Achtergrond

Wereldjongeren: de omgeving waarin je opgroeit

Waar dromen jonge mensen op de hele wereld over? Wat doen ze om die dromen te verwezenlijken en welke obstakels moeten ze overwinnen? Deze week vertellen de Zuid-Afrikaanse Thabang en de Nederlandse Samira over hoe ze gevormd worden door hun sociale omgeving.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Een toekomst opbouwen in Zuid-Afrika is voor jongeren behoorlijk lastig: de jeugdwerkloosheid is er bijna 50 procent. Wat doe je als je geen bijbaan kunt vinden, maar wel geld nodig hebt om te kunnen studeren? Een sociaal netwerk om op terug te vallen is dan onmisbaar, maar daar gaat het vaak mis. Jongeren die in Zuid-Afrika zonder ouders opgroeien hebben te maken met veel vooroordelen, waardoor het lastig is om contacten te leggen en een netwerk op te bouwen.
Thabang Maake (23)
Thabang woont met zijn broertje en zus in Mamelodi, vlakbij de Zuid-Afrikaanse hoofdstad Pretoria, in het oude huis van zijn moeder. Toen zijn moeder in 2010 overleed terwijl zijn vader al uit beeld was, kwam hij bij SOS Kinderdorpen terecht. Hij zit nu in het YouthCan! programma, waar hij zich voorbereidt op een zelfstandig bestaan. In januari start hij met een nieuwe opleiding: communicatie. Op dit moment werkt hij als vrijwilliger voor een organisatie die voorlichting geeft over HIV.

Het zou wel makkelijker zijn als we meer te besteden hadden

“Als weeskind word je in Zuid-Afrika niet als alle anderen behandeld. Het is net alsof er voor ons geen plek in de wereld is. Mensen verwachten niet dat we presteren, en als we dat wel doen, vinden ze dat niet leuk. Dat merk je aan de manier waarop ze reageren. Het beste is om je eigen ding te blijven doen en ze te negeren, dat is tenminste het advies dat ik iedereen meegeef op de bijeenkomsten van SOS. Daar praten we over onze problemen en uitdagingen. Op die manier proberen we niet alleen onszelf, maar ook elkaar te helpen. Zelf kwam ik bij hen terecht toen ik wegens financiële problemen niet verder kon met mijn studie rechten. Ik kon geen beurs krijgen, omdat ik niet hard genoeg studeerde. De druk om te presteren voelde ik wel, maar die sloeg me lam. Nu besef ik dat ik alleen mezelf daarmee had.
Thabang neemt deel aan het project YouthCan! dat in maart dit jaar van start ging. Het project is bedoeld voor jongeren die weinig tot geen ouderlijke steun krijgen. Tijdens het project worden zij begeleid naar een zelfredzaam bestaan. SOS Kinderdorpen werkt samen met het bedrijfsleven om jongeren aan een baan te helpen en geeft trainingen waardoor ze zich beter kunnen voorbereiden op bijvoorbeeld sollicitatiegesprekken.
Sinds maart dit jaar zit ik in het YouthCan! programma. Daar krijgen we hulp bij het zoeken van werk en het opbouwen van een netwerk, zodat we later een baan krijgen. Als onderdeel van YouthCan! was ik afgelopen week op een conferentie in Ethiopië, met jongeren uit 47 andere Afrikaanse landen. Het ging vooral over empowerment van de jeugd. Afrikaanse jongeren krijgen constant te horen dat ze de toekomst van het continent zijn, maar we krijgen bijvoorbeeld niet genoeg kansen om te studeren.
Tweederde van de Zuid-Afrikaanse bevolking is 35 jaar of jonger. Negen op de tien kinderen gaan naar de middelbare school. Een opleiding is belangrijk om later voor jezelf te kunnen zorgen; ook blijkt dat wie hoger is opgeleid, minder vaak HIV krijgt. Bijna twee miljoen jongeren tussen de 19 en 24 jaar volgen geen onderwijs en hebben geen werk.
Door naar zo’n conferentie te gaan en door mijn vrijwilligerswerk bij Love Life, een organisatie die voorlichting geeft over HIV, werk ik aan mijn cv. Ook ga ik in januari beginnen aan een nieuwe opleiding, Public Administration en Communication Science. Dit keer gaat het me wel lukken om die af te maken. Het is een thuisstudie in deeltijd, dat scheelt. Daardoor kan ik ernaast werken en geld verdienen voor mijn opleiding en voor het levensonderhoud van mijn broertje en zus. Mijn broertje zit nog op de middelbare school en mijn zus zit werkloos thuis. We hebben steeds maar net genoeg geld om rond te komen, maar voor ons werkt het prima. Al zou het makkelijker zijn als we meer te besteden hebben.
Het liefst wil ik een platform creëren waar jongeren vrijuit kunnen vertellen wat ze willen en hoe ze zich voelen. Soms vind ik het lastig dat SOS Kinderdorpen me oplegt dat ik moet studeren en een baan moet vinden om onderdeel van het programma te mogen blijven. Het lijkt af en toe zo nutteloos. Je gaat werken, je betaalt belasting en uiteindelijk ga je dood. Ik wil op mijn manier meer uit het leven halen, maar er moet natuurlijk ook geld binnenkomen.”
Samira Rafaela (28)
Samira woont in een eigen appartement in Uitgeest. Ze is adviseur in de veiligheidssector, maar is naast haar fulltime baan ook sociaal ondernemer. Ze studeerde Bestuurskunde en heeft een master in Bestuurskunde in crisis- en security management.

Door de mix van culturen waarmee ik ben opgegroeid, sta ik makkelijk open voor nieuwe kennis

“Als kind wist ik al dat ik me wilde bezighouden met veiligheid, inclusiviteit en mensenrechten. Ik was toen al bezig met verschillende mensen, culturen en diversiteit en ik het veel nagedacht over waar die interesses vandaan komen. Dat is niet zo gek gezien mijn eigen identiteit. Ik ben zelf kwart Ghanees, kwart Nigeriaans, kwart Curaçaos en kwart Nederlands, mijn moeder is Joods en mijn vader islamitisch. Op jonge leeftijd was ik al bezig met deze verschillende culturen. Op jonge leeftijd ben ik sterk intrinsiek gemotiveerd geraakt om bezig te zijn met het creëren van veiligheid en sociaal-maatschappelijke vraagstukken. Van jongs af aan heb ik geleerd hoe belangrijk veiligheid en mensenrechten zijn. Juist door de geschiedenis van mijn joodse- en Afro-Caribische kant.

De succesformule die ik voor mezelf heb ontdekt, is: krijg inzicht in je eigen en andermans talenten, zoek informele mentoren – mensen die je inspireren of je verder kunnen helpen – en op een positieve manier bouwen aan je netwerk. Dit heb ik ontdekt door echt open te staan voor kennis, ervaring en wijsheid van anderen. Beginnen vanuit je nieuwsgierigheid. Door de mix van culturen waarmee ik ben opgegroeid, sta ik makkelijk open voor nieuwe kennis. En wanneer je meer kennis hebt, kun je gaan bouwen aan je netwerk: niet alleen sociaal, maar ook aan een kennisnetwerk. Ik probeer dat aan jongeren mee te geven. Als trainer heb ik ook met jongeren gewerkt en ze met dit soort vragen begeleid. Ik merk dat sommigen nog op het punt zitten van ‘wat kan ik toevoegen’? Ik spoor ze aan te ontdekken waar hun interesses en talenten liggen en hoe ze iets van toegevoegde waarde kunnen zijn. Inzicht krijgen in talenten en hun drijfveren is essentieel.

Ik heb nu mijn plaats gevonden als adviseur in de veiligheidssector, maar ik doe naast mijn fulltime baan nog veel meer. Zo ben ik sociaal ondernemer in de mode-industrie, waarbij ik in gesprek ga met veel organisaties. Ik heb modescholen bezocht in Ghana, en ben daar ook bij de ambassade op gesprek gegaan om kennis op te doen over het thema ondernemerschap en jongeren. Onlangs heb ik het eerste event van Young Diaspora Leaders georganiseerd. Dit is een netwerk voor jonge Afrikaanse ondernemers in Nederland en België. Centraal staat hoe ze effectief kunnen bijdragen aan de wereldeconomie. Ik ben eerst voor mezelf nagegaan waarom ik het netwerk wilde oprichten en ging daarna doelbewust op zoek naar gelijkgestemden om het event te organiseren en samen de missie te dragen.

Mijn moeder heeft me laten zien dat je je eigen ambities kunt inzetten om de wereld beter te maken

Heel veel mensen inspireren mij om veel verschillende redenen. Maar ik moet toch altijd aan mijn moeder denken. Zij is een voorbeeld als het gaat om hoe je je intrinsieke kracht inzet om je ambities na te streven. Ze heeft me laten zien dat je je eigen ambities kunt inzetten om de wereld beter te maken. Dat probeer ik te doen door middel van mijn activiteiten, educatie en training. Maar het is ook belangrijk om oprechte interesse te tonen in mensen en open te staan voor anderen. Stel de juiste vragen op een waarderende en positieve manier. Ik ben naast mijn werk ook actief in de politiek en als trainer bij onder andere de Nationale Jeugdraad. Ik krijg van al die dingen energie, maar ik besef ook dat ik niet alles tegelijk kan, daar houd ik rekening mee. Juist door al die afwisseling krijg ik de kans om de wereld door verschillende brillen te bekijken en leer ik veel verschillende mensen kennen.

Elke dag stel ik mezelf de vraag hoe ik kan bijdragen aan een wereld die iets vrediger en veiliger is. Met name op het gebied van veiligheid en inclusiviteit hoop ik, ook in de toekomst, een change agent te zijn.”

Dit artikel is het vijfde en laatste deel in de serie ‘Wereldjongeren’ in samenwerking met SOS Kinderdorpen. Lees hier deel 1, deel 2, deel 3 en deel 4.

In het kader van Wereldjongerendag (12 augustus) laat SOS Kinderdorpen een maand lang jongeren aan het woord over hun dromen en uitdagingen. De organisatie ontwikkelt voor kwetsbare jongeren werkgelegenheidsprogramma’s om hen naar werk en een zelfredzaam bestaan te begeleiden.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons