Eerder speelde Kavus een hoofdrol in de serie Hoogvliegers (2020). Ze speelt in theatervoorstellingen als De Uren bij International Theater Amsterdam (ITA) en is ook te zien in onder meer de eerste Nederlandse Netflix-film Forever Rich, de NPO-webserie ‘En nu ben ik verliefd‘ en de televisiefilm Het meisje dat vervloekt was, een verhaal dat ze zelf initieerde en waarin ze ook de hoofdrol speelde. In 2017 studeerde ze af aan de Amsterdamse Academie voor Theater en Dans.
Je succes lijkt uit het niets te zijn ontstaan. Je speelde ineens in Mocro Maffia, vertolkte de hoofdrol in de spin-off-film Meltem en sleept een Gouden Kalf in de wacht. Wat ging daaraan vooraf?
“Ik ben niet opgegroeid met theaterbezoeken of met de gewoonte om over mijn gevoelens te praten, iets wat in het acteervak heel belangrijk is. Maar mijn interesse voor acteren werd gewekt op mijn dertiende, toen ik de musical van mijn lievelingsfilm The Lion King zag. Ik dacht: ‘O mijn god, ik wil dit óók!’ Maar mijn moeder nam mijn droom niet serieus en mijn vader wilde er al helemaal niets over horen. Dus zocht ik urenlang online naar cursussen op ons computerkamertje. Vond ik eindelijk iets, kostte het vierhonderd euro! Mijn moeder zei dat ik het bedrag zelf maar moest fiksen.
Er volgden een heleboel heitjes voor karweitjes en voor mijn verjaardag vroeg ik iedereen om geld. Daarmee werd ik lid van een jeugdtheatergroep: een gemixte groep jongeren waarin ik me heel erg thuis voelde. Na de middelbare school wilde ik direct naar de toneelschool, maar ik werd eerst niet aangenomen. Na een vooropleiding theater en een jaar lang overal spelen gingen de deuren tóch open en kreeg ik verschillende rollen die tot dit punt hebben geleid.
Het is een lange weg geweest en nu heb ik een Gouden Kalf. De reacties van mijn ouders daarop raakten mij enorm. Mijn moeder en tante sprongen van blijdschap rond voor de televisie. Mijn vader stond in zijn dönerzaak samen met zijn collega te kijken naar de prijsuitreiking en zei in het Turks: ‘Als ik me niet zou schamen voor tranen, had ik gehuild.’” Met waterige ogen: “Dat was voor mij de bevestiging waar ik mijn hele leven al naar op zoek was.”
“Griekse tragedies speelde ik met gemak, want grote thema’s als eer en trots zijn bekend voor mij
“Die periode was zwaar, ik heb me heel alleen gevoeld. Ik belandde als mbo’er uit een Turks gezin in een witte hbo-klas – en het strakke schoolsysteem voelde als een hel. Ineens moest ik van mijn uitlaatklep, waar ik vooral lol aan beleefde, iets serieus maken. Alsof die overgang niet al intens genoeg was, overleed ook mijn oma, mijn tweede moeder. De zin van het spelen verdween, ik voelde geen connectie meer met het acteren en ging me puberaal gedragen. De schoolleiding zei steeds dat ik me moest aanpassen en ik kreeg zelfs een waarschuwing. Ook maakte mijn spraakdocent een goedbedoelde opmerking over mijn ‘lichte accent’. Dat zorgde ervoor dat ik het Turkse deel in mezelf wegduwde. Het heeft lang geduurd, maar nu omarm ik mijn Turks-Nederlandse identiteit juist.”
Hoe lukte het je om je met je Turkse wortels te verzoenen?
“Al die kritische opmerkingen in het verleden, over bijvoorbeeld mijn accent, zorgden ervoor dat ik heel hard mijn best ging doen. Langzamerhand presteerde ik beter en werd ik ook opener over mijn gevoelens. Op een gegeven moment toonde een docent toevallig scènes uit een Turkse film. Toen werd ik heel emotioneel en zelfs trots. Ik besefte dat die filmscènes ook een deel van mij waren. Diezelfde docent nam me apart en legde uit dat ik juist dankzij mijn Turkse achtergrond veel te bieden heb. Shit, dacht ik, hij heeft gelijk! Zo snapte ik ineens waarom het spelen van Griekse tragedies mij makkelijk afging: grote thema’s als eer en trots waren bekende materie voor mij, ik voelde me daarin thuis. Op de toneelschool ben ik als mens gegroeid – en, niet te vergeten, daar heb ik leren spelen.”
“Dat een ondergeschikte positie voor een vrouw in de Turkse cultuur vaak normaal is, heb ik altijd lastig gevonden
“Ik wil niet te veel over mijn jeugd in details treden, maar ik heb veel onmacht en onkunde om te communiceren gezien. Dat heeft me heel boos gemaakt. Dat een ondergeschikte positie in de Turkse cultuur voor een vrouw vaak normaal is, heb ik altijd lastig gevonden.” Ze pauzeert en zoekt naar woorden. “Ik denk dat ik daardoor al op jonge leeftijd besloot dat ik recht heb op alles wat een man ook heeft. En ik trek me onderdrukking van mensen erg aan – ik begrijp heel goed hoe belangrijk het is om gezien te worden om wie je bent.
In Iran is momenteel een historische vrijheidsstrijd van vrouwen gaande en tegelijkertijd worden Koerden daar onderdrukt. Ik ben zelf niet Koerdisch, maar wilde daar wel aandacht aan geven. Mijn speech droeg ik daarom mede op aan Jina, de oorspronkelijke naam van de Koerdische Mahsa Amini [jonge vrouw die overleed na mishandeling door de Iraanse politie, red.], die in Iran niet zo genoemd wordt omdat Koerdische namen daar verboden zijn.”
Welke rol speelt feminisme in jouw leven en werk?
“Ik heb er niet bewust voor gekozen om feminist te zijn. Mijn afkomst en opvoeding hebben natuurlijk wel invloed gehad. En mijn eerste relatie was toxisch. Ik was jong, naïef, kwetsbaar en hoopvol in de liefde. Maar ik werd zeer slecht behandeld en ontwikkelde daardoor een negatief zelfbeeld. Na die relatie vond ik het lange tijd moeilijk om me staande te houden rondom mannen. Ik ging me mannelijk gedragen om te laten zien: niet met mij fokken! Het kwam zelfs tot een punt waarop ik mannen haatte. Die ervaring was de motivatie voor mijn allereerste theaterstuk I used to be Snow White, waarin ik laat zien hoe het voelt om te moeten voldoen aan het patriarchale ideaalbeeld van een vrouw. De voorstelling werd een soort therapie, een uitlaatklep voor al mijn zware gedachten en opgekropte emoties.
Alle voorstellingen die ik daarna heb gemaakt gaan over de positie van de vrouw. En bij alle films of series waarin ik speel, breng ik mijn kritische blik over vrouwelijke personages in. Vrouwenrollen worden meestal door mannen geschreven. Ik zeg niet dat de mannelijke blik nooit klopt, maar er valt nog veel te leren van vrouwelijke schrijvers en regisseurs. Neem seksscènes. Die kunnen – als ze ondoordacht zijn – traumatisch zijn voor een actrice. Ik heb niks tegen seksscènes zelf, maar ik vind het moeilijk dat vaak alleen de vrouw naakt is en dat ze eenzijdig wordt neergezet: óf als naïef en onderdanig, óf als een wilde seksmachine. Jonge actrices trekken hun mond vaak niet open omdat ze bang zijn de rol kwijt te raken of als ‘zeikwijf’ bestempeld te worden.”
“Tijdens een van mijn eerste camera-ervaringen werd ik buiten het script om ineens gevraagd een kusscène te doen. Het overviel me, maar ik stemde ermee in omdat ik dacht dat ik geen keuze had. De volgende dag zat ik er wel mee. Laatst kaartte ik daarom aan dat een bepaalde intieme scène volgens mij onlogisch in elkaar zat. Het gesprek daarover resulteerde in een supermooie scène, waarin de spanning tussen twee personages heel voelbaar is zónder dat ze zoenen. Zulke resultaten maken dat ik het belangrijk vind om me hier als actrice over uit te spreken. Ik ben dan ook heel blij dat ACT [belangenorganisatie voor acteurs, red.] me laatst heeft uitgenodigd om mee te denken over de kwaliteit van vrouwenrollen in de filmwereld. Ook ben ik gevraagd ambassadeur te worden van Point of VieW [platform dat de positie van de vrouw in de kunst- en cultuursector wil versterken, red.]. Maar ik denk dat we de filmwereld pas echt kunnen veranderen als we een radicale keuze maken: vrouwenrollen moeten geschreven worden door vrouwen.”
“Een omroep vroeg: we hebben een clubje witte acteurs, daar moet kleur in. Kan Sinem dat doen?
“Mijn nekharen gaan overeind staan als ik een script krijg over een Turkse vrouw met een strenge broer. Die vrouwen bestaan, maar er zijn zoveel andere verhalen te vertellen. Toen ik werd gevraagd voor Meltem in Mocro Maffia bekeek ik het script eerst ook kritisch. Als acteur moet je je bewust zijn van waar je ‘ja’ tegen zegt. Als regisseurs bijvoorbeeld een straatjongen zoeken, vragen ze vaker acteurs van kleur. Het is ook aan ons om dan te weigeren.
Laatst belde mijn agent namens een omroep op met de zeer onpersoonlijke vraag: ‘We hebben nu een clubje witte acteurs, daar moet wat kleur in. Kan Sinem dat doen?’ Ik dacht toen echt: ‘What the hell?! Dit ga ik niet doen.’ Zoiets maakt me boos, het impliceert dat je als acteur van kleur dankbaar moet zijn voor de ‘kans’ die witte mensen je geven. Het huidige diversiteitsbeleid van bijvoorbeeld fondsen geeft me een dubbel gevoel. Ik moet me nu afvragen waarom mensen met mij willen werken: om mijn kwaliteiten, of omdat ze subsidies willen? En hoe duurzaam is het? Worden deze acteurs nogmaals gevraagd als diversiteit geen hot topic meer is?”
“Meltem is een slimme en zelfverzekerde vrouw die in de gevaarlijke onderwereld terechtkomt. Zij is niet bang, kan supergoed manipuleren, glashard liegen en staat sterk in een wereld vol mannen. Ze kijkt een beetje neer op dat oldskool geweld en de drugs van die kerels; zelf fraudeert ze via computers. Wéken na de filmopnames kon ik haar zelfverzekerdheid nog in mezelf voelen. Ik vind het geweldig als ik me kan optrekken aan een bad ass vrouwelijk personage.
Het leukste was om te onderzoeken hoe ik Meltem overtuigend kon maken zonder clichématige seksuele verleidingstactieken te gebruiken. Dat lukte me door haar kwetsbaar te maken. Op die manier brengt ze bijvoorbeeld haar neef Ümit, die haar onder schot houdt, tot bedaren. Ze is ook onbuigzaam en kwetsbaar in de grimmige eindscène van Mocro Maffia Meltem, waarin ze geconfronteerd wordt met haar levensgevaarlijke oom. Ook vind ik het mooi dat Meltem haar gokverslaafde vader redt.” Lachend: “Zo zie je maar dat mannen alleen maar problemen geven! Grapje. Maar Meltem zorgt voor haar vader in plaats van andersom: dat weerspreekt het clichébeeld van de ‘typische strenge vader’. Het is trouwens ook iets heel Turks, die onbegrensde loyaliteit. Je bent er gewoon voor je familie, alles gaat daarvoor aan de kant. Dat is herkenbaar voor Turkse kijkers.”
“Ik vraag me altijd af wat de Turkse gemeenschap zal denken over mijn acteerwerk
“Ik ben gaan acteren omdat ik ultieme vrijheid voel als er ‘actie!’ wordt geroepen. Niet om de wereld te veranderen. En toch vraag ik me altijd af wat de Turkse gemeenschap zal denken over mijn acteerwerk. Ik heb best veel haat gekregen uit die hoek toen Mocro Maffia Meltem net uit was. Het waren vooral Turkse mannen die mij een hoer of een slet noemden. Ook kreeg ik de vraag of ik met mijn rol wel het goede voorbeeld geef. Dat snap ik, maar ook weer niet. Ik ben een verhalenverteller, en mensen als het personage Meltem bestaan. Die snuiven en schieten anderen neer, dus dat laat ik zien.
Toch blijft het lastig me voor zulke reacties af te sluiten. En hoe vrij ik ook ben, een echte seksscène zal ik bijvoorbeeld niet spelen. Ik zal die altijd vanuit de ogen van mijn vader bekijken en me realiseren dat hij de film misschien ook gaat zien. Tegelijkertijd besef ik dat het niet uitmaakt wat ik doe – mensen zullen altijd kritiek op me hebben.”
Hoe zien de komende jaren er voor jou uit? Heeft het Gouden Kalf je veel nieuwe rollen opgeleverd?
“Ik voel me geen ster, ik moet wennen aan bekendheid en voel me nog ongemakkelijk als mensen met me op de foto willen. Ik heb wel een hoofdrol aangeboden gekregen voor een nieuw project. Dat past bij mijn toekomstplannen: ik wil geen bijrollen meer, ik wil hoofdrollen spelen, het liefst in speelfilms. Maar in Nederland zijn er niet heel veel filmproducties. Daarom wil ik proberen om het internationaal te maken. Dan kan ik in elk geval tegen mezelf zeggen: dat heb ik geprobeerd.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand