Column

De weg naar vrede komt vooral EU goed uit

Via een handige constructie van schuiven met ontwikkelingsgelden van het ene naar het andere potje, heeft de EU een manier gevonden om Eritrea te ‘helpen’ en tegelijkertijd migratie naar Europa tegen te gaan – zonder de eigen handen vuil te maken.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Afgelopen zomer sloten Ethiopië en Eritrea een vredesverdrag. Al sinds de grensoorlog in de jaren negentig bestaat er een koude vrede tussen die twee landen en houdt de Eritrese dictator Afewerki zijn land in een staat van paraatheid –  er is immers een continue dreiging, in zijn ogen. Alle jongeren moeten daarom in dienst en die diensttijd (The National Service) kent geen einde en is eigenlijk een van overheidswege ingestelde slavernij. Het kan vijf jaar duren, of tien jaar, of nog veel langer. Niet iedereen in dienst gaat daadwerkelijk onder de wapens, er zijn ook onderwijzers, maar ze worden niet betaald en mogen niet weg.

Die eeuwigdurende dienstplicht leidt tot heel veel jeugdige Eritrese vluchtelingen 1 in de omringende landen en ook in Europa. Als jongeren de kans krijgen gaan ze weg. Door de jaren heen verdwenen hele voetbalteams na het spelen van een interland in het buitenland.

Europese regeringen hebben laagopgeleide alleenstaande jonge mannen liever niet

Europese regeringen hebben die laagopgeleide alleenstaande jonge mensen (meestal mannen) liever niet. Italië bijvoorbeeld, klaagt dat vluchtelingengezinnen nog weleens worden overgenomen door een andere lidstaat, maar dat ze met de Eritrese jonge mannen ‘blijven zitten’.

De weg naar de vrede

Vrede tussen Eritrea en Ethiopië zou een einde moeten maken aan die eeuwigdurende dienstplicht en daarmee aan de stroom vluchtelingen. Europa wil graag helpen om die vrede te bestendigen en hoe kan dat beter dan te helpen bij het aanleggen van een weg tussen die twee landen, een weg waar eerst een versperring was, een weg die het door land ingesloten Ethiopië verbindt met de zee en dus de havens van Eritrea, een weg waarmee de handel tussen de twee landen tot bloei kan komen. Er gaat een enorme symbolische werking uit van zo’n project, en het creëert werkgelegenheid.
De Europese Unie is bereid te betalen voor deze weg en stelt om te beginnen 20 miljoen euro ter beschikking. Eurocommissaris voor ontwikkeling Neven Mimica zegde dat toe tijdens een bezoek aan Asmara, de hoofdstad van Eritrea. Dat geld is onderdeel van een fonds van 200 miljoen euro dat al enige jaren op de plank ligt te wachten om besteed te worden in Eritrea.

Omdat Europa niet met slaven wil en mag werken, bleef het geld liggen

Dat geld, onderdeel van het Europees ontwikkelingsfonds (EOF) dat valt onder de Overeenkomst van Cotonou, van de EU met onder andere Afrikaanse landen, werd maar niet besteed omdat alle grote infrastructurele projecten in Eritrea moeten worden uitgevoerd in samenwerking met de regering, en die regering werkt met slaven. Omdat Europa niet met slaven wil en mag werken, bleef het geld liggen. Maar om deze weg en deze vrede te financieren, is er een omweg bedacht.

Als de Europese Commissie – met toestemming van de Europese lidstaten en de Eritrese regering die 200 miljoen Euro uit het Europees ontwikkelingsfonds haalt en in het noodfonds voor Afrika stopt, gelden er opeens andere regels. Het noodfonds is in het leven geroepen om sneller en flexibeler geld te kunnen uitgeven aan projecten in Afrika die helpen migratie tegen te gaan. Omdat het noodfonds niet onder de Overeenkomst van Cotonou valt hoeft de besteding van het geld niet via de Eritrese regering te lopen, maar kan het ook aan een ngo of een VN-organisatie uitgekeerd worden.

EU niet verantwoordelijk voor werknemers

En dat is precies wat er gebeurt met de eerste 20 miljoen euro voor de weg van Nefasit iets ten noorden van de Eritrese hoofdstad Asmara, naar Zalambessa op de Ethiopische grens. In december 2018 gingen de lidstaten akkoord met het project. De verbetering van die weg wordt uitgevoerd door UNOPS, (the United Nations Office for Project Services) en die heeft de Europese Unie gegarandeerd dat die 20 miljoen alleen gebruikt zal worden voor het aanschaffen van materieel. Europa heeft niets te maken met de werknemers die dat werk zullen uitvoeren. Wel is duidelijk dat dat werk gedaan zal worden door ‘werknemers’ van The National service.

De wegen worden vooralsnog aangelegd met behulp van dienstplichtigen

De Europese Commissie volgt de logica van de Eritrese regering die stelt dat ze de eeuwigdurende dienstplicht pas kan afschaffen als er ander werk is voor die 140.000 mensen in de National Service. Het aanleggen van wegen schept banen. Maar de wegen worden vooralsnog aangelegd met behulp van de dienstplichtigen. Hmm.

Meer geld overhevelen

Als – zo beargumenteert de Europese Commissie – we nu deze kans niet grijpen om ons met de opbouw van Eritrea te bemoeien, zullen anderen – lees China – hun kans grijpen en raken we verder grip kwijt op het land en de regio. Afewerki zou toegezegd hebben dat de dienstplicht wordt ingeperkt tot achttien maanden, maar die belofte deed hij ook al eens in 2015.

Die eerste 20 miljoen euro smaken naar meer, want als je in de theorie gelooft leiden meer wegen tot meer banen en minder migranten in Europa, en dus heeft de Europese Commissie voorgesteld om de overgebleven 180 miljoen euro uit het Europees Ontwikkelingsfonds ook naar het noodfonds voor Afrika over te hevelen.

Maar het is al te laat, we staan voor een voldongen feit

Ik kwam hierachter omdat commissaris Mimica een persbericht verstuurde over de weg en zijn bezoek aan het land. Het Europees Parlement heeft maar weinig te zeggen over het Europees ontwikkelingsfonds en al helemaal niets over het noodfonds. Wel hebben we, door schade en schande wijs geworden, afgesproken dat bestedingen van fondsen in Eritrea altijd apart aan ons gemeld worden omdat het parlement de mensenrechtensituatie altijd aan de kaak heeft gesteld. Maar dat melden aan het parlement gebeurt vaak pas ter elfder ure. Door vragen te stellen kwam dit verhaal stukje bij beetje op tafel. Maar het is al te laat, nu staan we voor een voldongen feit.
In de Tweede Kamer heeft mijn collega Bram van Ojik minister Kaag gevraagd wat zij van deze constructies vindt. Haar antwoord was dat Nederland tijdens het overleg waarin door de lidstaten werd besloten over het Europees ontwikkelingsfonds hele kritische vragen heeft gesteld maar uiteindelijk toch akkoord zal gaan onder de voorwaarde dat er geen geld bij het regime terecht komt. Midden maart gingen alle lidstaten akkoord.

Zo hoeft de EU geen verantwoordelijkheid te nemen voor het welzijn van de wegwerkers

Recapitulerend: er gaat Europees ontwikkelingsgeld naar de VN die daarmee materiaal koopt om samen met de Eritrese regering eeuwigdurende dienstplichtigen de weg naar de vrede te laten aanleggen om daarmee – grote stappen snel thuis – migratie te voorkomen. Omdat het geld van het ene potje naar het andere verplaatst is, is er geen direct contact met de Eritrese regering zodat de Europese Unie geen verantwoordelijkheid hoeft te nemen voor het welzijn van de wegwerkers.

Waarvan akte.

Drie jonge Ethiopiërs over de plotselinge vrede met Eritrea

Wat Europa achterhoudt

De Eritrearoute in beeld

  1. Inmiddels zijn er naar schatting zo’n 175000 Eritreeërs naar Ethiopië gevlucht. ↩︎

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons