Ze is de eerste. Zoals zoveel vrouwen van kleur is ze in bijna alles wat ze doet de eerste. De eerste verloskundige van kleur die is gepromoveerd, de eerste verloskundige universitair docent van kleur. De eerste die een boek schreef over de ongelijkwaardigheid in de geboortezorg in Nederland: Baren buiten de box. Toch ervaart Bahareh Goodarzi (39) haar pionierswerk niet als iets positiefs. “Want het is eigenlijk heel treurig. Eenzaam, ook.”
De feiten die Goodarzi aanhaalt over de ongelijkwaardigheid in de geboortezorg zijn niet nieuw. Al decennia verschijnen er onderzoeken die aantonen dat zwangere mensen en baby’s met een niet-westerse migratieachtergrond twee tot tien keer meer kans hebben op ziekte en overlijden rondom de geboorte dan zij zonder migratieachtergrond. En dat de kans op babysterfte twee keer zo hoog is onder zwangeren in wijken met een grote sociale achterstand.
In haar boek vat ze samen: ‘Zwangeren die ‘buiten de box’ vallen, die op de een of andere manier niet voldoen aan de heersende norm, hebben structureel slechtere zorguitkomsten [het resultaat van behandelingen en medische zorg, red.] vergeleken met zwangeren die ‘in de box’ passen.’ Dat geldt onder meer voor zwangere mensen van kleur, mensen die niet hetero of cisgender zijn, personen in een slechtere sociaaleconomische positie en zwangere mensen met lichamelijke beperking.
Verschillen ‘wegverklaren’
“De kennis was er dus al, maar de link tussen gezondheidsuitkomsten en de sociale omgeving wordt zelden gelegd”, vertelt Goodarzi. “Het probleem is dat we oneerlijke gezondheidsverschillen vaak ‘wegverklaren’ door te kijken naar biologie of individuele keuzes zoals slechtere eetgewoontes, minder lichaamsbeweging, hoge bloeddruk of roken. Niemand staat stil bij welke kansen mensen krijgen en welke keuzes ze daardoor al dan niet maken. Termen als racisme, seksisme en classisme worden niet genoemd. Daarmee gaan we voorbij aan het feit dat onze samenleving, en daarmee óók ons zorgsysteem, inherent en fundamenteel discriminerend is. Ja, onder zwarte zwangere mensen komt inderdaad vaker een hogere bloeddruk voor. Maar inmiddels weten we dat dit komt door hun slechtere positie in de maatschappij en niet door hun biologie.”
Discriminatie zit verweven in de richtlijnen die verloskundigen en gynaecologen gebruiken, laat Goodarzi samen met journalist Daan Borrel zien in Baren buiten de box. Zo worden raciale categorieën – door mensen bedachte groepen om anderen in onder te verdelen op basis van hun ras – gebruikt om te berekenen hoe groot de kans is dat een iemand er na een eerdere keizersnede in slaagt om een baby zonder keizersnee te baren. Mensen van kleur lopen door die indeling het risico vaker een onnodige keizersnede te krijgen, want inmiddels is wetenschappelijk aangetoond dat een raciale categorie of etniciteit geen goede voorspellers zijn. Een ander voorbeeld: doordat bijna alle afbeeldingen in (les)boeken van witte mensen zijn, herkennen zorgverleners huidafwijkingen bij kinderen met een donkerdere huid later dan bij witte kinderen.
Interview gaat verder onder het kader.
Bahareh Goodarzi (1985) is verloskundige, postdoctoraal onderzoeker naar reproductieve rechtvaardigheid bij het Amsterdam UMC en docent aan Academie Verloskunde Amsterdam Groningen. IN 2007 studeerde ze af aan de Verloskunde Academie Rotterdam, waarna ze vijf jaar fulltime werkte als verloskundige. Daarna ging ze lesgeven aan de Academie Verloskunde Amsterdam Groningen en deed een master Health Management. In 2023 promoveerde ze op risicoselectie in de geboortezorg in het Amsterdam UMC. In 2024 verscheen haar boek Baren buiten de box, waarvoor ze samen met journalist Daan Borrel tien wetenschappers en beleidsmakers in de geboortezorg interviewde.
Pijnlijk besef
Aan de muur in Goodarzi’s huis in Amsterdam-Oost hangt een grote Palestijnse vlag, en overal waar je kijkt liggen boeken. De afgelopen jaren heeft ze ontzettend veel gelezen, vertelt ze. “Ik was me eigenlijk nooit zo bewust van de fundamentele ongelijkheid in onze samenleving. Pas in het eerste jaar van mijn promotietraject ging er een belletje rinkelen. Ik bekeek de TED-talk van Nigeriaanse auteur en feminist Chimamanda Ngozi Adichie, die me liet inzien dat vrouwen anders worden behandeld dan mannen vanwege het idee dat vrouwen minderwaardig zijn. Ik begon te lezen en realiseerde me in hoeveel aspecten van de samenleving ongelijkwaardigheid terugkomt. Maar de grootste eyeopener waren de Black Lives Matter-protesten in 2020. Ik dacht: als er echt mensen doodgaan alleen omdat ze zwart zijn, hoe zit het dan in de geboortezorg? En wat is míjn rol daarin?”
Als ze studies leest die ongelijke gezondheidsuitkomsten voor verschillende groepen in de samenleving aantonen, realiseert Goodarzi zich al snel: “Ik ben ook dader. Ik heb een eed afgelegd om mensen de allerbeste zorg mogelijk te bieden, maar ik word medeplichtig gemaakt aan discriminatie in dit systeem. Dat is ook wat pedagoog Paulo Freire zegt: de machthebbers hoeven niet meer te onderdrukken als iederéén dat al voor ze doet. Het is zó geïnternaliseerd.” Het voelde als een plicht om dit boek te schrijven. “Als ik niks zeg, houd ik het systeem in stand.”
“Ik voelde me schuldig. Dat was het moeilijke aan mijn proces van de afgelopen jaren: dat ik heel erg werd geconfronteerd met mezelf, alles wat ik verkeerd deed en nog steeds niet goed doe, de discriminerende systemen waaraan ik bijdraag als verloskundige, docent en onderzoeker. De zelfreflectie was pittig, maar ik ben het nooit uit de weg gegaan. Want zeggen dat ik schuldig ben, leidt tot mijn eigen bevrijding. Dan pas ben ik in staat me te verzetten. Hoe kun je je verzetten tegen iets wat je niet erkent als probleem?”
Geweld
In het voorwoord van haar boek beschrijft Goodarzi, op haar zevende van Iran naar Nederland gevlucht, hoe zij zwangere Iraniërs behandelde in de praktijk waar ze werkte. Hoewel ze Perzisch met hen kon spreken, koos ze ervoor dat niet te doen. Discriminatie, weet ze nu. “Want daarmee ontnam ik hun de kans om gezien te worden. Nu weet ik: ‘gelijk’ en ‘gelijkwaardig’ zijn heel andere dingen. Iedereen is hartstikke anders en heeft andere zorg nodig. Voor dat verschil is geen ruimte in een wereld waarin we als gelijk worden gezien, maar wel in een wereld waarin gelijkwaardigheid de norm is.”
Tijdens de opleiding tot verloskundige is er geen aandacht voor dit soort nuances, zegt Goodarzi, die in 2007 afstudeerde aan de Verloskunde Academie Rotterdam. Sterker nog: “Tijdens je opleiding leer je bijvoorbeeld seksisme normaliseren. Je wordt gesocialiseerd om je het lichaam van een vrouw toe te eigenen, met het idee dat jij het beste weet wat er met dat lichaam moet gebeuren. Je zit aan iemands lichaam op diens kwetsbaarste moment en je leert dingen doen waarbij je continu over grenzen heen gaat, maar dat leer je zien als ‘helpen’.”
Dat wordt ook wel ‘obstetrisch geweld’ genoemd: alle vormen van grensoverschrijdende of gewelddadige zorg rondom de zwangerschap, fysiek of niet. In een in 2022 gepubliceerd onderzoek gaf meer dan de helft van de Nederlandse deelnemers aan op enig moment tijdens een bevalling de zorg als niet-respectvol, grensoverschrijdend of zelfs gewelddadig te hebben ervaren. Obstetrisch geweld komt vaker voor onder mensen van kleur.
Goodarzi is momenteel niet werkzaam als verloskundige in de praktijk. “Maar ik ben nog wel vroedvrouw. Het is mijn vak, ik ben er constant mee bezig. Nu in de vorm van onderwijs, wetenschap en beleid, en ik mis de praktijk, maar ik zou niet meer in het reguliere systeem kunnen werken. Niet met wat ik weet. Ik ben op zoek naar manieren waarop het toch kan. In een kleinschalige praktijk misschien, met normen en waarden waar ik wel achter sta. Als we die alternatieve vormen van verloskunde maar genoeg laten groeien, kunnen we uiteindelijk het discriminerende systeem omverwerpen.”
Activisme in de wetenschap
Voor oplossingen moeten we volgens Goodarzi vooral daar kijken waar de macht ligt: bij beleidsmakers mensen met autoriteit. “We zitten in een patroon waarin gedupeerde mensen de last opgelegd krijgen om dingen te veranderen”, stelt ze. “Dat zorgt ervoor dat instanties die gelijkwaardigheid in de samenleving moeten waarborgen, zoals het College voor de Rechten van de Mens en de Nationale Ombudsman, niet preventief kunnen werken. Zij moeten wachten tot iemand met een klacht komt. Maar wat als de mensen in een machtspositie, zoals zorginstanties, opleidingen en academische instellingen, verantwoording zouden moeten afleggen over hoe zij ervoor zorgen dat ze níet discrimineren? Dan kunnen diezelfde instanties klachten voorkomen.” Voor haar boek interviewde Goodarzi, samen met journalist Daan Borrel, dan ook alleen wetenschappers en beleidsmakers in de geboortezorg. “Want de verantwoordelijkheid ligt bij ons.”
Door haar opvattingen wordt Goodarzi vaak activist genoemd. Past dat wel bij een wetenschapper? “Ja”, zegt ze stellig. “Ik denk zelfs dat wetenschap altijd gedreven moet worden door activisme. Je moet met je wetenschap bijdragen aan een betere samenleving. Mensen die onderzoek doen naar kanker willen bijdragen aan een betere kankerbehandeling, ik wil bijdragen aan een betere geboortezorg. Als ik onderzoek doe naar hoe we ziekte en sterfte in de geboortezorg kunnen verminderen en als het resultaat is dat we dan discriminatie moeten aanpakken, dan moet ik dat uitspreken.”
“Toch merk ik dat sommige mensen meer kunnen zeggen dan andere. Met wie ik ben – een vrouw van kleur – voel ik altijd verzet vanuit mijn omgeving. Geert Wilders praat de helft van de tijd onzin en niemand vraagt om onderbouwing. Maar als ik iets zeg, moet ik het met… Hoeveel zijn het er?” – ze bladert in haar boek – “…746 bronnen onderbouwen. Tijdens het schrijven van mijn boek vroeg ik me steeds af: mag ik dit allemaal zeggen? Ik ben niet wit, geen man. Mag ik die ruimte innemen? En dan die realisatie: ja. Daar hoef ik geen toestemming voor te vragen, die neem ik.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand