Schone schijn
Wanneer je op bezoek gaat bij mensen thuis, word je getrakteerd op een volle ‘dastargon’ (een tafelkleed dat op de grond gespreid ligt) met het traditionele gerecht ‘osh’ (of ‘plov’), vers gebakken brood, noten, vers fruit en volle schalen met zoetigheden.
Wat een gast krijgt voorgeschoteld, is niet wat de bevolking zelf eet. De dagelijkse kost bestaat meestal uit brood met een gerecht van aardappelen, ui en wortel. Het is gegaard in goedkope, zeer ongezonde katoenolie. Andere vaste kost is brood plus een pasta met wat groente, of een soep op basis van aardappel, wortel, en misschien een stukje vlees. Zuivel kunnen veel plattelandsbewoners wel consumeren, dankzij het paar stuks vee die ze houden.
Het dieet mag qua hoeveelheid voldoende lijken, maar het is zeer arm in kwaliteit. Rijst, vlees en vers fruit komen meestal alleen bij feestmalen op tafel.
In sommige dorpen wordt voedselhulp vanuit het buitenland (door het World Food Programme van de Verenigde Naties) geboden, onder andere via programma’s waarbij kinderen op school een maaltijd aangeboden wordt.
De post-Sovjet landbouwhervormingen in Tadzjikistan
Het duurde jaren voordat de grootschalige landbouw daadwerkelijk werd hervormd, maar belangrijker: het duurde wel twintig jaar voordat de overheidsbemoeienis enigszins afnam. Veel boeren moesten eerder minimaal 70% van hun land met katoen beplanten. Ook andere, meer indirecte factoren dwongen boeren tot katoenproductie: irrigatie was gekoppeld aan de katoenverbouw en landbouwkrediet werd alleen gegeven voor de katoenproductie. Het regime en zijn elites wilden de inkomsten uit de katoensector niet verliezen: het was voor hen bij uitstek de manier om kapitaal te vergaren. Geld stortten ze op bankrekeningen in het buitenland. Intussen verdienden de boer en de mensen die het handwerk op de katoenvelden verrichtten, nagenoeg niets met hun werk. Veel boeren belandden in een spiraal van schulden.
“Het regime en zijn elites wilden de inkomsten uit de katoensector niet verliezen en boeren belandden in een spiraal van schulden
In veel dorpen wordt echter nog altijd druk uitgeoefend op de individuele boer om minimaal 50% van het land met katoen te bebouwen, terwijl prijzen extreem laag blijven. Katoen, als typische ‘cash crop’, houdt zo ironisch genoeg nauw verband met armoede op het platteland. Vaak is arbeidsmigratie van een van de gezinsleden een onmisbare bron van inkomen voor een familie.
Voedsel wordt op kleinere stukken landbouwgrond verbouwd. Daarnaast zijn de kleine moestuinen, waarover nagenoeg alle plattelanders beschikken, intensief bebouwd met voedselgewassen, vooral voor eigen consumptie. Het is het enige stuk land en arbeid waarin men echt vrijheid ervaart. Een deel van het (kleinschalige) aanbod op de markt komt van deze moestuinen. Op de markt ligt het overschot van deze productie.
De erfenis van de Sovjet-Unie, en de politieke economie
Belangrijker: de erfenis van de Sovjet-Unie en de politieke economie maken het de Tadzjiekse boeren nog altijd moeilijk om succesvol voedselgewassen te verbouwen. Katoen lijkt dan ineens weer een realistische optie, ook al ontvangt men geen eerlijke prijs.
Nagenoeg alle boeren willen wel diversifiëren, maar zijn beperkt in hun middelen. De markt van zaden en andere benodigdheden fungeert gebrekkig en sommige boeren missen de kennis om succesvol op grotere schaal verschillende gewassen te verbouwen. Ook mechanisatie is een probleem: combines en tractoren zijn voor veel boeren te duur. Huur is dan de enige oplossing, maar vaker maakt men gebruik van sterk verouderde machines, die nog uit de Sovjettijd stammen.
Dat laatste raakt aan een ander belangrijk punt: de infrastructuur op het platteland is sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie enorm verslechterd. Wegen zijn niet goed onderhouden. Boeren beschikken niet over tractoren, vrachtwagens of geschikte auto’s om hun oogst naar de markt te brengen, wat in hoogzomer (met temperaturen over de 40oC) betekent dat gewassen snel vergaan en niet meer te verkopen zijn. Op sommige plekken wordt de markt gedomineerd door enkele grote spelers en vaak ontberen de boeren de kennis en inzichten in marktontwikkelingen. Zij kunnen hierdoor onvoldoende profijt trekken uit de handel.
Structurele verandering? Volledige eigendomsrechten
Het is cruciaal om te erkennen dat eigendomsrechten niet volledig zijn wanneer een boer niet het recht heeft zelf over zijn productie te beslissen. Boeren moeten de vrijheid krijgen om te produceren, hun productie te vermarkten, en eventueel hun productie (zelf) te verwerken. Bovenal moeten zij een eerlijke prijs krijgen voor hun productie, of dit nu katoen of een voedselgewas betreft. Alleen dan, en wanneer ‘the freedom to farm’ bewerkstelligd wordt en de infrastructuur op het platteland verbetert, kan de voedselzekerheid in Tadzjikistan toenemen en kan de landbouw een fatsoenlijk inkomen opleveren voor de mensen op het platteland.