Ruim een week na de aanval van Hamas op Israël en de vergeldingsaanvallen van het Israëlische leger op Gaza zijn de kaarten van de internationale gemeenschap geschud. Ook deze keer blijkt dat veel westerse grootmachten onvoorwaardelijk achter Israël staan. Waarom zijn zoveel geopolitieke supermachten gebaat bij een bezet Palestina?
Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 24 mei 2021 op OneWorld.nl.
De grenzen van het gebied waar Israël en Palestina liggen dateren uit 1916, toen de Britten en Fransen een enorm stuk van het Midden-Oosten in vieren deelden: Syrië, Libanon, Jordanië en Palestina. Die gebieden waren toen nog van de Ottomanen, maar werden in de Eerste Wereldoorlog door de Britten en Fransen veroverd, met hulp van de Arabieren. Maar wat waren hun belangen daar?
Groot-Brittannië: christelijk zionisme en een vroege bondgenoot
Met de Fransen had het Verenigd Koninkrijk in 1916 afgesproken dat Palestina na de verovering onder ‘internationaal bestuur’ zou staan, maar al na een jaar trokken de Britten er hun eigen plan. De Britse minister van Buitenlandse Zaken Arthur Balfour beloofde dat Groot-Brittannië Joodse migratie vanuit Europa naar Palestina zou faciliteren, om uiteindelijk een Joodse staat te creëren. Op dat moment was slechts 9 procent van de Palestijnse bevolking Joods. De Britten hoopten op die manier niet alleen de Joden te beschermen tegen het toenemende antisemitisme in Europa, maar wilden ook een bondgenoot in de buurt van het Suezkanaal. Dat kanaal vormde namelijk de snelste route naar India – toen nog een Britse kolonie.
De belangrijke historische en religieuze rol die het gebied in het Jodendom speelt, woog mee in de keuze voor deze locatie, maar was niet doorslaggevend. Zeker vóór het ontstaan van Israël was het zionisme1 voor Joden namelijk nog een overwegend seculiere, dus niet-religieus gedreven ideologie. Een nieuw thuisland diende voornamelijk om te ontsnappen aan antisemitisme en het tweederangs burgerschap dat veel Joden in Europa hadden. Immigratie naar Groot-Brittannië was geen optie. In 1905 had Balfour namelijk al de Aliens Act opgesteld, die de immigratie van Russische Joden naar het eiland sterk verhinderde, en juist in de jaren 30 werd immigratie naar de VK nagenoeg onmogelijk gemaakt.
De tegenstrijdige houding van Balfour ten opzichte van de Europese Joden valt deels te verklaren door zijn geloof in christelijk zionisme. Christelijk zionisten geloven dat het einde der tijden aanbreekt en Jezus terugkeert als de Joden ‘terug’ naar hun ‘thuisland’ gaan. Christelijk zionisme is van oorsprong een antisemitische overtuiging: Joden konden onmogelijk deel uitmaken van het Engelse volk, en moesten letterlijk ‘terug naar hun eigen land’. Vandaag de dag is het christelijk zionisme nog steeds erg populair, bijvoorbeeld onder Amerikaanse Republikeinen.
Het bestaan van de staat Israël was dus niet mogelijk geweest zonder invloed van het Verenigd Koninkrijk, al remde het VK de migratie naar Palestina in de jaren 30 en 40 ook af, om de Palestijnen te vriend te houden. Zij zagen in de komst van de zionisten een verhulde vorm van Brits kolonialisme. De beslissing om Joodse migratie in de jaren 30 te verhinderen had achteraf gezien grote gevolgen.
De Verenigde Staten: een bolwerk in het Midden-Oosten
In 1948 stemde de VN voor de oprichting van de staat Israël. In dat jaar verdreef Israël 750 duizend Palestijnen uit hun land in wat de Palestijnen de ‘Nakba’ (catastrofe) noemen. Op de Arabische landen na stemde het overgrote deel van de VN vóór de oprichting. Met name het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk steunden Israël vanaf het begin, al werden de belangen van het VK kleiner toen India onafhankelijk werd (1947) en Egypte het Suez-kanaal veroverde (1956).
Een andere nauwe bondgenoot verscheen niet veel later op het toneel: nadat Israël in de beroemde Zesdaagse Oorlog (1967) de Westelijke Jordaanoever, Gaza, de Sinaïwoestijn en de Golanhoogte veroverde op respectievelijk Jordanië, Egypte en Syrië begon de VS Israël te steunen . Bij elk daaropvolgend conflict verhoogde de VS de financiële steun aan Israël.
De VS zag in Israël een bondgenoot die opgewassen was tegen het anti-westerse panarabisme in de regio, dat tijdens de Koude Oorlog een bedreiging vormde voor de belangen van de kapitalistische VS. Het panarabisme, aangehangen door onder andere president Nasser van Egypte, was een antikoloniale en socialistische beweging die de vereniging van de Arabische wereld nastreefde. In dat plan kon een staat als Israël niet bestaan. Met hulp van Israël wist Amerika panarabische staten als Egypte, Syrië en Irak onder controle te houden.
Vandaag de dag werken de VS en Israël zeer nauw samen. Israël deelt geavanceerde wapentechnologie en inlichtingen over het Midden-Oosten in ruil voor financiële en diplomatieke steun. Zo staat het hoofdgebouw van het Israëlische wapenbedrijf Rafael, ontwikkelaar van onder andere het raketafweersysteem Iron Dome, in Washington. De Iron Dome haalt al jaren duizenden Hamas-raketten uit de lucht. Voor de VS is deze band met Israël een goedkope en veilige manier om permanente invloed uit te oefenen in een regio die erg ver weg ligt.
Europese Unie: ‘een onbetrouwbare bondgenoot’
Arabische wereld: banden worden genormaliseerd
Ook de Arabische wereld stelt zich de laatste jaren steeds vriendelijker op tegenover Israël. Egypte en Jordanië sloten in 1979 en 1994 vrede met Israël (in verband met de Zesdaagse Oorlog in 1967). Mede vanwege die nauwe band communiceerde Israël via Egypte in de onderhandelingen met Hamas over een staakt-het-vuren in 2021. In 2020 verbeterden ook Sudan, de Verenigde Arabische Emiraten, Bahrein en Marokko officieel de banden met Israël. Marokko verbood in 2021 een pro-Palestijnse solidariteitsdemonstratie. Daarnaast is het geen geheim dat ook Saudi-Arabië en Oman nauwe banden onderhouden met Israël.
Die normalisering van de onderlinge verhoudingen komt ten dele door de zwakkere positie van de panarabisten, voor wie de Palestijnse onafhankelijkheidsstrijd een politiek fundament was. Met het overlijden van grote voorvechters, zoals de Egyptische president Nasser, de Libische leider Gaddafi en de Palestijnse verzetsstrijder Arafat, stierf de droom van een panarabische staat ook beetje bij beetje. Israël speelde een sleutelrol in het ondermijnen van het panarabisme, door oorlog na oorlog te voeren, en zo – met steun van de VS – de landen in de regio te destabiliseren.
Net als de EU zeggen de Arabische landen het liefst vrede in Israël/Palestina te willen zien. Maar – net als de EU – niet ten koste van hun eigen welvaart. Uit angst dat het wegvallen van Israël ten koste zou gaan van westerse invloed in het Midden-Oosten, nemen deze grootmachten de kolonisatie van Palestina door Israël op de koop toe. De status quo – de bezetting van Palestina – blijft voor hen voorlopig voordeliger dan de bevrijding van Palestina.
Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 24 mei 2021 op OneWorld.nl.
- Het streven van een groep Joden naar een eigen Joodse staat ↩︎
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand