Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
Ruim een jaar geleden overleed in een opvanglocatie met extra streng regime de 32-jarige asielzoeker Tahar. Die dag in maart 2018 gaat het mis op de Hoogeveense locatie voor ‘overlastgevende asielzoekers’
1. Een van de bewoners, de Algerijnse Tahar, komt aangeschoten terug van zijn twee dagelijkse verlofuren. Er volgt een valpartij. Problemen met zijn hart, melden bewoners
2. Na de derde val wordt hij naar een ziekenhuis overgebracht. Een dag later overlijdt hij.
Tahar kwam in september 2017 in Nederland. Hij kampt dan al met ernstige psychische problemen. Volgens de rechtbank waren die de oorzaak van zijn agressieve en obstinate gedrag. Hoorde Tahar wel thuis in de extra begeleiding en toezichtlocatie (ebtl)? Volgens zijn advocaat Miriam Woudwijk niet, vertelde zij in een uitzending van
Nieuwsuur over ebtl-locaties. Maar veel andere opties leken er niet te zijn. Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) overwoog eerder om Tahar in het Centrum voor Transculturele Psychiatrie (CTP) Veldzicht te plaatsen
3. Maar dat wilde hij niet.
Incidenten
Voordat hij in Hoogeveen terechtkwam, verbleef Tahar in het azc Nijmegen en op de afdeling intensief begeleidende opvang in azc Schalkhaar. De beslissing om iemand naar een ebtl over te plaatsen ligt bij de locatiemanager van het azc waar de asielzoeker verblijft. Die oordeelt op basis van plaatsgevonden
incidenten, waarbij bijvoorbeeld fysieke agressie of diefstal een rol spelen, wat de meest geschikte oplossing is. ‘Overplaatsing naar de ebtl kan plaatsvinden bij het opstapelen van incidenten of bij één incident met een grote impact’, laat woordvoerder Alet Bouwmeester van het COA via e-mail weten.
Nederland kent twee extra begeleidings- en toezichtlocaties, in Amsterdam en Hogeveen. Dit zijn opvanglocaties met een streng regime waar in totaal maximaal honderd bewoners verblijven (vijftig per locatie). Asielzoekers verblijven hier maximaal drie maanden en hebben een strakke dagindeling. Gedragsverandering staat centraal. De locaties openden in september 2017, in het kader van een tweejarig experiment. Zo kwam het COA tegemoet aan de vragen van burgemeesters rond kwestie van overlastgevende asielzoekers. Volgens de cijfers van het COA verblijven er op dit moment 51 asielzoekers in ebtl-locaties.
Laatste redmiddel
Sandro Kortekaas van de ngo
LGBT Asylum Support heeft de indruk dat er soms te snel wordt overgegaan tot de ebtl-maatregel. “Ik hielp bijvoorbeeld een Irakese homoseksuele man. Het COA was op de hoogte van zijn geaardheid maar hij werd toch met een aantal Arabische mannen op een kamer geplaatst. Dat gaf onrust en overlast. Er is een handgemeen uit voortgekomen, en de man is zelfs het raam uit gesprongen.” Maar er werd niet uitgezocht wat de oorzaak was, aldus Kortekaas. “Dat staat letterlijk zo in zijn dossier.”
Naarmate incidenten zich opstapelen wordt een ebtl als enige oplossing gezien, ziet Kortekaas. “Maar dat de schuld soms niet alleen bij de persoon in kwestie ligt – daar wordt geen rekening mee gehouden. Soms zou een open gesprek met de bewoner en een belangenorganisatie volstaan om uit de patstelling te komen. Maar dit gesprek gaat het COA niet aan. En vaak weet de bewoner niet eens wat er plaatsvindt. Die denkt gewoon naar een ander azc overgeplaatst te worden.” Terwijl in werkelijkheid een extra beveiligde locatie, compleet met camera’s, hoge hekken en (in het geval van de locatie in Amsterdam) zelfs prikkeldraad op hen wacht.
“
Het was een streng regime, alsof we criminelen waren die misdaden hadden begaan
Dat overkwam ook de Iraakse Mohammed (niet zijn echte naam). ‘Het was een streng regime, alsof we criminelen waren die misdaden hadden begaan’, vertelt hij in de
Nieuwsuur-uitzending. ‘Als ik binnenkwam werd ik gefouilleerd, en als ik wegging weer. Dan moest ik mijn handen omhoog doen. Ik vroeg waarom ik tegen de muur moest staan. ‘Dat zijn de regels’, zeiden ze. Ik moest mijn schoenen uittrekken, ze wilden me de hele tijd commanderen.’
Hij verbleef drie maanden in de EBTL in Amsterdam. “Het rare aan het verhaal is dat het eigenlijk niet Mohammed was die de maatregel kreeg opgelegd, maar zijn vriend”, vertelt Kortekaas, die het koppel kent. “Toch werden de twee van elkaar gescheiden en naar verschillende ebtl-locaties gestuurd.” Mohammed en zijn partner hadden als koppel een asielaanvraag ingediend, maar die werd afgewezen omdat de IND hun geaardheid niet geloofde. Ondertussen ontstonden er problemen in de opvang. Kortekaas: “De partner van Mohammed heeft een wat lastig karakter, hij was opvliegerig, kwam op voor zijn partner. Daar is uiteindelijk de ebtl-maatregel uit voortgekomen.”
Onderzoek en onduidelijkheden
Na de dood van Tahar stelt de
Inspectie Justitie en Veiligheid een onderzoek in. ‘De uitvoering van begeleiding en toezicht in het geval van de Algerijnse asielzoeker was zo zorgvuldig mogelijk’, luidde de
conclusie. Tegelijkertijd stelt de Inspectie dat ebtl-locaties over het algemeen onvoldoende zijn uitgerust om de opvang van asielzoekers met complexe problematiek op een veilige manier uit te voeren. De problemen van ebtl-bewoners
blijken namelijk ‘zwaarder dan vooraf algemeen ingeschat. Bij het merendeel van de overlastgevende asielzoekers is er sprake van gedrag dat voortvloeit uit psychische- en/of verslavingsproblematiek.’
Waren de ebtl-locaties dan niet op de hoogte van deze problematiek? Alet Bouwmeester van het COA: ‘Bij een overplaatsing naar een ebtl vindt altijd een overdracht plaats tussen Gezondheidszorg Asielzoekers (GZA) op de locatie waar de asielzoeker verblijft, en de GZA van de ebtl.’ Alle incidenten worden ook bijgehouden, dus het COA zou in principe al goed zicht moeten hebben op de problemen van de bewoners. Maar volgens Bouwmeester kan het zijn dat ‘door de 24-uursbegeleiding in de ebtl en de intensieve contacten met de bewoners in de ebtl bepaalde multi-problematiek naar voren komt.’
Toegang tot geestelijke gezondheidszorg
Volgens staatsecretaris van Justitie en Veiligheid Mark Harbers zouden bewoners met psychische problemen toegang moeten krijgen tot de geestelijke gezondheidszorg. Daar is psychiater Mario Braakman, voorzitter van de afdeling Transculturele Psychiatrie bij de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (
NVVP), het mee eens. Volgens Braakman is onduidelijk hoeveel van de overlastgevende asielzoekers met psychische problemen kampen. Hoe dat kan, terwijl alles wordt bijgehouden in dossiers en er een warme overdracht tussen ebtl en GZA’s plaatsvindt, is niet duidelijk.
“
Staatssecretaris Harbers verzoekt het COA om in gesprek te gaan met ggz-dienstverleners, maar die hebben nog niets gehoord
In zijn reactie op het rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid verzoekt staatssecretaris Harbers het COA om in gesprek te gaan met ggz-dienstverleners, maar de NVVP heeft vooralsnog niets gehoord;
GGZ Nederland evenmin. Die laatste organisatie neemt overigens liever geen standpunt in over overlastgevende asielzoekers, aangezien een beleidsmedewerker die zich specifiek met vluchtelingen bezighoudt, bij hen ontbreekt.
Of het experiment met de ebtl-locaties zal worden voortgezet na de looptijd van twee jaar, beslist het ministerie van Justitie en Veiligheid dit najaar.