“Veel mensen gaan stiekem ’s avonds naar een openbare watertap. Soms liet ik ze hun jerrycan bij mij vullen en dan bracht ik het in mijn auto naar ze toe, met een zeiltje eroverheen. De schaamte is zo groot; mensen willen niet dat iemand weet dat er thuis geen drinkwater uit de kraan komt.” Henny van der Most (66) is hulpverlener bij een Haagse koepelorganisatie voor armoedebestrijding. Ze kent tientallen verhalen van Nederlandse gezinnen bij wie dagen-, weken-, of maandenlang thuis geen drinkwater uit de kraan kwam. De reden? Ze hadden te lang hun drinkwaterrekening niet betaald; volgens de Nederlandse wet mag een drinkwaterbedrijf dan de toevoer tot je huis afsluiten.
“
We konden het toilet niet eens doorspoelen
De 33-jarige Lisa uit de Haagse Moerwijk is een van de mensen die door Van der Most zijn bijgestaan. In 2014 moest zij zich vijf maanden zonder water zien te redden. Ze leefde in die periode van een bijstandsuitkering. Haar dochter, destijds vier, heeft het nog steeds wel eens over die periode, vertelt ze via de telefoon. “Mama, weet je nog dat er geen water uit de kraan kwam, zegt ze dan.” Nadat haar ex haar had verlaten, was Lisa achtergebleven met schulden en twee kinderen: een dochter van vier en een pasgeboren baby. “Ik was het overzicht helemaal kwijt, ik durfde mijn post niet meer te openen. Ik had één brief gezien met een waarschuwing van het drinkwaterbedrijf. Toen ik belde en om een uitzondering vroeg, gaven ze die niet. Op een dag kwam ik thuis en waren mijn gas, licht én water afgesloten.” Omwille van haar eigen privacy en die van haar kinderen wil Lisa onder een gefingeerde naam in dit artikel.
“
Mijn dochter durfde geen vriendinnetjes uit te nodigen
“We konden niet eens het toilet doorspoelen. Mijn dochter durfde geen vriendinnetjes uit te nodigen. Ze huilde veel. Gelukkig had ik mijn moeder: we konden bij haar douchen, wassen, zelfs slapen. Maar ja, dan zaten we met zijn drieën in haar krappe woning.” Behalve haar moeder wist één buurvrouw van de situatie, omdat Lisa wel eens een paar flessen water bij haar vulde. “Verder wilde ik het aan niemand vertellen. Ik was zelfs bang dat iemand de Kinderbescherming zou bellen.” Ze kreeg een voorschot van haar moeder en schuldhulp van Van der Most, zodat ze uiteindelijk de rekeningen weer kon betalen.
Mede vanwege dit soort schrijnende verhalen namen stichting Defense for Children en het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM) in 2020 een opmerkelijke stap: zij spanden een rechtszaak aan tegen de Nederlandse staat en twee waterbedrijven: Dunea en Puur Water & Natuur (PWN). Die bedrijven sloten volgens de aanklagers bovenmatig veel mensen van het drinkwater af. De eis: het huidige beleid is een schending van internationale mensen- en kinderrechtenstandaarden en moet daarom op de schop. Drinkwaterafsluitingen van gezinnen met kinderen zouden niet meer toegepast mogen worden.
“
De rechter oordeelde dat het recht op water 'geen absoluut recht' is
De rechter
kwam vorige week echter tot het oordeel dat het recht op water ‘niet absoluut is’. Met andere woorden: hoewel water een mensenrecht is volgens het Kinderrechtenverdrag en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, is het niet onrechtmatig om gezinnen met kinderen af te sluiten. Als dat maar gebeurt volgens de Afsluitregeling, die verbiedt om bij kwetsbare mensen de leiding dicht te draaien als die daardoor ernstige gezondheidsrisico’s lopen. Maar volgens de rechter zijn kinderen niet per definitie kwetsbaar.
Een relatief jong recht
Volgens onderzoek van EenVandaag sloten Nederlandse drinkwaterbedrijven in 2016 7500 keer bij huishoudens het drinkwater af – sindsdien is er geen onderzoek naar gedaan. Er zijn bovendien geen precieze cijfers over het type huishoudens dat wordt afgesloten, noch naar hoelang mensen afgesloten blijven. Tijdens de coronapandemie beloofden drinkwaterbedrijven om niemand af te sluiten – een belofte die zij, voor zover Van der Most ziet, zijn nagekomen. Vaak wordt het water na een dag of twee weer aangesloten, maar niet altijd, weet Van der Most: zij zegt mensen te kennen die jarenlang zonder drinkwater leefden. “Dat waren vaak alleenstaande mensen, zonder kinderen, die héél geïsoleerd leven. Zo schrijnend. Mensen kunnen zich niet wassen, krijgen gezondheidsproblemen. Ik ken ook pubermeisjes die weken of maanden geen drinkwater hadden. Stel je eens voor dat je net ongesteld bent geworden en in een buurthuis moet douchen. Water is een levensbehoefte, een mensenrecht, dat zou nooit afgepakt moeten worden.”
Marleen van Rijswick, hoogleraar Europees en nationaal waterrecht aan de Universiteit Utrecht, onderstreept dat: “Overheden zijn verplicht om op zijn minst te streven naar drinkwatertoegang voor iedereen.” Met andere woorden: drinkwater is geen liefdadigheid, het is een wettelijke plicht. Toch is het een wereldwijd patroon dat gemarginaliseerde groepen het minst zeker zijn van hun toegang tot water, ziet Van Rijswick. Denk aan mensen in afgelegen gebieden, uit lage inkomensgroepen, Roma-gemeenschappen in Europa, oorspronkelijke bewoners van Canada en grotendeels zwarte wijken in de Verenigde Staten. “En zelfs in een land als Nederland kan er natuurlijk altijd een groep buiten de boot vallen. Dát moet het recht op water voorkomen.” Waarom lukt dat nog niet?
“
Wereldwijd zijn gemarginaliseerde groepen het minst zeker van hun toegang tot water
Het recht op water is een relatief ‘jong’ recht: pas sinds 2002 spreken de Verenigde Naties van een universeel recht op toegang tot water. Rond die periode werden drinkwatervoorzieningen in steeds meer landen geprivatiseerd; de roep om sterke wetgeving was een reactie hierop. Op dezelfde manier kwamen EU-burgers in actie toen drinkwatervoorzieningen in veel Zuid-Europese landen werden geprivatiseerd. In 2013 verzamelde de burgercampagne
Right2Water 1,9 miljoen handtekeningen, en met succes: het recht op water werd expliciet opgenomen in de herziene
EU-drinkwaterrichtlijn.
“
Mensenrechten zijn eigenlijk heel moeilijk af te dwingen
Daarnaast delen alle mensenrechten eigenlijk dezelfde zwakte: ze zijn heel moeilijk afdwingbaar. Internationale verdragen zijn in zekere zin vooral afspraken tussen staten, het is aan nationale overheden om diezelfde rechten voor hun burgers te beschermen met wetten en regels. Zo wordt de drinkwatertoegang in Nederland geregeld met de Drinkwaterwet van 2009. Hierin staat onder meer dat drinkwaterbedrijven een zorg- en leveringsplicht hebben binnen hun distributiegebied en dat alle aandelen van de bedrijven in handen zijn van de overheid; zo blijft het een publieke voorziening. Ook worden de drinkwatertarieven en de winst van de bedrijven begrensd en is er een bijbehorend afsluitbeleid dat ervoor moet zorgen dat afsluitingen zo min mogelijk voorkomen. Maar ‘zo min mogelijk’ is niet goed genoeg, zeggen mensenrechtenverdedigers. En als nationale wetgeving tekortschiet, kunnen internationale verdragen toch iets betekenen: je kunt de staat voor de rechter slepen. Zoals Defence For Children en het NJCM dus deden in 2020.
Wie is 'kwetsbaar'?
De rechtszaak tegen de Nederlandse staat had zoals gezegd niet de uitkomst waar mensenrechtenorganisaties op hoopten: drinkwaterbedrijf mogen ook in de toekomst nog tot afsluiting overgaan als mensen hun rekening niet betalen. Ze moesten daarvoor al wel aan een paar voorwaarden voldoen. Het bedrijf moet een schriftelijke waarschuwing geven (hoe ruim van tevoren staat niet in de wet vastgelegd) en persoonlijk contact leggen, zodat een huishouden de kans heeft om schuldhulpverlening in te schakelen en de betalingsachterstand op tijd te verhelpen. “Maar dat is heel simplistisch gedacht”, zegt Eva Huls, advocaat bij Defence for Children. “Het is bekend dat mensen in armoede vaak de overheid wantrouwen, bang zijn om post open te maken, zich schamen om hulp te vragen. En in de huidige schuldenindustrie, waar deurwaarders enorme bedragen innen, loopt een schuld heel snel op van een paar tientjes naar honderden euro’s of meer.” Dat kan de Haagse Lisa beamen: “Iedereen die ik ken die ooit in de schulden zat, weet hoe moeilijk het is om hulp te zoeken. Je bent in paniek en je bent bang om iemand te vertellen hoe slecht het gaat.”
“
Bij ‘kwetsbare consumenten’ mag water niet worden afgesloten, maar hoe toon je aan dat je kwetsbaar bent?
‘Kwetsbare consumenten’ worden wettelijk tegen dit scenario beschermd: hun drinkwater mag niet worden afgesloten. Maar het is nog niet zo makkelijk om als kwetsbaar te worden aangemerkt. Een andere arts dan je eigen huisarts moet daarvoor een verklaring afgeven waarin staat dat het afsluiten van drinkwater ‘ernstige gezondheidsrisico’s’ voor jou zou opleveren, bijvoorbeeld vanwege een aandoening. De mensenrechtenorganisaties hopen daarom via de rechter de politiek te overtuigen kinderen als kwetsbare groep aan te merken. Volgens het internationale Kinderrechtenverdrag moet het belang van kinderen altijd op de eerste plaats staan en mogen zij niet gediscrimineerd worden vanwege de (financiële) status van hun ouders.
“
Na afsluiting krijg je een waterzak van 12 liter. Voor je basisbehoeften heb je er 50 nodig.
In 2018 werd het afsluitbeleid enkel aangescherpt nadat de mensenrechtenorganisaties meermaals hun kritiek op het beleid hadden geuit. Nu mag een huishouden na afsluiting het drinkwaterbedrijf eenmalig om ‘bewaarmiddelen’ vragen: een jerrycan of een waterzak met 12 liter water per persoon. Deze moet je dagelijks zelf bijvullen. “Een verschrikking”, noemt Lisa de regeling – toen zij zonder drinkwater moest leven kreeg ze weliswaar geen jerrycan, maar ze ziet niet in hoe die haar had geholpen. “Veel mensen in de schulden zijn alleenstaande ouders. Hoe gaan zij dagelijks op en neer lopen met jerrycans? Waar laat je de kinderen dan?” Volgens de mensenrechtenorganisaties is 12 liter water bovendien veel te weinig. De Wereldgezondheidsorganisatie stelt dat een persoon 50 tot 100 liter water per dag nodig heeft om aan basisbehoeften te voldoen.
Het Nederlandse systeem steekt kil af tegen dat van andere Europese landen. In veel Europese landen zijn drinkwaterafsluitingen namelijk geheel verboden, of gelden lagere drinkwatertarieven voor minima. In België moet een afsluiting vooraf door een rechter worden getoetst en in Duitsland neemt de gemeente de schuld op zich als iemand de drinkwaterrekening niet betaalt. Waarom Nederland bij het huidige systeem blijft, is de mensenrechtenorganisaties niet duidelijk. In antwoord op Kamervragen over het afsluitbeleid in 2017 zei de toenmalige minister van Infrastructuur en Waterstaat, Melanie Schultz van Haegen (VVD), dat het ‘financieel onhoudbaar’ zou zijn om het systeem om te gooien. Het aantal wanbetalers zou dan stijgen en de drinkwatervoorziening kost nou eenmaal geld. ‘Dat iets een mensenrecht is, betekent nog niet dat het gratis hoeft te zijn’, aldus de minister. Dat klopt, zeggen de eisers, maar zij stellen dat je ook geld kan innen zónder het drinkwater af te sluiten. Voor dit artikel is het ministerie opnieuw om haar standpunt gevraagd, maar daarop volgde geen reactie; waterbedrijven Dunea en PWN wilden niet inhoudelijk op de zaak ingaan.
“
Mijn kinderen zullen nooit vergeten hoe waardevol water is
Volgens schuldhulpverlener Van der Mos gaat het de bedrijven en politiek helemaal niet om het geld. “Het kost veel meer om het drinkwater af te sluiten en deze mensen nog dieper in de ellende te laten zakken, dan om ze te helpen. Ik heb dit vaak aangekaart bij gemeenten en bedrijven, en de reactie komt neer op ‘eigen schuld, dikke bult’. Díe houding is het probleem.” Met Lisa gaat het inmiddels beter; een bewindvoerder houdt haar financiën op orde en binnenkort begint ze aan een kappersopleiding. “Mijn kinderen en ik zullen nooit vergeten hoe waardevol water is. Zonder water moeten leven, dat zou niemand mogen overkomen.”
Een eerdere versie van dit artikel verscheen in de winter van 2021 in OneWorld Magazine.
Romafamilies voor de rechter
In 2020 stapten twee Romafamilies in Slovenië naar de Europese rechter omdat hun gemeenschap geen toegang kreeg tot algemene watervoorzieningen. Beide families woonden in caravans in Goriča Vas, een Romagemeenschap die zich door de jaren heen heeft ontwikkeld van een stuk land met tenten, tot een klein dorp. Er wonen inmiddels zo’n tachtig mensen, maar omdat de gemeenschap nooit de nodige documenten heeft verkregen om toegang te krijgen tot algemene voorzieningen, hebben de bewoners geen toegang tot het drinkwaternetwerk.
De families verloren de zaak. De rechter vond dat de Sloveense overheid voldoende had gedaan om hun oplossingen te bieden, zoals het plaatsen van een watertank. Ook vond het hof dat de families niet genoeg bewijs hadden geleverd om aan te tonen dat zij slachtoffer waren van onmenselijke behandeling of discriminatie. Romarechtenorganisaties en Amnesty International noemden de uitspraak een ‘enorme klap’ voor Romagemeenschappen, die al decennia slachtoffer zijn van uitsluiting en armoede.