Over wat ten grondslag ligt aan de asielopvangcrisis in Nederland, hoeft historicus Leo Lucassen niet lang na te denken: “Politieke onwil.” Lucassen is behalve historicus ook hoogleraar arbeids- en migratiegeschiedenis aan de Universiteit Leiden ook directeur van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam én lid van de KNAW.
Lucassen dient populisten graag van repliek, wat hem de titel van ‘activistische wetenschapper’ opleverde. “Iemand moet het doen, halve en hele onwaarheden met feiten te lijf gaan”, zegt Lucassen daarover. Maar, zo zegt hij ook, hij spreekt als wetenschapper. Welke conclusie mensen daaruit trekken is aan hen.
Een eerdere versie van dit interview verscheen op OneWorld.nl op 20 december 2022. Een langere versie verscheen op MO*.be en Sociaal.net.
Aanzuigeffect bestaat niet
“De opvangcrisis is perfect oplosbaar”, zegt Lucassen. “De adviescommissie van de staatssecretaris van Asiel en Migratie (Eric van der Burg, red.) heeft jaren geleden al uitgetekend hoe je de opvang structureel kunt organiseren, namelijk door een goede buffer in stand te houden. Als je vervolgens niets met die plannen doet, kun je alleen maar van politieke onwil spreken.”
Die onwil, zegt de academicus, komt niet alleen door vrees voor de retoriek en verkiezingsstrategieën van extreemrechts. Er is ook de onterechte angst voor het bekende ‘aanzuigeffect’. “Rechtse én linkse politieke partijen delen de overtuiging dat een goed draaiend asielsysteem meer asielzoekers aantrekt. Maar dat is nooit wetenschappelijk aangetoond.” Sinds de chaos in Ter Apel twee jaar geleden begon, zijn er niet minder mensen naar Nederland gekomen, zegt Lucassen. “Zelfs als we van onze asielsystemen een puinhoop maken, blijkt dat dus geen effect op de aantallen te hebben.”
“Mensen kiezen niet om te vluchten naar land A of B omdat daar een goed opvangsysteem is”, zegt Lucassen. “Het begint met oorlog en vervolging. Mensen die vluchten doen dat vooral binnen het eigen land of de eigen regio. De kleine minderheid die erin slaagt om naar Europa te komen, laat zich leiden door bestaande sociale netwerken van landgenoten, welke taal in een land gesproken wordt, en natuurlijk ook of ze er kunnen werken. Dat het in het Verenigd Koninkrijk heel eenvoudig is om een zaak op te starten, is bijvoorbeeld een sterke pullfactor.”
Lucassen wijst er bovendien op dat vluchtelingen het niet voor het kiezen hebben. “Ze willen in de eerste plaats naar een veilige omgeving. Het is niet zo dat ze met een Neckermann-brochure op de schoot een selectie maken. De meesten komen niet met het vliegtuig of de trein naar hier, maar met mensensmokkelaars die hen vaak op een willekeurige plaats droppen.”
Kunnen cijfers liegen?
Beleidsmakers wijten de opvangcrisis aan een hogere instroom van asielzoekers. Volgens publieke berichtgeving zouden de aantallen in 2022 richting die van ‘piekjaar’ 2015 gaan. Dat klopt niet, aldus Lucassen. “Toen de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in oktober de cijfers voorlegde, bleek dat ze de ‘nareizigers’ (familieleden van statushouders, die over mogen komen, red.) meetelden. Dan kom je natuurlijk aan hogere aantallen.”
Hoe het dan wel zit? Nederland kwam tegen eind 2022 uit op 35.535 eerste asielaanvragen (cijfers januari 2023). “Dat is het gemiddelde van de jaren 90. Voor wie wil teruggrijpen naar piekjaar 2015: toen waren er 43.000 eerste asielaanvragen en in 1994 maar liefst 52.000.” Lucassen wijst erop dat Oekraïners geen deel uitmaken van de asielaanvragers, omdat zij onder een tijdelijk Europees beschermingsstatuut vallen.
De regering benadrukt steeds dat het schort aan Europese solidariteit als we kijken naar de verdeling van de opvang van asielzoekers over de EU-lidstaten. “Sommige lidstaten krijgen inderdaad meer asielaanvragen dan andere”, bevestigt Lucassen. “Tegelijk is de Europese Unie de rijkste regio ter wereld. Met een totale bevolking van 450 miljoen mensen vangen we jaarlijks een half miljoen asielzoekers op. Dat kunnen we zeker aan, ook als de verdeelsleutels niet zo goed werken. En het veelgehoorde argument dat ons socialezekerheidsstelsel door de knieën zou zakken, is niet erg overtuigend als je bedenkt dat dit in de jaren 90, met veel meer asielaanvragen en een slechter draaiende economie, ook niet is gebeurd.”
Vierderangsburgers
De hoogleraar pleit voor een feitelijkere discussie en meer menselijkheid, maar wil niets opdringen. We moeten zelf verzinnen welke samenleving we willen, klinkt het nuchter. Maar, voegt Lucassen toe, ook wie eigenbelang vooropstelt zou tot andere keuzes kunnen komen dan de muren hoger optrekken. “Willen we door de stad wandelen langs bedelende kinderen en portieken waar mensen op kartonnen bedden slapen? Ik vind het persoonlijk een menselijke plicht om mensen minstens de meest basale zorg te bieden. Maar het is ook in het belang van de samenleving om mensen niet aan de straat over te leveren.”
Het gesprek moet ook eerlijker, vindt Lucassen. We moeten ons de vraag stellen wie onze muren metselt, wie in onze havens en in onze huishoudens werkt. “Mensen zonder wettig verblijf mogen niet deelnemen aan de samenleving, maar ze mogen wel deel uitmaken van onze economie. We creëren openingen in het illegale arbeidscircuit omdat we goedkope arbeid nodig hebben. Het is een kwestie van rechtvaardigheid dat je dat op een bepaald moment valideert, door mensen volwaardig burgerschap te gunnen. Doe je dat niet, dan creëer je een klasse van vierderangsburgers, waar je enkel van profiteert.”
Interview gaat verder onder de foto.
De positieve kijk
Migratie heeft positieve kanten. Dat is een pleidooi waar Lucassen vaak op terugkomt, doelend op de noden op onze arbeidsmarkt en de vergrijzing. “We zullen arbeidskrachten nodig hebben. De krapte op de arbeidsmarkt zal niet verdwijnen. Dat betekent dat onze regeringen sneller en veel efficiënter moeten inzetten op integratie.”
In het boek Migratie als DNA van Amsterdam, dat in 2021 verscheen, beschrijft Lucassen samen met zijn broer Jan hoezeer de geschiedenis van Amsterdam is verweven met allerlei migratiestromen. Zonder die migratiemobiliteit, schrijven de broers, had Amsterdam nooit de dominante, welvarende en dynamische positie kunnen bereiken die de stad al eeuwen kenmerkt.
We moeten volgens Lucassen de verhitte debatten over migratie omkeren en inzien dat migratie een sterk economisch karakter heeft. “Tegenstanders van migratie moeten zich afvragen welke economie ze willen, of die competitief moet blijven en welke prijs ze bereid zijn te betalen voor arbeid. In sectoren als distributie, logistiek, slachthuizen en land- en tuinbouw werken vooral Polen, Roemenen en Bulgaren. Ze doen dat in arbeidsomstandigheden met hyperflexibele werkschema’s waar de meeste Nederlanders voor passen. Dus wie bang is voor migratie en verlies van welvaart, zal moeten snijden in de economie. Alleen hoor je daar geen enkele rechtse partij over.”
Grimmig gesprek
In het gepolariseerde discours over migratie ligt de focus bij de tegenstanders van migratie hoofdzakelijk op asielzoekers, zegt Lucassen. “Het idee is dat vluchtelingen indringers zijn die onze stabiele samenleving bedreigen. Dat is niet nieuw want ook in de jaren negentig werd er negatief gesproken over migratie en vluchtelingen.” Het verschil met vandaag is dat het gesprek, sinds 9/11, veel grimmiger en soms uitgesproken apocalyptisch is geworden.
“Tegenwoordig weet bijna iedereen wat de term ‘omvolking’ betekent. Het idee dat Nederlanders vreemdelingen of minderheden in eigen land dreigen te worden, hoorde je nauwelijks in de jaren 90. Een deel van de bevolking ziet immigranten als een regelrechte bedreiging voor hun eigen status. Dat zie je heel goed bij de white supremacy-beweging in de VS. Die vreest dat migranten van kleur en hun nakomelingen zich niet meer aan de segregatie houden en hen op de sociale ladder zullen passeren. Dat is een belangrijke drijfveer om in complotideeën te geloven.”
De populistische framing van migranten als bron van alle kwaad vertroebelt de werkelijke oorzaak van het ongenoegen, zegt Lucassen. “Er is een toenemende ongelijkheid. Dat is geen gevolg van migratie maar van decennia neoliberale politiek.”
Drie tips voor politici
Hoe moeten politici omgaan met dat fel polariserende onderwerp migratie? Daar hoeft Lucassen niet lang over na te denken. “Het is sowieso nuttig om je bij de feiten te houden, maar ook om het fenomeen migratie in een breder en historisch perspectief te plaatsen. We moeten het debat voeren over de belangrijkste oorzaak van immigratie, namelijk de structuur van onze economie en onze arbeidsmarkt.”
“Verder kan het geen kwaad het non-discriminatiebeginsel uit onze Grondwet serieuzer te nemen. Politici hebben de taak om vormen van stigmatisering, uitsluiting en institutionele discriminatie te benoemen en bestrijden. Dat impliceert dat ze afstand moeten nemen van radicale partijen die migranten en hun nakomelingen demoniseren en als een existentieel probleem afschilderen.”
Dit is een bewerkte versie van een interview dat verscheen op MO*.be en Sociaal.net.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand