Opinie

Waarom Nederland meer dan ooit verdeeld is over zwarte piet

Het debat over de controversiële verschijning van zwarte piet is een symptoom van diepere verdeeldheid in de Nederlandse samenleving.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Na jaren van verhit debat kondigde ook de publieke omroep NTR onlangs aan dat zwarte piet vanaf dit jaar als roetpiet in beeld zal verschijnen. Op die manier wordt duidelijk gemaakt dat Piet gedeeltelijk zwart is omdat hij door de schoorsteen is gekomen. Helaas is deze aankondiging een dag later weer teruggeschroefd. Al lijkt het wel dat de oorspronkelijke aankondiging aantoont dat ook de publieke omroep schoorvoetend de transitie naar een roetpiet omarmt.

Al blijft het schoorvoetend, de langzame transitie weerspiegelt een groeiende bereidheid van een grote Nederlandse publieke instelling om te reageren op uitgebreide kritiek uit binnen- en buitenland. Maar het jaarlijkse debat is hiermee nog lang niet afgelopen.

De discussie is de laatste jaren namelijk enorm gepolariseerd. Dit doet vragen rijzen over de manier waarop ‘nationaal’ cultuurbeleid rekening moet houden met diversiteit in een kosmopolitisch land. Cultuurbeleid betekent in deze context méér dan alleen de bevoegdheden van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of steden en gemeenten. Het behelst ook hoe de samenleving richting geeft aan en debatteert over de organisatie en inhoud van culturele activiteiten — inclusief de lokaal georganiseerde Sinterklaasintochten door het land.

Rutte verdeelt Nederlandse inwoners in twee uitersten: 'wij', die in 'ons land' wonen, en 'zij', die uitdagen wat 'normaal' is in 'ons land'.

'Zij' en ‘wij’

Vorig jaar publiceerde premier Mark Rutte een openbare brief in verschillende dagbladen in heel Nederland. Eén paragraaf is vooral belangrijk met betrekking tot zwarte piet:

We voelen een groeiend ongemak wanneer mensen onze vrijheid misbruiken om hier de boel te verstieren, terwijl ze juist naar ons land zijn gekomen voor die vrijheid. Mensen die zich niet willen aanpassen, afgeven op onze gewoontes en onze waarden afwijzen. Die homo’s lastigvallen, vrouwen in korte rokjes uitjouwen of gewone Nederlanders uitmaken voor racisten. Ik begrijp heel goed dat mensen denken: als je ons land zo fundamenteel afwijst, heb ik liever dat je weggaat. Dat gevoel heb ik namelijk ook. Doe normaal of ga weg.

Rutte verdeelt Nederlandse burgers en inwoners hier in twee uitersten: ‘wij’, die in ‘ons land’ wonen, en ‘zij’, die uitdagen wat ‘normaal’ is in ‘ons land’.

Hoewel de eenvoud van deze tegenstelling aantrekkelijk kan zijn voor reactionaire nationalisten, voedt dit enkel spanningen. Ten eerste levert hij geen bewijs voor deze polarisatie, maar maakt hij enkel een bewering zonder bewijs. Ten tweede herleidt hij verschillende soorten meningsverschillen tot ‘wij’ versus ‘zij’. Hierbij gaat hij voorbij aan de gelaagde en meervoudige identiteiten op basis van religie, klasse, etniciteit en verbondenheid die bestaan in een diverse samenleving zoals die van Nederland.

Het debat over zwarte piet gaat over meer dan de verschijning van de omstreden figuur. Het debat gaat in essentie om wat het betekent om Nederlander te zijn. Maar het roept ook vragen op over wie er kritiek mag leveren op Nederlands heilige huisjes.

Deze onderliggende strijd ondermijnt het recht van Nederlanders met een migratieachtergrond om kritiek te leveren op zwarte piet.

Deze onderliggende strijd ondermijnt het recht van Nederlanders met een migratieachtergrond om kritiek te leveren op zwarte piet: mensen die zwarte piet bekritiseren, zijn simpelweg niet Nederlands genoeg om kritiek te mogen uiten. Want indien ze wél Nederlands genoeg waren, zouden ze geen kritiek leveren.

Tien jaar geleden probeerden kunstenaars Annette Krauss en Petra Bauer het beeld van zwarte piet aan de kaak te stellen met hun tentoonstelling Read the Masks: Tradition is not Given, als onderdeel van Be[com]ing Dutch in het Van Abbemuseum in Eindhoven. Deze tentoonstelling werd vanwege luid protest afgelast voor ze opende. De ‘buitenlandse’ identiteit van de kunstenaars (Krauss is Duits en Bauer Zweedse) maakte hun vragen onaanvaardbaar voor veel Nederlanders. Zij hadden zich immers niet te bemoeien met een Nederlandse traditie.

Maar wat is nu de kern van het probleem? Waarom is er zoveel onenigheid over of zwarte piet nu een onschuldige traditie of een racistisch gebruik is? En waarom zijn de jaarlijkse debatten nog niet afgelopen, zelfs nadat ook de publieke omroep meegaat met de transitie van zwarte piet tot roetpiet?

Worstelen met diversiteit

De polarisatie rond de verschijning van zwarte piet loopt parallel aan de polarisatie tussen zij die diversiteit accepteren en zij die het afwijzen.

De basis van de nationale identiteit ligt in het 19de eeuwse ideaal van territoriale soevereiniteit en eenheid door taal en cultuur. Of die eenheid en homogeniteit ooit hebben bestaan is nog maar de vraag, maar vandaag bestaat ze in de meeste landen in ieder geval niet.

In de tweede helft van de 20ste eeuw werd diversiteit in landen als Nederland meer zichtbaar door postkoloniale migratie en arbeidsmigratie. In die context ontstond er een schijn van consensus dat diversiteit een inherent positief aspect is dat samenlevingen verrijkt, en daarom moet worden omarmd. De verkiezingssuccessen van reactionaire politieke bewegingen die dit idee bestrijden, zoals de uitkomst van het Brexit-referendum in het Verenigd Koninkrijk en de verkiezing van Donald Trump in de Verenigde Staten, tonen echter de kwetsbaarheid van deze schijnbare consensus.

De spanningen rond zwarte piet brengen de paradox van diversiteit aan het licht: we leven immers in een ‘world of strangers’.

De spanningen rond zwarte piet brengen de paradox van diversiteit aan het licht: we leven immers in een ‘world of strangers’ (om de term van Kwame Anthony Appiah te gebruiken). Deze paradox houdt in dat de meningen van ‘strangers’ of ‘vreemden’ slechts legitimiteit verkrijgen wanneer ze ophouden vreemden te zijn. Zodra vreemden ‘goed geïntegreerd’ zijn (zoals Mark Rutte het graag zou willen), vormen ze geen probleem meer omdat ‘zij’ begrijpen waar ‘onze’ samenleving voor staat. Daarom zullen ze niet langer de noodzaak zien om ‘onze’ cultuur – inclusief zwarte piet – te bekritiseren.

Deze zienswijze is niet uniek voor Nederland. Theresa May gebruikte in 2016, kort na het Brexit-referendum, een soortgelijk argument:”If you believe you are a citizen of the world, you are a citizen of nowhere. You don’t understand what citizenship means.” (“Als je gelooft dat je een wereldburger bent, ben je een inwoner van nergens. Dan begrijp je niet wat burgerschap betekent.”)

De wereld is, zoals Ulrich Beck aantoont, kosmopolitisch geworden.

Wat May en Rutte ook mogen beweren, de meeste landen ter wereld zijn de afgelopen decennia aanzienlijk veranderd. De wereld is, zoals Ulrich Beck aantoont, kosmopolitisch geworden. Hiermee bedoelt hij dat globalisering niet enkel op grote schaal (tussen landen) heeft voltrokken, maar ook op kleine schaal (binnen landen). Dit heeft spanningen gecreëerd rond de vraag hoe we diversiteit een plaats kunnen geven in de natiestaat – die bouwt op een ideaal van eenheid in taal, cultuur, en vaak ook religie.
Cultuurbeleid heeft lang als rol gehad om een nationale identiteit te creëren en versterken, door eenheid van taal en cultuur te bevorderen. Cultuurbeleid is succesvol geweest in het vestigen en versterken van natiestaten. Daarbij is deze beleidstak er vaak in geslaagd groepen van zeer verschillende mensen met vaak tegenstrijdige geschiedenissen te verbinden. Maar door de focus op het creëren van een nationale eenheid middels uniformiteit, heeft cultuurbeleid te weinig rekening gehouden met diversiteit en onenigheid.

Het is daarom hoog tijd om afstand te nemen van (methodologisch) nationalistisch cultuurbeleid, dat gebaseerd is op de natiestaat als het vanzelfsprekende niveau van sociale en politieke organisatie. Dit zou plaats moeten maken voor een (methodologisch) kosmopolitisch cultuurbeleid, dat ‘vreemden’ respecteert in de verschillende normen en waarden die ze aanhangen, met als doel om een samenleving te creëren waarin ieders stem telt.

Of een verschuiving naar een kosmopolitisch cultuurbeleid een einde zal maken aan de jaarlijkse hoogoplopende debatten over zwarte piet valt nog af te wachten. Maar zonder significante veranderingen in de manier waarop het cultuurbeleid vormgeeft aan identiteit, is het onwaarschijnlijk dat dergelijke spanningen in Nederland (alsook elders) zullen afnemen.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in het Engels op Pursuit, en bouwt voort op het wetenschappelijke artikel Ordinary Culture in a World of Strangers: Toward Cosmopolitan Cultural Policy, gepubliceerd in het International Journal of Cultural Policy.

Sinterklaas, Sinterklaas en natuurlijk Zwarte Niet

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons