“Ik ben 28 en woon nog thuis bij mijn ouders. Ik zou graag op mezelf wonen, net als veel leeftijdgenoten. Voor hen is het ook moeilijk om iets te vinden, maar ik heb een aangepaste woning en hulp nodig – dus voor mij is het nóg lastiger. Omdat het huis van mijn ouders is aangepast, krijg ik geen medische urgentie voor een eigen huurwoning. De gemeente zegt daarmee eigenlijk dat ik maar voor altijd bij mijn ouders moet blijven wonen.” Aan het woord is Noortje van Lith, beleidsondersteuner bij de Sociaal Economische Raad en al jaren actievoerder voor mensen met een (arbeids)beperking. Zelf zit ze door een lichamelijke beperking in een rolstoel en heeft ze hulp nodig in het dagelijks leven.
Deel dit
De plannen van minister Mona Keijzer zijn schadelijk voor velen
Dat de gemeente Van Lith niet helpt een geschikte woning te vinden om zelfstandig te leven, gaat regelrecht in tegen het VN-verdrag Handicap. In artikel 19 van het mensenrechtenverdrag staat onder meer dat mensen met een handicap ‘vrijelijk hun verblijfplaats’ moeten kunnen kiezen en ondersteuning moeten krijgen om dat mogelijk te maken. Nederland ondertekende het verdrag in juni 2016 en beloofde daarmee er alles aan te doen om mensen met een beperking op een evenwaardige manier te laten deelnemen aan de samenleving. Niet alleen laten de inspanningen om dat te bereiken al jaren te wensen over, begin april werd die belofte opnieuw geschonden, toen woonminister Mona Keijzer voorstelde om regels voor toegankelijk bouwen te schrappen. Van Lith schreef direct een brief aan de minister: “Ik hoop vurig dat u uw plannen heroverweegt. Ze zijn schadelijk voor velen en staan haaks op de inclusieve samenleving waartoe we ons als land hebben verplicht.”
VN-verdrag Handicap
Eind 2006 namen de Verenigde Naties het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap aan, kortweg ‘VN-verdrag Handicap’. Het verdrag moet ervoor zorgen dat mensen met een beperking volwaardig kunnen meedoen in de samenleving. Ook staat er wat overheden moeten doen om de mensenrechten van mensen met een beperking te bevorderen, te beschermen en te waarborgen. Het verdrag trad in 2008 in werking en is door 186 overheden, landen of instanties – zoals de EU – geratificeerd. Dat betekent dat een overheid het verdrag formeel bekrachtigt en zich verplicht om inspanningen te leveren om aan het verdrag te voldoen. Nederland was op 14 juni 2016 een van de laatste EU-lidstaten die het verdrag ratificeerde.
Huisvesting is niet het enige punt waarop Nederland nog niet voldoet aan het verdrag. Het VN-comité dat toeziet op de uitvoering uitte in een rapport in september vorig jaar forse kritiek op de toegankelijkheid van het onderwijs, de arbeidsmarkt en het openbaar vervoer. Xueli Abbing, die zich naast haar werk als fotomodel inzet tegen discriminatie voor de Open Eyes Foundation en UNESCO, moet voor haar werk veel op pad. Ze heeft een visuele beperking en gaat soms met de trein, maar fijn is dat niet. “Er zijn wel geleidelijnen [tegels met bijvoorbeeld ribbels, red.] op de grond die me moeten helpen mijn weg te vinden op en rond het station, maar soms leiden die naar palen waar ik dan tegenaan bots”, zegt ze. “Ook zijn incheckpaaltjes lastig te vinden.” Niet alleen voor mensen die slecht kunnen zien is reizen lastig, ook voor mensen met een andere beperking, merkt ze. “Er zijn veel trappen niet toegankelijk voor rolstoelgebruikers, maar de liften werken vaak ook niet. Als ze wel werken, dan stinkt het er vaak naar urine. Voor iemand die er afhankelijk van is, wordt het door de stank echt denigrerend.”
Verschil in mentaliteit
Tijdens haar reizen voor Unesco merkt Abbing dat de toegankelijkheid in andere landen ook te wensen overlaat, al is er wel een belangrijk verschil in mentaliteit. “Zo zijn er in China op straat veel meer geleidelijnen, waardoor je je weg goed kan vinden”, vertelt ze. “Alleen kan het daar soms wel gevaarlijk zijn omdat het zo druk is. En in Londen is het metrosysteem voor mensen met een beperking ingewikkeld, omdat er zoveel verschillende lijnen zijn, maar er lopen wel altijd medewerkers aan wie je om hulp kan vragen en zij zijn heel vriendelijk. Ook krijgt een begeleider bij veel toeristische attracties gratis toegang, waardoor je je welkom voelt. In Nederland is dat wel anders.”
De problemen waar Van Lith en Abbing mee te maken hebben, zijn niet nieuw. Sterker nog, sinds de ratificatie van het VN-verdrag Handicap is de situatie in Nederland zelfs slechter geworden. Dat zegt Illya Soffer, tot voor kort directeur van Ieder(in), het netwerk voor mensen met een beperking of chronische ziekte. Volgens haar heeft dat alles te maken met hervormingen waardoor niet de landelijke overheid maar gemeenten verantwoordelijk zijn voor mensen met een beperking: de Participatiewet uit 2015 en de decentralisatie van de zorg. “Door de grote vrijheid die gemeenten hebben, zijn er onaanvaardbaar grote verschillen tussen gemeenten. Het is belangrijk dat de landelijke overheid zorgt voor normen, richtlijnen en kaders.” Maar die blijven uit, of worden – zoals in het geval van de bouwrichtlijnen – zelfs afgeschaft.
Deel dit
Het VN-verdrag Handicap geldt niet in Caribisch Nederland
Dat was ook een van de conclusies uit het VN-rapport van september 2024: het comité maakt zich zorgen over de implementatie van het verdrag. Begin 2024, zo’n achttien jaar nadat het VN-verdrag werd aangenomen, lanceerde de overheid daar een plan voor, maar daarin komen nog steeds niet alle beginselen uit het verdrag terug. Bovendien heeft Nederland de aanvullingen op het VN-verdrag niet bekrachtigd, waardoor Nederlandse burgers niet naar een internationale rechter kunnen stappen om naleving van het verdrag af te dwingen. Juist die aanvullingen regelen namelijk die mogelijkheid. Ook geldt – tegen alle adviezen in – het verdrag niet op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De voornaamste reden was dat er op de eilanden geen wetgeving is op het gebied van gelijke behandeling, al moet een wetsvoorstel dat afgelopen februari is aangenomen daar verandering in brengen.
“Nederland lijkt het basisprincipe van het VN-verdrag Handicap niet te begrijpen”, zegt Soffer. Dat verdrag benadrukt namelijk dat handicap geen individueel probleem is, maar een verantwoordelijkheid voor de hele maatschappij. Alleen de drempels in gebouwen weghalen is niet voldoende: eenmaal binnen moet iemand met een beperking ook kunnen meedoen. “De overheid kijkt met een medische blik naar het individu met een beperking”, zegt Soffer. “Maar er moet gekeken worden naar de hele samenleving: als die inclusief en toegankelijk is ontworpen, is veel minder maatwerk voor het individu nodig.”
Zelf mogen beslissen
Burgers moeten volgens de Participatiewet zoveel mogelijk zelf doen, maar voor mensen met een beperking worden niet de omstandigheden gecreëerd die dat mogelijk maken, ziet Soffer. “Sinds de invoering van de Participatiewet beweegt de overheid weg van de verzorgingsstaat: we gaan niet meer iedereen met een beperking ‘pamperen’ in een instelling in de bossen, of kinderen met een beperking lesgeven in het speciaal onderwijs. In principe is dat goed, maar er wordt te weinig gedaan om wonen, arbeid en onderwijs inclusief te maken. Er gaan dus allerlei deuren dicht, maar er gaan geen nieuwe deuren open.”
Door deuren die dicht gaan in plaats van open, lijkt de kern van het verdrag – zelf mogen beslissen, en een overheid die daarin ondersteunt – verder weg dan ooit. Noortje van Lith maakt zich zorgen over haar autonomie. “Op dit moment kan ik zelf hulpverleners kiezen vanuit het persoonsgebonden budget”, zegt ze, “maar ik ben bang dat ik in de toekomst misschien zorg in natura moet accepteren. Dat betekent dat de gemeente iemand inhuurt die mij gaat begeleiden. Liever wil ik zelf de regie houden, want dat bepaalt voor een groot deel mijn levensvreugde.”
Deel dit
Vroeg of laat krijgt iedereen te maken met beperkingen
Kort na het kritische rapport van de VN eind vorig jaar begon Ieder(in) de campagne Ons geduld is op, waarna op 8 april 18.000 handtekeningen werden aangeboden aan de Tweede Kamer. De belangrijkste boodschap: leef het VN-verdrag Handicap na. “Mensen zijn moegestreden”, zegt Soffer. “Sommigen zijn al jaren bezig om hun individuele ondersteuning goed geregeld te krijgen. Mensen die een kind met een beperking hebben, krijgen zelfs te horen dat ze maar minder moeten gaan werken of hun sociaal leven moeten opgeven. Ook dat gaat tegen de principes van het VN-verdrag in.”
Ook Van Lith voelt frustratie, al blijft ze zich wel uitspreken. “Ik probeer vooral te benadrukken dat naleven van het VN-verdrag Handicap niet alleen in het belang is van mensen met een beperking. Zo’n knop om een deur te openen is ook hartstikke handig als je met je handen vol boodschappen staat. En vroeg of laat krijgt iedereen te maken met beperkingen in het leven, dus het is hartstikke belangrijk om de samenleving toegankelijk te krijgen.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand