Al blijft het schoorvoetend, de langzame transitie weerspiegelt een groeiende bereidheid van een grote Nederlandse publieke instelling om te reageren op uitgebreide kritiek uit binnen- en buitenland. Maar het jaarlijkse debat is hiermee nog lang niet afgelopen.
De discussie is de laatste jaren namelijk enorm gepolariseerd. Dit doet vragen rijzen over de manier waarop ‘nationaal’ cultuurbeleid rekening moet houden met diversiteit in een kosmopolitisch land. Cultuurbeleid betekent in deze context méér dan alleen de bevoegdheden van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of steden en gemeenten. Het behelst ook hoe de samenleving richting geeft aan en debatteert over de organisatie en inhoud van culturele activiteiten — inclusief de lokaal georganiseerde Sinterklaasintochten door het land.
“Rutte verdeelt Nederlandse inwoners in twee uitersten: 'wij', die in 'ons land' wonen, en 'zij', die uitdagen wat 'normaal' is in 'ons land'.
'Zij' en ‘wij’
We voelen een groeiend ongemak wanneer mensen onze vrijheid misbruiken om hier de boel te verstieren, terwijl ze juist naar ons land zijn gekomen voor die vrijheid. Mensen die zich niet willen aanpassen, afgeven op onze gewoontes en onze waarden afwijzen. Die homo’s lastigvallen, vrouwen in korte rokjes uitjouwen of gewone Nederlanders uitmaken voor racisten. Ik begrijp heel goed dat mensen denken: als je ons land zo fundamenteel afwijst, heb ik liever dat je weggaat. Dat gevoel heb ik namelijk ook. Doe normaal of ga weg.
Rutte verdeelt Nederlandse burgers en inwoners hier in twee uitersten: ‘wij’, die in ‘ons land’ wonen, en ‘zij’, die uitdagen wat ‘normaal’ is in ‘ons land’.
Hoewel de eenvoud van deze tegenstelling aantrekkelijk kan zijn voor reactionaire nationalisten, voedt dit enkel spanningen. Ten eerste levert hij geen bewijs voor deze polarisatie, maar maakt hij enkel een bewering zonder bewijs. Ten tweede herleidt hij verschillende soorten meningsverschillen tot ‘wij’ versus ‘zij’. Hierbij gaat hij voorbij aan de gelaagde en meervoudige identiteiten op basis van religie, klasse, etniciteit en verbondenheid die bestaan in een diverse samenleving zoals die van Nederland.
Het debat over zwarte piet gaat over meer dan de verschijning van de omstreden figuur. Het debat gaat in essentie om wat het betekent om Nederlander te zijn. Maar het roept ook vragen op over wie er kritiek mag leveren op Nederlands heilige huisjes.
“Deze onderliggende strijd ondermijnt het recht van Nederlanders met een migratieachtergrond om kritiek te leveren op zwarte piet.
Tien jaar geleden probeerden kunstenaars Annette Krauss en Petra Bauer het beeld van zwarte piet aan de kaak te stellen met hun tentoonstelling Read the Masks: Tradition is not Given, als onderdeel van Be[com]ing Dutch in het Van Abbemuseum in Eindhoven. Deze tentoonstelling werd vanwege luid protest afgelast voor ze opende. De ‘buitenlandse’ identiteit van de kunstenaars (Krauss is Duits en Bauer Zweedse) maakte hun vragen onaanvaardbaar voor veel Nederlanders. Zij hadden zich immers niet te bemoeien met een Nederlandse traditie.
Maar wat is nu de kern van het probleem? Waarom is er zoveel onenigheid over of zwarte piet nu een onschuldige traditie of een racistisch gebruik is? En waarom zijn de jaarlijkse debatten nog niet afgelopen, zelfs nadat ook de publieke omroep meegaat met de transitie van zwarte piet tot roetpiet?
Worstelen met diversiteit
De basis van de nationale identiteit ligt in het 19de eeuwse ideaal van territoriale soevereiniteit en eenheid door taal en cultuur. Of die eenheid en homogeniteit ooit hebben bestaan is nog maar de vraag, maar vandaag bestaat ze in de meeste landen in ieder geval niet.
In de tweede helft van de 20ste eeuw werd diversiteit in landen als Nederland meer zichtbaar door postkoloniale migratie en arbeidsmigratie. In die context ontstond er een schijn van consensus dat diversiteit een inherent positief aspect is dat samenlevingen verrijkt, en daarom moet worden omarmd. De verkiezingssuccessen van reactionaire politieke bewegingen die dit idee bestrijden, zoals de uitkomst van het Brexit-referendum in het Verenigd Koninkrijk en de verkiezing van Donald Trump in de Verenigde Staten, tonen echter de kwetsbaarheid van deze schijnbare consensus.
“De spanningen rond zwarte piet brengen de paradox van diversiteit aan het licht: we leven immers in een ‘world of strangers’.
Deze zienswijze is niet uniek voor Nederland. Theresa May gebruikte in 2016, kort na het Brexit-referendum, een soortgelijk argument:”If you believe you are a citizen of the world, you are a citizen of nowhere. You don’t understand what citizenship means.” (“Als je gelooft dat je een wereldburger bent, ben je een inwoner van nergens. Dan begrijp je niet wat burgerschap betekent.”)
“De wereld is, zoals Ulrich Beck aantoont, kosmopolitisch geworden.
Het is daarom hoog tijd om afstand te nemen van (methodologisch) nationalistisch cultuurbeleid, dat gebaseerd is op de natiestaat als het vanzelfsprekende niveau van sociale en politieke organisatie. Dit zou plaats moeten maken voor een (methodologisch) kosmopolitisch cultuurbeleid, dat ‘vreemden’ respecteert in de verschillende normen en waarden die ze aanhangen, met als doel om een samenleving te creëren waarin ieders stem telt.
Of een verschuiving naar een kosmopolitisch cultuurbeleid een einde zal maken aan de jaarlijkse hoogoplopende debatten over zwarte piet valt nog af te wachten. Maar zonder significante veranderingen in de manier waarop het cultuurbeleid vormgeeft aan identiteit, is het onwaarschijnlijk dat dergelijke spanningen in Nederland (alsook elders) zullen afnemen.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand