Beeld: Chavez van den Born
Interview

Zawdie Sandvliet leert zijn studenten over hun eigen koloniale verleden

Het onderwijs heeft veel te weinig aandacht voor het koloniale verleden van Nederland, vindt docent Zawdie Sandvliet. Daarom zette hij zelf het vak Afro-Nederlandse Studies op. ‘Als mensen de oorzaken van ongelijkheid zouden begrijpen, zouden ze misschien geen racistische keuzes maken.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
‘Meester, waarom is dit boek zo racistisch?’ Zawdie Sandvliet (33), docent maatschappijleer op het Ir. Lely Lyceum in Amsterdam-Zuidoost, keek niet van deze vraag op tijdens een van zijn lessen. “In het boek dat we moesten lezen, ‘De Multiculturele Samenleving’, stond een hoofdstuk dat écht niet kon. Er stond zo ongeveer dat er op een dag opééns zwarte mensen waren in Suriname. ‘Ik weet het man,’ zei ik tegen de leerling die dat vroeg. Vervolgens hebben we het hoofdstuk klassikaal gelezen, zodat ik de nodige context kon geven.’

Volgens Sandvliet laat het Nederlandse onderwijs flink wat steken vallen als het om ons koloniale verleden gaat. Om die reden is hij, naast docent maatschappijleer, ook initiator en docent van het keuzevak Afro-Nederlandse Studies, deel van het Social Work-programma aan de Hogeschool van Amsterdam. Het is het eerste vak in zijn soort in Nederland, en Sandvliet heeft het eigenhandig opgezet.

Om hedendaagse ongelijkheid te begrijpen moeten we heel ver terugkijken – verder dan slavernij en kolonisatie

Sandvliet, zelf van Surinaamse afkomst, studeerde Sociologie aan de Universiteit van Amsterdam en vertrok daarna naar Boston voor de masteropleiding African-American Studies. “In mijn beursaanvraag gaf ik als motivatie dat ik een soortgelijke opleiding in Nederland wilde opzetten. Ik weet eerlijk gezegd niet zeker of ik het toen meende, of dat ik gewoon de beurs wilde”, zegt hij lachend.

Maar jaren later maakte hij zijn woorden waar. Vorig jaar aan de UvA, en dit jaar aan de HvA, geeft Sandvliet zo’n 25 à 30 studenten les over alles van pre-koloniaal Afrika tot institutioneel racisme. Daarvoor werkt hij samen met verschillende gastdocenten. Om hedendaagse ongelijkheid te begrijpen moeten we volgens hem héél ver terugkijken – verder dan slavernij, verder dan kolonisatie.

Waarom is een vak als Afro-Nederlandse Studies nodig?

“Nederlanders leren op school veel te weinig van de koloniale geschiedenis. Dat is gewoon heel raar, want het is een groot deel van ons verleden. Wat we wél meekrijgen over het koloniale verleden begint vaak bij de Surinaamse onafhankelijkheid in 1975. Alsof er voor die tijd niets is gebeurd, alsof we geen staatstoezicht hebben gehad, er geen mensen zijn geronseld om te werken, alsof we Anton de Kom en andere zwarte verzetshelden niet hebben gehad. Kolonialisme kon alleen standhouden door ongelijke behandeling, maar daar hebben we het niet over.

Dat zie je natuurlijk terug in onze dagelijkse interacties, en die interacties beïnvloeden weer de structuren van de samenleving. Van ongelijkheid in het onderwijs tot racisme binnen de belastingdienst tot discriminerende algoritmes; als de mensen achter die systemen beter onderwijs hadden gehad en de oorzaken van ongelijkheid begrepen, zouden ze misschien geen racistische keuzes maken.

Beeld: Chavez van den Born
Ik vertel mijn studenten altijd dat ons onderwijs vanuit een bepaald perspectief is vormgegeven. Wat ik met dit vak doe, is een alternatief bieden voor dat perspectief. Ik zeg tegen hen: dit is óók een manier om ernaar te kijken. Daarnaast denk ik dat we het onze tot slaaf gemaakte voorouders verschuldigd zijn om het over hun lijden te hebben. We zouden ze twee keer laten sterven als we zeggen: jullie zijn al tot slaaf gemaakt, nu gaan we jullie ook nog doodzwijgen.”

Het lijkt wel of er over racisme geen enkel gesprek mogelijk is. Hoe komt dat?

“Voor een deel heeft dat met die onwetendheid te maken: we wíllen vaak niet eens over racisme praten, omdat we er niets van begrijpen. Maar het komt ook door ongelijkheid en macht. Mensen hóeven niet te luisteren – we zijn nog lang niet zo ver dat Rutte de stemmen van mensen van kleur nodig heeft, zoals je in de Verenigde Staten wel ziet.

Mensen mogen best bang zijn: we blijven schrijven, debatteren, vakken produceren

Daarnaast speelt angst een grote rol, en eerlijk gezegd mogen mensen ook best bang zijn. We blijven stukken schrijven, vakken produceren, debatteren, rappen, kunst maken, sporten en scoren. Als je op dit moment bang bent dat Zwarte Piet van je wordt afgepakt: ja, dat gaan we waarschijnlijk ook doen. En terecht, want die figuur had überhaupt nooit mogen bestaan.”

Welke kennis missen we zoal, waardoor we een verkeerd beeld hebben van de Afro-Nederlandse geschiedenis?

“Een van de gastdocenten die ik uitnodig, Frank Dragtenstein, gebruikt altijd een mooi voorbeeld. Iedereen kent de beelden van kanonnen op de kust van Afrika. We denken altijd dat die kanonnen gericht waren op zee, omdat Europeanen forten van elkaar wilden afpakken, maar je kon ze ook omdraaien. Als je kanonnen richt op het land, heb je de hele bevolking onder controle – en dat hadden ze ook! In het Westen wordt vaak gezegd dat Afrika altijd al minder ontwikkeld is geweest. Maar ja, mensen hebben driehonderd jaar lang, van de zeventiende tot de twintigste eeuw, geen contact gehad met de buitenwereld omdat er forten langs de hele westkust lagen.

Als je onze geschiedenis bij slavernij begint, zou je bijna denken dat de zwarte mens is gemaakt door de witte mens

“Bovendien denken veel mensen bij de geschiedenis van Afro-Nederlanders direct aan slavernij. Ik heb er heel bewust voor gekozen om het vak te beginnen bij pre-koloniaal Afrika, want toen gebeurde er al zóveel op het continent. Als je bij slavernij begint, dan zou je bijna denken dat de zwarte mens is gemaakt door de witte mens. Dan blijf je steken in een soort wit superioriteitsdenken, maar hell no, dat gaan we niet doen. We zijn niet begonnen als hulpeloze slachtoffers, en dat zijn we ook nooit geweest: er was altijd verzet.

Door mijn eigen opleiding ken ik de Amerikaanse geschiedenis beter dan de Nederlandse. Ik leer zelf ook continu nieuwe dingen van de gastdocenten die ik uitnodig. Ik kwam er deze week bijvoorbeeld pas achter dat we ook op Curaçao een paga tera-systeem  1 hadden. Dat hoort ook bij de Nederlandse geschiedenis, maar we weten er te weinig van af.”

Is kennisgebrek ook voor studenten de reden om het vak te kiezen, of zit er meer achter?

“Ik laat mijn studenten altijd een motivatie schrijven aan het begin van de cursus, en vaak ligt dat inderdaad bij een gebrek aan kennis. Dan heb ik het over witte studenten die het gesprek over racisme willen aangaan, maar er te weinig van afweten, maar ook over studenten van kleur, van wie de ouders nooit over hun geschiedenis willen praten. Verder valt het me op dat er veel studenten van gemengde afkomst zitten: voor hen is dit vak een soort zoektocht naar hun roots, hun identiteit.

Een student zei: we hebben het niet één keer over Zwarte Piet gehad, en ik begrijp nu nog beter dat het racistisch is

Wat ze met elkaar gemeen hebben, is dat ze meestal al maatschappelijk betrokken zijn. Veel van hen gaan bijvoorbeeld naar anti-Zwarte Piet-demonstraties. Mijn doel is vooral om ze de nodige kennis, de tools te geven, om het gesprek aan te gaan.”

Je hebt er natuurlijk pas één jaar opzitten, maar heb je al het idee dat je je doel bereikt?

“Het mooiste compliment dat ik vorig jaar kreeg, was van een student die zei: we hebben het niet één keer over Zwarte Piet gehad, en ik begrijp nu nog beter dat het racistisch is. Ik ga daar namelijk echt geen hele les aan besteden, ik heb maar beperkte tijd, daar begin ik niet aan. Maar we hebben het wel over slavernij, macht, ongelijkheid, de rol van media, we doen de Black Heritage Tour – dat heeft allemaal impact. Aan het einde van de les zie ik vaak dat leerlingen weglopen met het idee van: waarom wist ik dit niet?

Ze worden zelfs wel eens emotioneel – zeker wanneer we naar het Zeeuws Archief gaan. Een van de studenten had dit jaar als motivatie opgegeven dat haar Surinaamse ouders het nooit over hun verleden wilden hebben. Dat ze dit vak volgde was een aanleiding om er eindelijk over te gaan praten thuis, en inmiddels wist ze de naam van de plantage waar haar voorouders vandaan kwamen. In het Zeeuws Archief liep ze langs het depot van Suriname. De eerste naam die ze zag was van diezelfde plantage. Op dat moment is ons slavernijverleden opeens geen paragraafje in een boek meer.

Volgens mij werken historische feiten en literatuur goed om het verleden tastbaar te maken. Natuurlijk zijn er mensen die niet willen luisteren, en met hen hoef je het gesprek ook niet aan te gaan, maar áls mensen luisteren: hit them with the facts.”

Dit artikel verscheen eerder op OneWorld op 2 december 2019.

‘Genoeg tools tegen racisme, maar wie gebruikt ze?’

Excuses voor het slavernijverleden: (waarom) moeten we dat willen?

  1. Paga tera was een systeem waarbinnen tot slaaf gemaakten die op papier weliswaar bevrijd waren, toch voor plantagehouders moesten blijven werken in ruil voor een woning en een stuk grond. Het systeem zette zich zelfs voort tot na de afschaffing van de slavernij. ↩︎

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons