Uitsterfbeleid voor Sinti, Roma en reizigers

Woonwagenbewoners hebben te maken met een hoop vooroordelen en in een aantal Nederlandse gemeentes wordt een uitsterfbeleid gehanteerd. Sinds woonwagenbewoners en advocaten hun krachten bundelden, staat het beleid op losse schroeven.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
“Wat doet het meeste pijn?” Deze vraag stond centraal toen op een middag in 2014 veertig woonwagenbewoners uit heel Nederland samenkwamen om aan advocaten te vertellen wat voor moeilijkheden ze ervaarden. Deze middag werd georganiseerd door Sabina Achterbergh, actievoerder en voorzitster van de Nederlandse Vereniging van Sinti, Roma en Reizigers (VSRWN), en Jelle Klaas, advocaat en litigation director bij het Public Interest Litigation Project (PILP) van het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten. Op die dag bleek dat het huidige uitsterfbeleid centraal stond in de moeilijkheden voor woonwagenbewoners. Dat beleid hanteerden veel gemeentes, en was door de Nederlandse overheid voorgesteld onder de naam nuloptiebeleid. Hoe langer Jelle Klaas zich hierover boog, hoe meer het ernaar uitzag dat nog niemand een rechtszaak had gevoerd vanuit de mensenrechten.
Uitsterfbeleid:

Vanuit de overheid werd in de jaren 90 de Woonwagenwet afgeschaft en het woonwagenbeleid gedecentraliseerd. Aan gemeentes gaf de overheid de handreiking een ‘nuloptie-beleid’ te voeren. In de praktijk uitte zich dat bij een aantal gemeentes in een zogenaamd uitsterfbeleid. In de passieve vorm hield dat in dat er geen nieuwe standplaatsen bij mogen komen voor nieuwe gezinnen of huwelijken. In de actieve vorm hield dat in dat wanneer iemand overleed, die standplaats niet opnieuw gebruikt mocht worden.

Het woonwagenkwaad moet afdoende bestreden worden, zóó, dat we er op den duur van af komen.

Ambtenaar van het Ministerie van Justitie, 1918

Afhouden en ontmoedigen

Woonwagenbewoners – de verzamelnaam voor reizigers (met een etnisch West-Europese afkomst, ook wel Europese nomaden genoemd), Sinti en Roma – worden zeker al vanaf 1200 vervolgd en beschimpt in Europa, met heksenjachten. Sinds de ‘ambtenarij’ of bureaucratie opkwam, rond 1870, worden ze expliciet als ‘anders’ gezien. Toen in 1918 de eerste Woonwagenwet gemaakt werd, sprak een ambtenaar van het Ministerie van Justitie van een ‘woonwagenkwaad’, dat ‘afdoende bestreden moest worden, zóó, dat we er op den duur van af komen’. Het motto van veel gemeenten was: ‘Afhouden en ontmoedigen’.

Verschilt dat erg van het beleid 100 jaar later? Niet echt, want het ‘uitsterfbeleid’ houdt, wanneer zij actief wordt uitgevoerd, hetzelfde in: er mogen geen nieuwe woonwagens bij, en als er iemand overlijdt, of op een andere manier een standplaats vrijkomt, mag die plaats niet opnieuw gebruikt worden. Sinds toen zijn er meer dan duizend standplaatsen opgedoekt. Zo verdwijnt op den duur de mogelijkheid om in een woonwagen te leven en daarmee ook de woonwagencultuur. Belangrijke aspecten van de woonwagencultuur zijn namelijk met je wagen even bij elkaar op bezoek kunnen gaan: een paar dagen naast een familielid staan in Groningen, daarna naar een muziekfestival over de grens in Duitsland, en daarna weer terug naar je moeder die je dan elke dag wel even bezoekt. Het familieleven, elkaar veel zien en steunen staat voor veel woonwagenbewoners centraal.

Nuloptie beleid?

Eind jaren ‘60 werd het woonwagenbewoners verboden om rond te trekken. Er werden enkele grote kampen aangewezen, en daar moest iedereen in leven. Met eigen scholen en winkels, zonder veel contact daarbuiten. Zo ging al een deel van de levensstijl of cultuur van de woonwagenbewoners verloren.
Grote Kampementen vanaf jaren ‘60

Het verplicht wonen in kampen ging gepaard met grote boetes bij overtreding. Dit was ook zeer schadelijk voor het ondernemerschap van de reizende woonwagenbevolking. De meesten kampbewoners hadden voorheen een goed inkomen met reizende beroepen die hierdoor meteen beëindigd werden. Denk aan beroepen zoals messenslijpers, aan-huis-verkopers en muzikanten. Door het verliezen van deze inkomsten verviel de woonwagenbevolking in armoede en werden velen aangewezen op een uitkering. Dit had bovendien slechte invloed op de gemoedstoestand van de woonwagenbevolking en het al lage vertrouwen in de overheid.

Dit vertrouwen was al zwaar beschadigd doordat de overheid in de Tweede Wereldoorlog erg fanatiek was met het aangeven van Sinti, Roma en Reizigers. Op verzoek van de Nazi’s werden ze naar Westerbork gebracht om vervolgens afgevoerd te worden naar Auschwitz en andere kampen. De meeste Roma en Sinti overleefden de verschrikkingen niet, waaronder meer dan 95 procent van de voorouders en familie van Sabina, waaronder zelfs muzikanten van haar Sinti familie Weiss Koninklijk Hof-orkest.

Sinds 1999 heeft de nationale overheid het beleid gedecentraliseerd, de Woonwagenwet afgeschaft en heeft zij de optie aan gemeenten meegegeven om een zogenaamd nuloptie beleid, beter bekend als uitsterfbeleid te voeren.

Leonie Huijbers (promoveert momenteel bij de UU bij het Montaigne Centrum voor Rechtstaat en Rechtspleging) is expert op het gebied van woonwagenrechten, en heeft zich mede ingezet voor de rechtszaken van het PILP. Ze vertelt hoe op verschillende manieren mensenrechten geschonden worden bij het beleid sinds 1999.

“Het ‘nuloptie beleid’ is eigenlijk een eufemistisch woord. De gemeente Oss noemde het letterlijk ‘uitsterfbeleid ‘in een brief aan een woonwagenbewoner die zijn woonwagen moest verlaten nadat de vorige bewoner, zijn moeder, overleden was. Dat woord – ‘uitsterfbeleid’ – laat wel het krachtigste zien van wat het in feite betekent, namelijk het laten uitsterven van de woonwagencultuur en traditie. Zeker als we het plaatsen in de geschiedenis [van het Nazi fascisme dat Sinti en Roma vervolgde, red.] is begrijpelijk dat zo’n term erg gevoelig ligt.”

De gevolgen van een ontmoedigingsbeleid werden onder meer zichtbaar op de Escamplaan in Den Haag, die een paar jaar geleden werd ontruimd. Er moest een nieuwe wijk komen. Slechts twintig van de zestig woonwagenbewoners kreeg een nieuwe standplaats toegewezen, de rest moest ‘gewone’ huizen intrekken. Tijdens de ontruiming werden veel wagens en huizen vernield en kwam er veel politie bij. Beeld: Omroep West

Bescherming van culturele identiteit?

Woonwagenbewoners zouden eigenlijk door het recht benaderd moeten worden vanuit een beschermende positie ten opzichte van hun cultuur en levensstijl; zo heeft het Europees Hof van de Rechten van de Mens verklaard. Gebeurt dat in Nederland? “Nee, ten eerste wordt Artikel 8 EVRM geschonden”, legt Leonie Huijbers uit. “Dat artikel vraagt om het respecteren van de culturele identiteit, familie/privéleven, en de woonsituatie. De overheid zou de culturele identiteit van woonwagenbewoners moeten beschermen en faciliteren. Het tegenovergestelde is nu het geval.”

“Daarnaast wordt het gelijkheidsbeginsel geschonden. Dat verbod is tweeledig: Enerzijds, dienen gelijke gevallen gelijk behandeld te worden, dat betekent dus ook dat woonwagenbewoners niet zonder meer nadeliger behandeld mogen worden dan andere personen. Beleid dat gericht is op het verminderen of zelfs verdwijnen van het woonwagenleven in Nederland doet dat wel. Anderzijds, vergt het gelijkheidsbeginsel dat ongelijke gevallen, naar hun mate van verschil, ongelijk behandeld worden. In het geval van woonwagenbewoners betekent dit dat zij, omdat zij zo’n specifieke cultuur en identiteit hebben, een bepaald type van bescherming van hun cultuur zouden moeten krijgen.”

Discriminatie

Jelle Klaas van het PILP vertelt OneWorld over de strijd die zij samen met de woonwagenbewoners hebben gevoerd. “We zijn begonnen met een individuele zaak in Oss, waar een man uit de wagen van zijn moeder, waarin hij met haar samenwoonde, moest toen zij overleed, vanwege het uitsterfbeleid. Die zaak hebben we gewonnen, en vervolgens hebben we een expertbrief over de rol van het Rijk ingediend bij een zaak over het Rijksbeleid bij het College voor de Rechten van de Mens (CRM). Die hebben vorig jaar inderdaad vastgesteld dat het Rijk verantwoordelijk is voor het huidige beleid waarbij woonwagenbewoners worden gediscrimineerd.”

Het PILP is een vijfjarig pilotproject dat de mogelijkheden van strategisch procederen voor mensenrechten in Nederland verkent. Dat betekent het inzetten van een juridische procedure, niet persé om te winnen, maar om een sociale of politieke verandering teweeg te brengen.

Jelle vervolgt: “Met de uitspraak van het CRM zijn wij naar de overheid gestapt, met als boodschap dat wanneer zij hun beleid niet aan zouden passen, wij een rechtszaak over de mensenrechten zouden aanspannen. Tegen onze verwachting in, wilde de overheid wel samenwerken.” Dat hield in dat de overheid nieuw beleidsvoorstel schrijft, waarvan vorige week de eerste versie is gepresenteerd aan het PILP en Sabina van de VSRWN.

Sabina: “met mijn kleurrijke neefjes en nichtjes, met reiziger, Surinaams, Marokkaans, Nederlands bloed et cetera.”
Sabina: “Dat nieuwe voorstel ziet er wel goed uit, omdat het onze levensstijl moet beschermen en faciliteren, en ook gemeentes gecontroleerd worden.” Hoe kan er zo’n omslag in de landelijke discussie hebben plaatsgevonden? Volgens Leonie Huijbers hangt dat samen met dat er steeds meer gesproken wordt over woonwagenbewoners in mensenrechtelijke termen, wat volgens haar een positieve ontwikkeling is. “De brief van de Nationale Ombudsman een jaar geleden, evenals zijn advies van eind april en de vele oordelen van het College voor de Rechten van de Mens, zorgden ervoor dat woonwagenbewoners positief in het nieuws kwamen. Dat helpt bij een positieve beeldvorming van deze groepen en bewustwording van de rechten die zij hebben.”

Zondebokpolitiek

Dan moet je je altijd verdedigen, voor dingen waar je helemaal niets mee te maken hebt. Dat drukt echt een stempel op iemands leven.

Neef van Sabina
Een negatief beeld over ‘zigeuners’ hebben veel Nederlanders wel. “Ook mensen waarvan je het in eerste instantie helemaal niet verwacht”, vertelt de neef van Sabina. Hij krijgt vaak negatieve reacties wanneer hij vertelt in een woonwagen te wonen. Hoe komt dat? “In kranten en magazines zoals de Panorama, die in elke supermarkt liggen, zie je regelmatig stukjes en foto’s die bepaalde dingen suggereren over woonwagenbewoners, die helemaal niet op de feiten gestoeld zijn, maar wel beelden die veel mensen van ons hebben, bevestigen. Anders verkoopt het niet! Media hanteren doorgaans de regel: ‘U vraagt, wij draaien.’ Deze zondebokpolitiek zorgt ervoor dat wanneer er één woonwagenbewoner iets fout doet, daar heel groot op wordt ingezoomd, en gebruikt wordt tegen ons allen. Maar wat er wel goed gaat, wordt nooit genoemd. Als je noemt bij welke politie invallen in woonwagenkampen er criminele dingen zijn gevonden, moet je ook noemen bij hoeveel er niets is gevonden.” Dat vindt ook Sabina: “Vorig jaar organiseerden we een heel groot event in het Hermitage met een prachtig programma. Daar had ik veel media voor uitgenodigd, maar toen kwam niemand opdagen.” Haar neef: “Terwijl negatieve dingen ons in de schoenen worden geschoven. En dan moet je je altijd verdedigen, voor dingen waar je helemaal niets mee te maken hebt. Dat drukt echt een stempel op iemands leven.”

Is de samenwerking met het PILP geslaagd?

De samenwerking heeft een juridische verandering teweeggebracht: waarschijnlijk wordt in de nieuwe officiële handreiking van de regering aan gemeentes die volgende maand wordt uitgebracht, het uitsterfbeleid verboden. Maar dat niet alleen, er heeft ook een eerste stap van een sociale en politieke omslag plaatsgevonden. Er wordt niet meer slechts in termen van ‘last’ over woonwagenbewoners gesproken, maar in mensenrechtelijke termen: een politieke en sociale omslag. Bovendien wordt er niet meer óver woonwagenbewoners gepraat, maar mét hen.

Hopelijk dringt dit door tot meer Nederlandse burgers en is dit een blijvende verandering. Dan is er hopelijk een einde aan de grapjes die Sabina en haar neef wekelijks horen: ‘Kan ik nog een gestolen aanhanger bij je krijgen?’ Het is wel belangrijk dat genoeg media dit oppikken. “Want er is te veel media die politiek beïnvloed is, en zondebokpolitiek voeren. Ik ben zelf tot de conclusie gekomen dat je in elke groep goede en slechte mensen hebt. Het zou fijn zijn als meer mensen dat zo gaan zien.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons