getoetst en mag niet voorbijgaan aan de onverbiddelijke lessen van Srebrenica.
Het humanitair drama in Syrië dwingt ons de grenzen van het mogelijke op te zoeken en op te rekken
Buma heeft met andere woorden de belangrijkste daders nog niet in het vizier, nog geen duidelijk doel voor ogen, nog geen strategie voor handen en nog geen idee van de benodigde middelen. Zonder verdere onderbouwing blijft zijn oproep een loze belofte.
Gelijk
Is daarmee alles gezegd? Nee. Buma heeft namelijk ook gelijk. Het humanitair drama in Syrië dwingt ons de grenzen van het mogelijke op te zoeken en op te rekken. We moeten elke reële mogelijkheid voor het beschermen van burgers tegen internationale misdaden aangrijpen. We moeten elke (ook militaire) optie serieus onderzoeken en overwegen. Maar wel op voorwaarde dat deze onderbouwd bijdraagt aan de effectieve bescherming van burgers en een politieke oplossing dichterbij brengt.
En misschien moeten we daarbij onder ogen zien dat alleen kleine stappen vooruit mogelijk zijn. Het verminderen en vervolgens voorkomen van bombardementen van burgerdoelen in een beperkte bufferzone aan de grens tussen Syrië en Turkije kan zo’n kleine stap zijn. Een stap die bescheiden bijdraagt aan de bescherming van burgers en aan een begin van een nieuw Syrië. Misschien moeten we die mogelijkheid verder onderzoeken. Misschien moet het debat dat Buma zoekt zich daarop richten.