Woorden hebben enorm veel invloed op onze ideeën over mensen en de maatschappij. Hoor je een term als ‘illegale migranten’, dan denken de meeste mensen automatisch aan criminelen en gevaren. Door mensen te identificeren als ‘illegaal’ of ‘ongedocumenteerd’, legitimeren we dat landsgrenzen worden gesloten en mensen naar onveilige plekken worden teruggestuurd. Deze termen legitimeren geweld tegen migranten. Door deze labels vergeten we dat mensen een verhaal hebben, een persoonlijkheid, een familie. Elke persoon die gedwongen wordt op een onwettige manier een veilige plek te vinden in de wereld, is het slachtoffer van de ongelijke verdeling van toegang tot paspoorten en visa wereldwijd. Een manier om de perspectieven van migranten beter te begrijpen, is te kijken naar de termen die zij zelf gebruiken.
Harka: de zee als vuur
De 25-jarige Khaled* uit Tunesië heeft magere, sterke armen en donkere, expressieve wenkbrauwen. Ik ontmoette hem in juli 2023 in El Haouaria, een stad in het noordoosten van Tunesië. Khaled werkte op het strand. “Jongeren verlieten deze stad voor betere kansen elders”, vertelde hij me. “De meesten van hen hebben ‘gebrand’.” Met een bedroefde blik in zijn ogen liet hij me een foto zien van een jongeman die erg op hem lijkt — zijn broer, die ook ‘brandde’ en sindsdien vermist is. Het woord dat hij gebruikte is hrak, dat komt van het Tunesisch Arabische zelfstandige naamwoord harka: ‘het branden’. In deze context wordt harka gebruikt om de gevaarlijke oversteek naar Europa over de Middellandse Zee per boot te beschrijven.
De migratietrends in El Haouaria zie je in heel Noord-Afrika terug. Deze kleine kustplaats leeft van het lokale toerisme in de zomer en de schamele opbrengst van landbouw de rest van het jaar. Vanwege de ligging, op slechts een paar kilometer van het Italiaanse eiland Pantelleria – EU-grondgebied – is El Haouaria een belangrijk punt van harka. De stad heeft veel gemeen met afgelegen dorpen op het Nederlandse platteland: een harde wind en een typische dorpscultuur waar iedereen elkaar kent. Kinderen spelen op straat terwijl oudere mannen in cafés aan hun kopjes thee nippen. Je ziet weinig twintigers: net als in veel andere steden in Noord-Afrika zijn de jongeren naar Europa vertrokken.
Veel van hen hebben geen andere keuze dan gevaarlijke reizen ondernemen om de noordkant van de Middellandse Zee te bereiken. Ze voelen zich in eigen land onderdrukt door autoritaire politiek, vervolging, bedreigingen en politiegeweld; anderen zijn gefrustreerd door het gebrek aan mogelijkheden voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. Sinds de jaren negentig zijn EU-landen geleidelijk visa gaan opleggen aan Afrikaanse landen, waardoor het steeds moeilijker is geworden om legaal toegang te krijgen tot EU-grondgebied, ook als Afrikanen er op vakantie willen gaan of simpelweg willen overstappen op een andere vlucht. Zij hebben niet dezelfde privileges als EU-burgers: met ons paspoort kunnen we veilig en visumvrij naar 184 verschillende landen reizen. Geen harka, maar vliegtuigen.
Game: grensovergangen als levensgevaarlijk spel
Meer dan 30.000 mensen uit het mondiale Zuiden die veiligheid zochten in de EU zijn sinds 2014 vermist geraakt in zowel de Middellandse Zee als op het vasteland van Europa. Op de zogenaamde Balkanroute waarlangs mensen van Turkije naar West- en Centraal-Europa reizen, noemen migranten grensovergangen game – spel of wedstrijd. Omer*, een lange man uit Kashmir van halverwege de dertig, met een vastberaden blik en een emotionele glimlach, vertelt me over zijn ervaringen: “Ik deed zes games om van Turkije naar Griekenland over te steken. Bij elke game ving de politie me, sloeg me, beroofde me van mijn kleren en schoenen, en duwde me terug naar Turkije.” Na een dozijn games slaagde Omer er eindelijk in zijn bestemming te bereiken: Italië.
Europese grenzen oversteken is een gevaarlijk spel van leven en dood; het lijkt op een extreme vorm van verstoppertje spelen in de bossen, rennen om de politie te ontwijken. Het gevaarlijkste spel, na de oversteek van Turkije naar Griekenland, is tussen Bosnië en Kroatië. Sinds dat laatste land in 2023 onderdeel werd van het Schengengebied is het de buitengrens van Europa, met de bijbehorende taak om het aantal migranten terug te dringen. De Kroatische grenspolitie schuwt daarbij geen geweld. Omer: “Ik heb zoveel geluk dat ik bij de eerste game de grens naar Kroatië heb kunnen oversteken, voor veel mensen duurt dat tien of twintig games.”
Nadat hij de ene na de andere grens overstak, bereikte Omer Triëst, een stad in Noordoost-Italië, waar ik hem in februari 2024 ontmoette. Omer mist zijn familie thuis en hoopt hen een betere toekomst te kunnen bieden. “Mijn zoon is vijf jaar oud. Elke keer als hij me belt, vraagt hij: waar ben je? Ik zeg hem dat ik hier ben en dat ik, als God het wil, snel terugkom.” Maar de realiteit is dat er voor de islamitische Omer geen weg terug is: “Als ik terugga naar Kashmir, zullen Indiase soldaten me vermoorden. In Iran en Turkije zullen ze me terug deporteren naar Kashmir. Dat is de reden dat ik naar Europa ben gekomen.” Hij probeert nu te overleven in Italië, terwijl hij wacht op zijn documenten.
Limbo: vastzitten tussen onveilige landen
De meeste migranten zitten regelmatig vast tussen grenzen. Het grensbeleid van de EU drijft mensen naar de Sahara, Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Migranten kunnen niet terugkeren naar hun thuisland, omdat ze zijn weggejaagd door oorlog, angst voor vervolging of armoede. Verder reizen naar Europa is extreem moeilijk, belemmerd door de grenswachten die worden gefinancierd, uitgerust en getraind door de EU en grensleger Frontex. Een normaal leven leiden in de landen aan de overkant van de Europese grenzen – zoals Tunesië, Libië, Marokko en Mauritanië – is vaak onmogelijk door willekeurig politiegeweld en racistische aanvallen. De politie deporteert mensen regelmatig naar woestijnachtige grensgebieden, waar al meerderen door verdroging of verhongering zijn omgekomen. Ondertussen wordt een land als Tunesië door Nederland en andere EU-landen beschouwd als een ‘veilig land’.
Limbo is de beschrijving die sommige migranten geven aan deze situatie. Ze zitten gevangen tussen de illusie van veiligheid in Europa en de realiteit van geweld in noordelijk Afrika. Halim*, een 27-jarige Sudanese vluchteling die ik in 2022 in Tunesië ontmoette, vertelde me hoe het voor hem is om daar vast te zitten: “Er is geen bescherming tegen geweld, geen gezondheidszorg, geen baan. Dit land dwingt ons de zee op te gaan en in de boten van de dood te stappen. Maar daar houdt de politie ons tegen en duwt ons terug in deze limbo.”
Ghoerba: ongewenste vreemdeling
Halim is lang, met heldere blauwe ogen en een opvallend goed retorisch vermogen. Hij droeg gescheurde en vuile kleren, maar die konden zijn kracht en waardigheid niet verbergen. Tijdens zijn reizen van zijn thuisland Sudan naar Libië en vervolgens via Tunesië naar Italië was hij getuige van onvoorstelbaar geweld. Uiteindelijk reisde hij van het Italiaanse eiland Lampedusa naar Frankrijk, waar hij zich binnen een paar dagen op een andere limboplek bevond: Calais. Hier wachten migranten op hun kans om opnieuw de zee over te steken, naar het Verenigd Koninkrijk. Maandenlang kamperen ze in de bossen rond de stad. Ze noemen het dzjangal, een woord dat ‘bos’ betekent in het Pasjtoe, een Afghaanse taal. Een ander woord in het Pasjtoe dat verwijst naar informele kampen langs de route is khandwala, het ‘gebroken huis’. Dat woord verwijst ook naar ‘er niet bij horen’ en ‘instabiliteit’. De plekken waar migranten verblijven, zijn vaak oude, gekraakte gebouwen die niet geschikt zijn om in te wonen. Ze worden er ziek, of aangevallen en bestolen.
Eenmaal aangekomen op de plek van bestemming zijn formele vluchtelingenopvangcentra ook geen goede alternatieven. De mensen die ik sprak, noemden nooit de woorden ‘gastvrijheid’ of ‘ontvangst’. In plaats daarvan spraken ze over kampen of centra, wat een gevoel van opsluiting oproept. Ze komen in een systeem terecht dat ze passief maakt en ontmenselijkt. Hun dagen brengen ze door in een afgedwongen structuur; van maaltijddistributie tot medische bezoeken en bureaucratische procedures.
Vervreemding is een terugkerend thema in de woorden van verbannen mensen in Europa, zoals bij het woord ghoerba. De Arabische etymologie van het woord voert terug op ghoeroeb, wat ‘zonsondergang’ betekent, en op gharb, wat ‘het Westen’ betekent, zowel geografisch als cultureel. Terwijl gharbi ‘de westerling’ betekent, betekent ghareeb ‘de vreemdeling’ of ‘iets vreemds’, ongewoons. Ghoerba omvat al deze betekenissen: het gevoel een ongewenste vreemdeling te zijn in de westerse wereld, met nostalgie denken aan je vertrouwde geboortestad waar je misschien nooit meer naar terug kunt.
Mensen zoals ik, die wit en westers zijn, in de EU zijn geboren en nooit vervreemding en racisme hebben ervaren, herkennen woorden als harka, game, dzjangal, khandwala en ghoerba niet. Deze woorden vertellen ons iets over de gevaren, vervreemding en het ‘er niet bij horen’ waarmee deze ‘geïllegaliseerde reizigers’ worden geconfronteerd. Het is belangrijk om de woorden te begrijpen die migranten zelf gebruiken. Zo kunnen we onze verschillende perspectieven delen, in ditzelfde menselijke bestaan. Zoals Mohamed* zei, een asielzoeker uit Bangladesh die ik in Italië ontmoette: “Je kunt me niet haten als je me kent. Luister naar de verhalen van de migranten voordat je ons veroordeelt. Onze talen zijn misschien anders, maar de taal van het hart is hetzelfde.”
*De namen van de migranten in dit artikel zijn gefingeerd om hun privacy te beschermen. Een langere versie van dit artikel verscheen in september 2024 in OneWorld Magazine.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand