Je mag je hond niet mishandelen, maar een boer mag een varken wel een stroomstoot geven. Je mag je kat niet doodschieten, maar een jager mag dat wel doen met een vos of hert. En je mag je cavia geen pijn doen, maar bedrijven en universiteiten mogen wél medische proeven op de diertjes uitvoeren. Als je het zo ziet, lijken mensen behoorlijk dubbelzinnig om te gaan met de rechten van dieren. Dierenbeschermers, zoals Animal Rights, pleiten er dan ook voor om de rechten van dieren op te nemen in de Grondwet. Kan dat zomaar? En wat zou dat voor gevolgen hebben?
‘Productiedieren’
De rechten van dieren zijn in Nederland opgenomen in de Wet dieren, die sinds 1 januari 2013 van kracht is. Deze wet erkent ‘de eigen waarde van dieren, zijnde wezens met gevoel’. In de wet staat ‘dat de inbreuk op de integriteit of het welzijn van dieren, verder dan redelijkerwijs noodzakelijk’ moet worden voorkomen. Concreet betekent dat dat dieren geen honger, pijn of stress mogen lijden en dat ze niet mogen worden beperkt in hun natuurlijke gedrag, maar dan komt de nuancering: ‘voor zover zulks redelijkerwijs kan worden verlangd’.
“Die tweemaal dat het woord ‘redelijkerwijs’ valt, is een voorbode van hoe de Wet dieren daarna de belangen van de dieren opoffert”, zegt Erwin Vermeulen, woordvoerder van dierenrechtenorganisatie Animal Rights, die pleit voor het opnemen van dierenrechten in artikel 1 van de Grondwet en er enkele jaren geleden zelfs een petitie voor begon. Vermeulen werkt als hoofdwerktuigkundige op schepen en voer jarenlang voor Sea Shepherd, een dierenrechtenorganisatie op zee, die de confrontatie aangaat met walvis- en zeehondenjagers. Daarnaast zorgt Vermeulen voor een dove kat, een eenogige kat, een kat met één nier, twee in de steek gelaten jachthonden uit een Spaans asiel en twee dove en blinde honden.
Volgens Vermeulen zijn dieren volgens de Wet dieren ondergeschikt aan de economische belangen van hun uitbuiting. “De intrinsieke waarde van het dier wordt met de Wet dieren wel erkend, maar niet gerespecteerd”, verklaart hij. Zo staat in de wet dat het verboden is om dieren te gebruiken voor dierlijke producten (artikel 2.3.1), maar meteen daarna staat dat de overheid een uitzondering maakt voor een lijst met zo’n vierhonderd dieren. Deze worden ook wel ‘productiedieren’ genoemd. Voorbeelden hiervan zijn varkens, nertsen en honingbijen. En dan biedt de overheid ook nog de mogelijkheid om ontheffing aan te vragen voor dieren die niet op deze lijst staan. Zo kreeg kamelenmelkerij Smits uit Berlicum (Noord-Brabant) begin dit jaar een vrijstelling om ook dromedarissen als productiedier te houden.
Een dier als ding of eigendom
In het Burgerlijk wetboek, met regels die gelden tussen Nederlandse burgers onderling en tussen burgers en goederen, worden dieren ook genoemd. Dieren zijn geen zaken, staat er letterlijk. Maar meteen in de volgende regel: ‘Bepalingen met betrekking tot zaken zijn op dieren van toepassing.’ Je kunt dat lezen als: dieren zijn geen dingen, maar we mogen ze wel zo behandelen.
In het Wetboek van Strafrecht zijn dieren bovendien opgenomen onder het kopje ‘vernieling of beschadiging’. Dieren worden voor het Wetboek van Strafrecht dus gezien als eigendom, waarvan het strafbaar is als je het ‘doodt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt’. Hoe hoog de straffen hiervoor zijn, staat beschreven in een aparte richtlijn. Sinds december 2021 gelden zwaardere straffen voor dierenmishandeling, bijvoorbeeld voor de manier waarop het dier is mishandeld of als er sprake is van herhaling. Zo geldt voor het doodslaan of -schoppen van een dier een taakstraf van 80 tot 100 uur, plus een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken. Is het niet de eerste keer, dan kan de dader drie tot vijf maanden de bak in gaan.
Vermeulen windt zich erover op dat dieren als dingen of eigendom worden beschouwd. “Ze worden met goederen vereenzelvigd, zonder goederen te zijn.” Als de petitie van Animals Right succesvol zou zijn, wordt het naast discriminatie op basis van onder meer levensovertuiging, ras of geslacht ook verboden om te discrimineren op basis van soort, ook wel speciësisme genoemd. De Grondwet geldt dan niet meer alleen voor mensen maar ook voor alle dieren. Volgens Vermeulen bouwen dierenrechten zo voort op andere emancipatie-ontwikkelingen, zoals de afschaffing van de slavernij, het vrouwenkiesrecht en de openstelling van het huwelijk.
De petitie van Animal Rights heeft volgens Vermeulen 50.000 handtekeningen opgehaald. Een gelijktijdige petitie (niet van Animal Rights) op petities.nl is al bijna 125.000 keer ondertekend. Beide petities hebben genoeg handtekeningen om aan te mogen bieden aan de Tweede Kamer. Dat is Animal Rights zelf voorlopig niet van plan, omdat de organisatie denkt dat de politiek er nog niet klaar voor is. “De petitie was om een zaadje te planten en mensen over dit onderwerp aan het denken te zetten”, aldus Vermeulen.
Praktische bezwaren
Janneke Gerards, hoogleraar fundamentele rechten aan de Universiteit Utrecht, en Anne Lansink, recentelijk aan de Universiteit van Oxford gepromoveerd op het gebied van dierenrecht, vragen zich af wat de praktische gevolgen zouden zijn van het in de Grondwet opnemen van dierenrechten. “De in de Grondwet neergelegde bescherming zou verder moeten worden uitgewerkt in lagere wet- en regelgeving”, verklaart Lansink. “De vraag rijst hoe de wetgever dat zou doen. Bestaat er op dit moment wel voldoende politiek draagvlak om al het gebruik van dieren door de mens ook concreet te verbieden?”
Zonder die uitwerking is de kans volgens de rechtswetenschappers groot dat door een aanpassing van de Grondwet praktisch weinig verandert. Lansink: “Het huidige rechtssysteem biedt weinig mogelijkheden om rechtszaken namens dieren te beginnen.” Gerards wijst er bovendien op dat, in tegenstelling tot wat veel mensen denken, in de Grondwet geen recht op leven of een verbod op mishandeling is opgenomen. “Dat zijn rechten die voor dieren juist heel belangrijk zouden zijn, maar die een rechter dus niet kan toepassen. Zelfs niet als we mensen en dieren voor de werking van de Grondwet gelijk zouden stellen.”
En Lansink en Gerards zien meer beren op de weg. Zo kan het aanpassen van artikel 1 van de Grondwet ook weer botsingen opleveren met andere grondrechten. “Denk aan de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging. Bij slachtwetgeving zag je eerder al dat de rechten van dieren conflicteerden met de vrijheid van godsdienst. In dat soort gevallen moet goed worden nagedacht over de vraag welk grondrecht in een bepaald geval moet voorgaan”, verklaart Gerards.
Iedereen veganist
Erno Eskens, filosoof en auteur van onder meer Democratie voor dieren en Een beestachtige geschiedenis van de filosofie, heeft de petitie van Animal Rights ondertekend. “Discriminatie op soort is zeer problematisch. Het is niet uit te leggen dat we met pijn van dieren anders omgaan dan met pijn van mensen.” Eskens wijst erop dat artikel 1 van de Grondwet nu al eindigt met de formulering dat discriminatie ‘op welke grond dan ook’ niet is toegestaan. “Het voorstel van Animal Rights is dus in lijn met de geest van de wet en onze morele gevoelens. De reden dat we er niet naar handelen is dat veel mensen vlees willen eten.”
Zo’n aanpassing van artikel 1 van de Grondwet zou inhouden dat we allemaal veganist moeten worden, erkent Animal Rights. Vermeulen: “Het betekent het einde van het dier als eigendom, en daarmee ook de ondergang van de veehouderij, jacht, bontindustrie en dierproeven.” Maar ook het houden van huisdieren is dan verleden tijd. “We gaan dan samenleven met dieren in plaats van de baas over ze te spelen.” Vermeulen wijst er bovendien op dat er ook veel leed is onder huisdieren, zoals in foute hondenfokkerijen of onder rashonden en -katten die lijden onder hun extreme uiterlijk.
Als je helemáál geen onderscheid naar soort mag maken, dan vallen bijvoorbeeld ook muggen en vliegen onder de Grondwet. Mogen we dan geen mug meer doodslaan? Volgens Vermeulen hangt dat af van de reden: bij een tijgermug of gelekoortsmug, die dodelijke ziektes kunnen verspreiden, is doden wellicht gerechtvaardigd, maar de Nederlandse huis-tuin-en-keuken mug kun je natuurlijk ook gewoon wegjagen. “Rechten weeg je altijd af tegen andere rechten. Je hebt ook het recht op zelfbehoud. Het uitgangspunt zou moeten zijn dat je de ander zo min mogelijk leed veroorzaakt.”
Zowel Vermeulen als Eskens verwacht dat het nog lang zal duren voordat een aanpassing van de Grondwet er komt. “Ik denk dat het einde van de veehouderij eraan vooraf moet gaan. Dat is de grootste horde die we moeten nemen”, zegt Vermeulen. Maar volgens Eskens moet het wel het ultieme doel zijn. “Dierenrechtenorganisaties zouden daar ook eerlijk over moeten zijn. Zeg tegen boeren dat je blij bent als ze de leefomstandigheden van dieren verbeteren. Maar wees tegelijkertijd ook eerlijk dat je eigenlijk vindt dat de hele veehouderij zou moeten worden verboden.”
Universele verklaring
In Zwitserland werden dierenrechten in 1992 in de Grondwet opgenomen, en in Duitsland in 2002. “Maar niet op de manier zoals wij voorstellen. In beide landen werd een extra artikel toegevoegd dat zeer generaliserend stelt dat men rekening moet houden met dieren en toekomstige generaties. Het is een stapje maar heeft in de praktijk negens toe geleid”, meent Vermeulen.
In Zwitserland werd het grondwetsartikel over dieren wel gebruikt om seks met dieren strafbaar te stellen (in Nederland is dat strafbaar gesteld via het Wetboek van Strafrecht), om cavia’s alleen nog in koppels te mogen houden en het eten van hondenvlees te verbieden. Maar de bio-industrie bestaat er nog steeds, net als in Duitsland. In september 2022 werd op basis van dit grondwetsartikel wel een referendum gehouden om de bio-industrie te verbieden. De meerderheid stemde echter tegen.
Eskens heeft daarom nog een hoger doel voor ogen: “De Universele Verklaring van de Rechten. Punt. Daarmee zouden we erkennen dat alle soorten op aarde rechten hebben.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand