Het plan voor een proef met preventief fouilleren in Amsterdam is voorlopig niet van de baan. Dat bleek gisteren bij de gemeenteraadsvergadering. In januari 2021 wordt opnieuw een voorstel voor een proef met ‘gerichte wapencontroles’ aan de gemeenteraad voorgelegd.
De coronacrisis lijkt een belangrijke reden voor het uitstel: agenten zouden immers zoveel mogelijk afstand moeten houden van de mensen die zij fouilleren. Ook de vrees voor etnisch profileren speelt mee. Eerder dit jaar trok burgemeester Halsema het plan voor preventief fouilleren in vanwege veel kritiek binnen de gemeenteraad. In het nieuwe voorstel wordt de kritiek van die leden meegenomen.
Volgens Halsema zal het nieuwe voorstel heel anders zijn dan eerdere acties, waarbij Amsterdam op grote schaal agenten preventief liet fouilleren. Nu zouden de acties kort duren en in kleine gebieden worden uitgevoerd, uitgekozen op basis van politierapporten. De raad leek enthousiaster over het plan dan voorheen, al blijft DENK-fractievoorzitter Mourad Taimounti uitgesproken tegen.
Dit artikel verscheen eerder op OneWorld.nl op 23 oktober 2020.
Afgelopen zomer was preventief fouilleren al een heet hangijzer. Vetes tussen jeugdgroepen zouden worden opgezweept door sociale media en drillrap (een uit Engeland en Amerika overgewaaide rapstijl), zo was de gedachte. De dood van Bas van Wijk op 8 augustus bracht de discussie in een stroomversnelling. Hoewel de meerderheid van de Amsterdamse gemeenteraad tegen is, besloot Halsema vorige maand toch een proef starten met preventief fouilleren. Vooralsnog is die proef uitgesteld in afwachting van een wapeninzamelactie, volgende maand.
“Het afpakken van vuurwapens en messen verandert niets aan de onderliggende oorzaken van het geweld
Wat in de discussie buiten kijf staat is dat wapengeweld moet worden voorkomen. Logisch, maar hoewel met preventief fouilleren wapens van de straat kunnen worden gehaald, verandert het afpakken van vuurwapens en messen niets aan de onderliggende oorzaken van het geweld. De vraag is dus: wat werkt nu echt om wapengeweld onder jongeren te verminderen? En is het mogelijk om geweld aan te pakken zonder groepen burgers te stigmatiseren?
Gerichte afschrikking
“Gerichte afschrikking bleek eerder al een effectieve methode
De vraag is of het verstandig is om een lijst op te stellen van ‘ergste criminelen’ – sommigen pas 13 jaar oud – vanwege het risico op stigmatisering: de jongeren worden weggezet als gewetenloos en gevaarlijk. Onderzoek naar de levensloop van gewelddadige jongvolwassenen laat zien dat ze vaak te maken hebben gehad met ingrijpende gebeurtenissen en met psychosociale problemen kampen die al vroeg in de jeugd zijn ontstaan. Straffen alleen zal dus geen blijvende oplossing bieden: zorg en (intensieve) begeleiding zijn nodig om iets aan de oorzaken van gewelddadig gedrag te doen, en te voorkomen dat dat terugkeert.
Geweld genezen
Een voorbeeld is Cure Violence, een programma dat zijn oorsprong kent in Chicago. Omdat Cure Violence draait om het de-escaleren van conflicten, is de aanpak met name interessant als er sprake is van vetes tussen jeugdgroepen. Getrainde ‘violence interrupters’ overtuigen geweldslachtoffers ervan geen wraak te nemen, spreken invloedrijke personen binnen bendes aan en brengen potentiële slachtoffers in veiligheid. Op deze manier wordt, net zoals bij een epidemie, de verspreiding van geweld tegengegaan. Verschillende evaluaties wijzen erop dat de aanpak effectief is.
“Getrainde ‘violence interrupters’ overtuigen geweldslachtoffers ervan geen wraak te nemen
Volgens de Rotterdamse raad is de stad qua schaal, industrie en bevolkingssamenstelling vergelijkbaar met Glasgow, waar de Schotse Unit werd uitgerold. Schotland is ook een interessant gidsland, omdat dat daar al jaren vergelijkbare zorgen zijn over wapengebruik door jongeren en geweld tussen groepen. Vooral messengeweld onder jongeren nam de afgelopen jaren sterk af; het lijkt erop dat de projecten van de Violence Reduction Unit daaraan hebben bijgedragen. In Rotterdam wordt nu onderzocht welke projecten zinvol zijn in de Rotterdamse context.
Politie heeft een beperkte rol
Het meest effectief blijken sociaalpsychologische programma’s voor jongeren die al geweld plegen en voor kinderen en jongeren met gedragsproblemen. Zo worden gedragsregulering- en agressietrainingen en familietherapie door het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) beoordeeld als ‘erkende interventies’ – oftewel goed wetenschappelijk onderbouwd – die gewelddadig gedrag en delinquent gedrag in het algemeen verminderen.
“Gemeenten zouden ook kunnen kijken naar wetenschappelijk onderbouwde methoden
Kortom, legio maatregelen bereiken bewezen meer effect in het voorkomen van wapengeweld onder jongeren dan preventief fouilleren. Gemeenten kunnen nu veel geld en politiecapaciteit steken in preventief fouilleren, maar ze kunnen ook kijken naar wetenschappelijk onderbouwde methoden. Maatregelen die al ingevoerd zijn kunnen aangescherpt worden en programma’s die in het buitenland effectief zijn, kunnen worden aangepast aan de Nederlandse context.
Hard optreden
“Zelfs een aanpak vanuit ‘de beste bedoelingen’ kan stigmatiserend zijn
Op die manier zou iedereen die het geweld onder jongeren wil tegengaan – politieagenten, maar ook hulp- en zorgverleners, jongerenwerkers en ‘violence interrupters’ – zich steeds moeten afvragen of het aanwijzen van doelgroepen berust op goede analyses, en niet op stigmatiserende denkbeelden. Want de beste maatregelen zijn goed onderbouwd, effectief én ethisch.
- Bij lik-op-stukbeleid wordt een strafbaar feit snel (direct) afgehandeld door de politie en justitie. Wie in overtreding is, betaalt vaak nog hetzelfde moment een boete of krijgt een dagvaarding. ↩︎