Beeld: Nastia Cistakova

Wat levert het basisinkomen Nederland(ers) op?

De coronacrisis legt de scheuren in het sociale stelsel bloot en de roep om verandering klinkt steeds luider. Kan het universele basisinkomen, oftewel ‘gratis geld’, een oplossing zijn?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Els Roumen (63) zegde in 1997 haar baan op als administratief medewerker. De alleenstaande moeder uit Arnhem wilde tijdelijk stoppen om beter voor haar toen nog kleine, moeilijk opvoedbare dochter te kunnen zorgen. Toen de situatie thuis een paar jaar later was verbeterd en ze weer aan de slag wilde, bleek dat moeilijk. “Veel van mijn werk was overgenomen door computers, ik was in de tussentijd de 40 gepasseerd, was er een tijd uit geweest en kwam uit de bijstand. Ze wilden me nergens meer hebben. De sociale dienst zat erbovenop. De sollicitatieplicht is heel stressvol, iedere keer weer bewijzen, al die gesprekken.”

Vanaf 2007 ging Roumen van het ene tijdelijke contract naar het andere. Dieptepunt voor haar was de tijd dat ze twee nulurencontracten had, waardoor ze maandelijks netto onder bijstandsniveau uitkwam. Wat de oplossing voor Roumen was geweest? Een basisinkomen. Daar is ze heilig van overtuigd.

Een basisinkomen zou armoede opheffen, ongelijkheid bestrijden en mensen meer vrijheid geven

Het idee van een inkomen zonder tegenprestatie is niet nieuw. In 1516 legde de humanist Thomas More er al de basis voor in zijn beroemde werk Utopia. Hoofdpersoon Raphael Nonsenso zegt daarin dat ‘het goed zou zijn om iedereen te voorzien van middelen van bestaan’.

Vijf eeuwen later spreekt de Vereniging Basisinkomen Nederland van ‘een periodiek uitgekeerd, vrij besteedbaar bedrag voor iedere burger, dat voldoende is om volwaardig van te leven, zonder dat daar een verplichting tegenover staat en ongeacht inkomen, vermogen of samenstelling van het huishouden’. Het zou armoede opheffen, ongelijkheid bestrijden en mensen meer vrijheid geven, zeggen voorstanders. Het is onbetaalbaar en schaadt de economie en productiviteit, zeggen tegenstanders.

Sociale zekerheid

Voor Els Roumen zou een basisinkomen een uitkomst zijn geweest in de periode dat ze niet aan het werk kwam.
Het invoeren van een basisinkomen kan een manier zijn om de sociale zekerheid, waar Roumen in verstrikt raakte, te versimpelen. Van de 7,9 miljoen Nederlandse huishoudens krijgen er jaarlijks zo’n 5 miljoen een of meerdere toeslagen, zoals zorgtoeslag, huurtoeslag of kinderbijslag. De sociale zekerheid staat bekend als een zeer complex geworden systeem en de controles worden soms als zeer vernederend ervaren. Met name de mallemolen van ‘re-integratie’ is pijnlijk: verplichte cursussen en sollicitaties, bewijzen dat je niet stiekem toch een baan hebt, maar ook ambtenaren die tandenborstels komen tellen om te controleren uit hoeveel personen je huishouden bestaat.
Al die controle, administratie en ingewikkelde regelingen helpen mensen niet sneller aan het werk, maar maken ze vaak juist inactiever en kwetsbaarder, zeggen experts. Uit een bijstand-experiment in zes Nederlandse gemeenten, dat afgelopen mei werd afgerond, bleek dat mensen zonder de gebruikelijke (sollicitatie)verplichtingen sneller een baan vonden. Ook de ‘armoedeval’ helpt niet mee: in sommige gevallen zijn mensen financieel beter af als ze niet of minder werken, dan met een baan of meer uren.

Het basisinkomen kan dus een aantrekkelijk antwoord zijn op het complexe toeslagenstelsel. Afhankelijk van de hoogte van het basisinkomen kan een deel of het hele stelsel namelijk worden afgeschaft. Het stelsel wordt eenvoudiger, mensen weten beter waar ze aan toe zijn en het controle- en administratieve apparaat kan (deels) worden afgetuigd. Mensen krijgen immers onvoorwaardelijk geld op hun rekening gestort. Met een basisinkomen verdwijnt ook de armoedeval en zal werken altijd lonen: wat je verdient komt boven op het basisbedrag dat je al ontvangt.

In de woorden van Roumen: “Een basisinkomen geeft vertrouwen en rust, waardoor je juist eerder werk vindt. Of je werkt of niet heb je niet altijd in eigen hand.”

Beeld: Nastia Cistakova

Vrijheid

Voorvechters dragen verder aan dat mensen die een basisinkomen ontvangen niet meer arm hoeven te zijn (mits hoog genoeg voorziet het basisinkomen hun immers van genoeg geld om van te leven) en meer vrijheid hebben. Zonder bemoeienis van de overheid en met de garantie van een naar eigen inzicht te besteden bedrag per maand kunnen mensen meer eigen invulling geven aan het leven. Terug naar school, een onderneming beginnen, mantelzorg verlenen, scheiden. Zelf bepalen hoeveel uren ze werken. Iets doen wat ze echt leuk vinden, of wat maatschappelijk zinvol is. En mensen kunnen een baan die ze niet gelukkig maakt, maar waar ze wel financieel afhankelijk van zijn, gedag zeggen.

Alexander de Roo, voorzitter van de Vereniging Basisinkomen Nederland, benadrukt dat mensen dankzij een basisinkomen een betere onderhandelingspositie zouden krijgen op de arbeidsmarkt: “Je kunt terugvallen op het basisinkomen, waardoor je onafhankelijk bent. In sommige sectoren zal dat leiden tot loonstijging, júist aan de onderkant van de arbeidsmarkt, in slecht betaalde maar onmisbare beroepen. Vuilnismannen en schoonmakers kunnen zeggen: ik doe het niet meer voor dit geld.”

In de Tegenlicht-documentaire over het basisinkomen Gratis Geld (2014) stelt econoom Marcel Canoy dat die vrijheid om eigen keuzes te maken voor meer creativiteit, innovatie en hogere arbeidsproductiviteit zorgt. En dat zorgt weer voor gelukkigere mensen.

Kunstenares Anne van Dalen kreeg als experiment een jaar lang een onvoorwaardelijk inkomen van 1000 euro per maand

Zo dacht ook het Groningse burgerinitiatief MIES (Maatschappij voor Innovatie van Economie en Samenleving): in 2015 en 2016 haalde het via crowdfunding geld op voor een basisinkomen-experiment. Een van de twee personen die voor het experiment werden ingeloot was de kunstenares Anne van Dalen. Zij kreeg een jaar lang een onvoorwaardelijk inkomen van 1000 euro per maand, evenveel als een uitkering voor alleenstaanden. Ze kon zich daardoor volledig toeleggen op kunst, in plaats van baantjes ernaast ‘te sprokkelen’ om de huur te betalen.

Het beviel haar zo goed dat ze na afloop van de proef besloot te leven van een op giften gebaseerd basisinkomen. Ze noemt het ‘een experimenteel conceptueel kunstwerk dat samenvalt met mijn leven’: je geld of je leven. Dankzij het inkomen kan ze schilderijen, bodyprints, sculpturen, installaties en ‘abstracties van zwerfafval’ maken, die ze regelmatig exposeert.

Beeld: Nastia Cistakova
Haar basisinkomen biedt de donateurs, die ze werft via haar website, een ‘oefening in onvoorwaardelijk geven’, en de kunstenares de vrijheid om te maken wat ze wil. “De autonomie die ik heb, komt voort uit de bestaanszekerheid die het basisinkomen biedt. Elk mens zou die moeten hebben”, zegt Van Dalen.
Hilde Latour is vice-voorzitter van het Basic Income Earth Network.
Hilde Latour werkt parttime in de ouderenzorg en strijdt daarnaast als vicevoorzitter van het Basic Income Earth Network (BIEN) voor een wereldwijd basisinkomen. Zij verwacht dat door het generaliseren van de vrijheid die Van Dalen al ervaart een ‘relaxtere’ maatschappij ontstaat. “Doordat er minder druk is om een leefbaar inkomen te verwerven, zal het bestaan voor velen een stuk minder stressvol zijn. Minder prestatiegericht. Er zal meer ruimte zijn om jezelf te ontwikkelen, om de vraag te stellen: wat wil ik in het leven?” Latour voorziet de ‘bevrijding van de mensheid’: “Een basisinkomen is het liefste en simpelste idee om misstanden aan te pakken. Je geeft mensen gereedschap om hun situatie te verbeteren en hun leven naar vrijheid in te vullen.”

Gaan we nog werken?

De vraag die steeds komt bovendrijven als het basisinkomen ter sprake komt, is: waarom zouden mensen nog werken, als ze toch genoeg geld krijgen? Hoe iemand daarop antwoordt, zal sterk afhangen van het mensbeeld van die persoon: denken ze dat mensen een schop onder hun kont nodig hebben om iets nuttigs te gaan doen, of dat de meesten sowieso wel gaan werken, gewoon omdat ze het leuk en zinvol vinden? Van Dalen ging naar eigen zeggen harder werken dan ooit.

Ook in de Tegenlicht-uitzending werd die vraag gesteld. Daarin wordt het Mincome-project aangehaald, een basisinkomen-experiment in het plaatsje Dauphin in Canada in de jaren 70. Onderzoeker Evelyn Forget zag dat mensen wel degelijk iets minder gingen werken. Maar: dat bleek voornamelijk op te gaan voor jongens die langer naar school besloten te gaan. Voorheen begonnen ze rond hun 16e met fulltime werken, nu konden ze het zich permitteren om door te leren.

Mensen werken omdat ze het belangrijk vinden, omdat het zinvol is: kijk maar naar de hoeveelheid vrijwilligerswerk

Latour verwacht dat de bereidheid om te werken in Nederland ook min of meer gelijk zou blijven. “Kijk maar naar de hoeveelheid vrijwilligerswerk en mantelzorg die wordt gedaan. Mensen werken omdat ze het belangrijk vinden, omdat het zinvol is. Hooguit gaan sommigen wat minder uren werken, of ander werk doen.”

Econoom Bas Jacobs denkt daar anders over. Hij zegt in zijn boek De prijs van gelijkheid (2015) dat er mensen zijn die bij invoering van een basisinkomen wel degelijk significant minder gaan werken. Niet door ontvangst van het basisinkomen, maar door de hoge belastingdruk die ervoor nodig is. Dat brengt ons meteen op het volgende punt: hoe gaan we dat basisinkomen eigenlijk betalen? Het lijkt onvermijdelijk dat de belastingtarieven omhoog zullen moeten (zie kader). En als we het argument van Jacobs volgen, drukt het afgenomen aantal werkuren op de totale welvaart (‘economische schade’) en dus ook op de zak belastinggeld, waaruit het basisinkomen betaald moet worden.

171 miljard euro

Het Nibud berekende dat met 1200 euro per eenpersoonshuishouden, 1800 per tweepersoonshuishouden, plus 300 per kind (vanaf het derde kind 100) de totale kosten van een basisinkomen 171 miljard euro bedragen. Een deel daarvan zou kunnen worden weggestreept tegen het opheffen van de sociale zekerheid, wat 78,6 miljard oplevert.

Het afschaffen van de heffingskortingen en de hypotheekrenteaftrek zou ook enkele tientallen miljarden opleveren. Hoeveel precies is moeilijk te berekenen, omdat het effect dat afschaffing heeft op het inkomen van mensen uitgavenpatronen (en zo belastinginkomsten) beïnvloedt. Historicus en schrijver Rutger Bregman opperde al eens om een basisinkomen te financieren uit CO2-taks, maar volgens econoom en filosoof Robeyns zou dat niet meer dan 70 euro per maand per Nederlander opleveren. Als grote bedrijven eerlijke winstbelasting zouden betalen, zou dat de staatskas volgens databureau Statista 850 miljoen euro opleveren. Subsidies voor fossiele brandstoffen afschaffen, dan, zoals milieuorganisaties al zo lang eisen? 2,5 miljard.

Zelfs de optelsom van al het bovenstaande komt helaas nog niet in de buurt van 171 miljard.

Kostenplaatje

Toch zou een basisinkomen ook veel financiële besparingen op kunnen leveren. Forget zag bijvoorbeeld dat het zorggebruik afnam: te verklaren doordat mensen minder last hadden van depressies en andere psychische klachten en er minder alcoholmisbruik en huiselijk geweld was. De link tussen armoede en gezondheid is vaker gelegd: het hebben van beperkte financiële middelen, langdurige financiële zorgen en gebrek aan perspectief, beïnvloeden de gezondheid op een negatieve manier.

Zorgkosten zouden flink omlaag kunnen gaan

In Nederland geven we per jaar zo’n 70 miljard euro aan zorg uit. Het zou goed kunnen dat door een basisinkomen die kosten (flink) omlaaggaan. Ook zou er een effect kunnen zijn op zwart werken: de armoedeval geeft een prikkel om zwart te werken. Als die wegvalt en mensen gaan die uren ‘wit’ werken, betekent dat extra belastinginkomsten.

Er is meer. In North-Carolina in de VS wordt de opbrengst van een casino dat op land staat van de Cherokee, sinds de opening in 1997 onder de inwoners verdeeld. Het inkomen, dat tot 5000 dollar per persoon per jaar bedraagt, heeft geleid tot een daling in criminaliteit, betere schoolresultaten en gezondere mensen. Tijdens een nog lopend, twaalf jaar durend basisinkomen-experiment met twintigduizend mensen, verspreid over meer dan tweehonderd arme dorpen in Kenia, blijken de ontvangers het geld vooral te gebruiken om hun kinderen naar school te sturen en te investeren in eigen ondernemingen. (En: bijna iedereen ging meer uren werken.) Allemaal effecten die een land waarschijnlijk welvarender maken.

(On)gelijkheid

Voorstanders van het basisinkomen voeren vaak gelijkheid aan als argument. En in Kenia zien we dat ook: doordat de vrouwen die een basisinkomen kregen onafhankelijk werden, werd hun positie gelijkwaardiger en kregen ze meer inbreng binnen het gezin en de gemeenschap. Of een basisinkomen onze maatschappij ook gelijker maakt, is afhankelijk van veel factoren. Je kunt je voorstellen dat door een basisinkomen voor iedereen, en dus ook voor mensen die het financieel goed hebben (de spreekwoordelijke tandarts en zijn vrouw), de verschillen tussen arm en rijk juist blijven bestaan of zelfs vergroten.
Beeld: Nastia Cistakova
Daarnaast stipt econoom en filosoof Ingrid Robeyns aan dat het een mooi idee is dat mensen meer vrijheid zullen hebben voor (mantel)zorg en gezin, maar dat deze taken in de praktijk nog steeds met name op de schouders van vrouwen terechtkomen. De algemene verwachting is dat vrouwen met de zekerheid van een basisinkomen minder betaald werk zullen verrichten en meer tijd zullen nemen voor onbetaalde zorgtaken. De vraag is of we dat moeten willen, want zo zetten we de vrouwenemancipatie drie stappen terug in de tijd, redeneert Robeyns in een essay voor het Ethiek Instituut van de Universiteit Utrecht.

Basisinkomen 2.0

Het onderwerp blijft op de agenda staan, zeker nu. Een aantal landen ondernam tijdens de coronacrisis voorzichtig stappen in de richting van een basisinkomen. Zo kregen inwoners in de VS een ‘basisgift’ van 1200 euro tijdens de eerste golf, overwoog Boris Johnson hardop een basisinkomen in het Verenigd Koninkrijk, lopen in Schotland en Duitsland sinds dit jaar experimenten met het basisinkomen en willen Italië, Spanje en Portugal een Europees basisinkomen invoeren. Spanje loopt voorop met een maandelijks basisinkomen voor arme gezinnen, dat aan het begin van de coronacrisis is ingevoerd. In Nederland nam de steun voor het basisinkomen ook toe tijdens de coronatijd.

Maar de maatschappelijke veranderingen groot en ongewis op veel vlakken – en beïnvloeden elkaar ook, dat maakt het zo moeilijk. Geen planbureau berekende nog het totaalplaatje van kosten en baten van een landelijke invoering van het basisinkomen in Nederland.1 Velen beschouwen een universeel basisinkomen dan ook als onrealistisch.

Het basisinkomen 2.0 is een uitkomst voor zzp'ers, iemand die voor zijn zieke moeder wil zorgen, wil scheiden, of terug naar school wil

Jong en in de bijstand: 'De gemeente weet nu alles van me'

Wat misschien wél haalbaar is: ‘basisinkomen 2.0’. Geen universeel basisinkomen, maar een gegarandeerd basisinkomen, zoals Nederlands bekendste basisinkomen-pleibezorger Rutger Bregman het noemt. Of, zoals economen het noemen: een negatieve inkomstenbelasting. Dat is een basisinkomen voor degenen die het nodig hebben, en kun je zien als een tussenvorm van de bijstand en een universeel basisinkomen. Wie onder een bepaald inkomen zakt (ongeacht of je werkt of niet), krijgt een financiële aanvulling. Als blijkt dat je in een bepaalde periode onder het minimum uitkomt, kríjg je inkomstenbelasting overgemaakt, in plaats van dat je die betaalt. Zelfs Jacobs, die overal als tegenstander van het basisinkomen mag komen opdraven, is voorstander.

Het basisinkomen 2.0 is een uitkomst voor de zzp’er die tijdelijk zonder opdrachten zit, iemand die voor zijn zieke moeder wil zorgen, wil scheiden, of terug naar school. Het is een stuk minder kostbaar, want veel minder mensen krijgen het. Veel voorbeelden van experimenten die men vaak aanhaalt, komen eigenlijk al dichter in de buurt van zo’n negatieve inkomstenbelasting, zoals het experiment in Dauphin. Maar ook hier geldt dat het prijskaartje sterkt afhangt van de invloed op werk, de economie en de belastinginkomsten.

De tatoeage die Els Roumen op haar arm heeft laten zetten.
Kortom: er zijn onduidelijkheden over wat de invoering van een basisinkomen met een land, de mensen en de economie doet, maar er zijn ook veelbelovende aanwijzingen dat de effecten positief zullen zijn. Els Roumen ziet het in elk geval helemaal voor zich. Toen ze 60 werd, liet ze dan ook ‘basisinkomen’ op haar arm tatoeëren. “Het was tijd voor een statement. Ik heb jarenlang in stress en armoede geleefd en met constante tegenwerking, controle en druk. Een basisinkomen geeft mensen waardigheid, rust en vrijheid.”

'De bijstand is een leven vol schaamte en regels'

'Noem 'durfkapitalisten' wat ze zijn: vampiers'

  1. Het CPB berekende de effecten op inkomensongelijkheid van invoering van het basisinkomen dat wordt betaald uit een vlaktaks. Daarmee worden niet alleen de belastinguitgaven vereenvoudigd, maar ook de belastinginkomsten: één belastingtarief, voor iedereen. Conclusie: met een basisinkomen in combinatie met zo’n niet-progressief belastingsysteem zal ongelijkheid toenemen. Het basisinkomen in combinatie met een vlaktaks heeft vooral aanhang in rechtse kringen, zoals bij FvD. ↩︎

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons