‘Wat doet u geïrriteerd’, wierp demissionair minister-president Mark Rutte tijdens een Kamerdebat Sylvana Simons plots voor de voeten. Zij had hem even tevoren gevraagd naar immuniteit bij mensen die corona hebben gehad. Rutte bleek de kennis niet paraat te hebben, en zag geen andere uitweg dan de (kalme) Simons aan te spreken op haar spreektoon. ‘U denkt dat ik geïrriteerd ben?’ wierp zij terug. ‘U moet me eens meemaken als ik geïrriteerd ben.’
Wie zwart is én vrouw, krijgt opvallend vaak te maken met discriminatie en minachting. Voor veel mensen die daar niet mee te maken hebben, werd dat pas enigszins zichtbaar in juli 2020. Dat was een maand vol hatelijke uitingen naar zwarte vrouwen. In een periode van uiterst publieke gesprekken over ras en racisme in de Lage Landen gaf de jonge zwarte journaliste Sabrine Ingabire (1995) in een interview met de Belgische krant De Morgen aan dat ze bewust niet met witte mannen datet. Hoewel Ingabire ook heel veel andere dingen zei in het interview, was dát de quote die in de (later aangepaste) kop en het intro kwam, in een krant waar ze nota bene ooit zelf voor schreef. De door sensatie gedreven kop maakte dat Ingabire vervolgens aangevallen werd op social media.
“
Uitgesproken zwarte vrouwen worden neergezet als te agressief en assertief
Twee dagen eerder wordt Seada Nourhussen, hoofdredacteur van OneWorld, in een column bij radioprogramma
De NieuwsBV door een witte mannelijke journalist afgezeken omdat zij hem zou hebben ontslagen (wat niet waar is). Ondanks geduldig uitleggen van de OneWorld-redactie gaat het los op Twitter.
In de slipstream van allerlei negatieve uitingen tegen zwarte vrouwen worden ook het trio van Dipsaus en journalist Clarice Gargard op social media meegenomen. Allemaal worden ze neergezet als de Boze Zwarte Vrouw: te agressief en assertief.
‘Zwarte vrouwen moeten hun plaats kennen’
Haat, minachting en discriminatie jegens zwarte vrouwen wordt ‘misogynoir’ genoemd. Dat woord is een samentrekking van ‘misogynie’ (de haat tegen en afkeer van vrouwen) en ‘noir’ (Frans voor ‘zwart’). De term werd in 2008 gemunt door de Afro-Amerikaanse feministe Moya Bailey, die er een paar jaar later verder haar gedachtes over uitwisselde via online platform
Crunk Feminist Collective. Bailey geeft aan dat de term dankzij social media veel bekender werd, met name dankzij de schrijfster die bekendstaat als Trudy van het intersectioneel feministische blog
The Gradient Lair, die tussen 2012 en 2015 veel schreef over praktijkvoorbeelden van misogynoir.
“
Deze vrouwen worden aangevallen om het feit dat zij én zwart, én vrouw zijn
Eind 2018
sprak ik er al eens over met
Trouw, deze specifieke haat tegen zwarte vrouwen (zonder het toen expliciet misogynoir te noemen), naar aanleiding van de hoeveelheid seksistische en tegelijkertijd racistische bagger die Nourhussen en Gargard destijds als vrouwelijke zwarte columnisten over zich heen kregen. Zodra deze vrouwen, net zoals Sylvana Simons (sinds haar politieke carrière) en Anousha Nzume (toen zij zich
uitsprak tegen het boek en de film
Alleen maar nette mensen), zich uitspreken over maatschappelijke issues, worden zij aangevallen juist om het feit dat zij én vrouw, én zwart zijn. Door hun intersectionele
1 positie – zwart, vrouw en ook nog mondig en hyperzichtbaar in de politiek en media – worden mensen ziedend. Deze vrouwen moeten hun plaats kennen, zeker in de mannenwereld van media en politiek, zo lijkt de teneur.
Stereotypes van de zwarte vrouw
Deze haat jegens zwarte vrouwen uit zich vaak (maar niet altijd) via het gebruik van stereotypen. In de Verenigde Staten is dit beter onderzocht en beschreven dan in Nederland, mede omdat slavernij op eigen bodem plaatsvond en stereotiepe uitingen zich tijdens en na de slavernijperiode in Amerikaanse culturele uitingen en populaire cultuur nestelden. Dankzij het werk van zwarte academici, activisten en feministen zoals Michele Wallace, Patricia Hill Collins en bell hooks, die vanaf eind jaren 70 aan de slag gingen met het beschrijven, bekritiseren en ontleden van deze stereotypes, is inmiddels een heel kennisveld ontstaan.
“
Het doel van een stereotype is om iemand tot ‘de Ander’ te maken
Het doel van een stereotype is om iemand tot ‘de Ander’ te maken, iemand tegen wie je een eigen en sterker zelfbeeld kunt afzetten. Dat was bijvoorbeeld bruikbaar voor westerse mogendheden om kolonialisme te kunnen rechtvaardigen: niet-Europese mensen werden gezien als minder menselijk of ongeciviliseerd. Maar deze beelden werken nog altijd door in het postkoloniale heden. Ikzelf ben als jonge vrouw meermaals als het ‘exotische snoepje’ benaderd, bijvoorbeeld door een ‘bewonderaar’ die mij ‘de chocoladeprinses’ noemde. De stereotypes werden dusdanig sterk door dat men de werking ervan vanzelfsprekend gaat vinden, het wordt normaal gevonden.
Enkele stereotiepe representaties van de zwarte vrouw
The mammy: de trouwe, gehoorzame huisbediende. Zij is de ideale uiting van de zwarte vrouw die zich verhoudt tot witte koloniale overheersing omdat zij haar ondergeschiktheid accepteert.
The matriarch: de zwarte moeder in haar eigen huishouden, de slechte moeder die over het algemeen geen gedrag vertoont dat passend is bij haar gender omdat ze luid en assertief is.
Daarnaast bestaan the jezebel, de promiscue en immorele vrouw (in de huidige vorm is zij de bitch of ho van hoer) en the sapphire, de typische Boze Zwarte Vrouw, die zich beiden niet houden aan de koloniale norm van witte vrouwelijke zedigheid.
Uitingen in populaire cultuur toen en nu
Zowel in de VS als in Nederland zijn zwarte vrouwelijke stereotypen vaak geworteld in slavernij en kolonialisme. Sporen ervan zijn terug te vinden in historische en hedendaagse cultuuruitingen. Denk aan het mammy-stereotype in de reclames van de
Aunt Jemima’s pannenkoekenmix, aan stand-up comedy, zoals Jamie Foxx’ personage Wanda in de zeer populaire tv-serie
In Living Color of Jandino Asporaats jezebel-personage Judeska. In muziekgenres zoals rap komt de jezebel-figuur in moderne uitvoering als de
bitch of
hoochie terug in een meerderheid van de teksten.
Ook in vroegere representaties zien we het terug, zoals bij het mammy-personage dat de eerste zwarte vrouwelijke Oscar-winnaar, Hattie McDaniel, in 1939 portretteerde in het filmepos Gone With The Wind. En in Nederlandse koloniale literatuur duikt regelmatig de njai op. Generaties westerse mannen werden seksueel bediend door de njai. Zij was de concubine of seksuele slavin in Nederlands-Indië in de tijd dat witte vrouwen de kolonie niet in mochten. Zodra haar functie minder belangrijk werd eind 19e eeuw, werd de njai in theater en literatuur neergezet als iemand met een apentronie en een manipulatieve en oversekste vrouw die de seksuele moraal van koloniale bewindhebbers in de weg stond.
“
Zwarte actrices in Nederland moeten bijna wel vervallen tot stereotypes om succes te hebben
Kijken we naar korter geleden, dan is het frappant dat de enige twee recente zwarte vrouwelijke hoofdrollen in speelfilms rollen zijn waarin bovengenoemde stereotypen duidelijk naar voren komen. In de verfilming van
Alleen Maar Nette Mensen (2012) speelt Imanuelle Grives hoofdpersoon Rowanda, de immorele, seksueel agressieve zwarte vrouw, die bovendien slecht voor haar kinderen zorgt. Zij is een combinatie van de jezebel en de matriarch. In
Hoe duur was de suiker, de openingsfilm van het Nederlands Film Festival in 2013, is het zwarte vrouwelijke hoofdpersonage Mini Mini, gespeeld door Yootha Wong-Loi-Sing, zowel de trouwe zwarte bediende als de promiscue slavin.
De vraag is wat dit doet met zwarte meisjes, als dit soort stereotiepe personages de representatie vormen van de vrouwen waartoe zij opgroeien. Bovendien laat het zien dat zwarte actrices in Nederland een zeer beperkte keuze in hoofdrollen of belangrijke bijrollen hebben en bijna wel moeten vervallen tot stereotypes om succes te hebben.
“
Zolang misogynoir een plek heeft, moeten zwarte vrouwen constant blijven knokken voor hun waardigheid
Misogynoir zit diep ingebakken in de Nederlandse cultuur, en dat heeft heel reële gevolgen. Zwarte vrouwen zoals Sabrine Ingabire, Seada Nourhussen, Clarice Gargard, de vrouwen van Dipsaus, Olave Nduwanje en Sylvana Simons worden onterecht weggezet als
sapphires: te assertief, te agressief en te boos. Dat is een veel te platte, beperkte en beperkende weergave van hun menselijkheid, die het belang van zelfrepresentatie maar weer eens benadrukt. Waarom mogen zij niet zelf uitmaken hoe zij zich neerzetten, zodat schadelijke stereotypen tegenwicht krijgen? Dat zou de eendimensionale beeldvorming van zwarte vrouwen doorbreken. Maar zolang misogynoir een plek heeft in onze cultuur, betekent het dat zwarte vrouwen constant moeten blijven knokken voor hun eigen agency, representatie en waardigheid.
De oorspronkelijke versie van dit artikel verscheen op 14 augustus 2020 op OneWorld.