Wat is ‘Antifa’? Wat doet ‘Antifa’?
‘Antifa’ is kort voor ‘antifascisme’. “Het is geen afgebakende organisatie of groep, maar een vorm van georganiseerd verzet tegen fascistische dreiging”, vertelt vreer verkerke (61). Hen is al jaren actief bij BIJ1 en bij antifascistische organisaties als Mokum tegen Fascisme en Platform Stop Racisme en Fascisme. Antifa is dus geen organisatie, maar eerder een reactie van linkse activisten op opkomend fascisme. En tussen die activisten is veel diversiteit. verkerke: “Het is niet alleen een groepje radicaal linkse krakers. De strijd wordt steeds intersectioneler: ook joden, moslims, en trans personen sluiten zich aan.”
Dat ziet ook Joke Kaviaar (59), net als verkerke doorgewinterd activist: “Momenteel zijn veel queers en trans personen actief, omdat wij direct bedreigd worden door de retoriek van het fascisme.” De meeste antifascistische acties in Nederland zijn demonstraties of gerichte acties om bijeenkomsten van extreemrechtse groepen te bemoeilijken. “Verhinderen, verstoren, blokkeren. Daar gaat het om”, zegt Kaviaar. “Eerst proberen we de bijeenkomst te verhinderen door de locatie te wijzen op welke groep ze een podium geven.” En als dat niet lukt? “Dan verstoor je de bijeenkomst door lawaai te maken of een tegendemonstratie te organiseren. Vaak komen fascisten dan op ons af en filmen ze ons. Bij een demonstratie in oktober ontstond een soort standoff: gingen we voor hun neus staan met onze vlaggen en tegen hen aan staan brullen, tot ze zich terugtrokken of door de politie werden afgevoerd.”
Zulke strategieën waren afgelopen voorjaar te zien in een actie van AFA (Antifascistische Actie) Fryslân. Tijdens de verkiezingen in maart organiseerde FvD een bijeenkomst in theater de Lawei in Drachten. Antifascisten stuurden mails naar de eigenaar waarin ze verzochten de bijeenkomst te annuleren. Toen het theater daar geen gehoor aan gaf, besloot AFA Fryslan tijdens de bijeenkomst met een paar honderd mensen tegenover het theater te demonstreren.
Behalve met concrete acties zijn antifascisten ook bezig met het monitoren van extreemrechts. In Nederland brengt de antifascistische onderzoeksgroep Kafka sinds 1988 extreemrechts in kaart. Hierbij noemen de journalisten de namen van prominente extreemrechtse figuren, maar openbaren ze nooit adresgegevens of telefoonnummers.
Waar komt ‘Antifa’ vandaan?
“Antifascistische groepen ontstonden in Europa al ver voor de Tweede Wereldoorlog, in de jaren twintig en dertig”, vertelt Daniël Knegt, die als historicus gespecialiseerd is in fascisme. “Deze groepen waren een reactie op de opmars van het fascisme in Europa. Aanvankelijk beperkte het antifascisme zich voornamelijk tot politieke partijen met marxistische denkbeelden, maar tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) zien we een verschuiving. Toen betekende antifascisme heel concreet: strijden tegen Franco.” De generaal Francisco Franco was dictator van Spanje van 1939 tot zijn dood in 1975. Hoewel hij meestal niet als fascist wordt gezien, werd hij wel door Hitler en Mussolini gesteund.
In de Tweede Wereldoorlog namen de geallieerden antifascistische idealen over. Hun oorlogsdoel werd onder andere het uitroeien van fascisme. Na de oorlog kwam hier echter kritiek op, omdat geallieerden hun eigen fascistische elementen zouden witwassen. Het doelwit van antifascistische groepen veranderde hierdoor vanaf de jaren 60. Knegt: “Grassrootsbewegingen zien fascisme vanaf dat moment als een wijdverbreid maatschappelijk fenomeen dat ze moeten bestrijden. Ze interpreteren fascisme erg ruim. Het nieuwe links is tegen fascisme in Vietnam, in Den Haag, in de gemeenteraad, op de werkvloer, en bij jou thuis.” Wat vooral opvalt, is dat antifascisten zich niet langer verzetten tegen een fascistische staat, maar proberen de terugkeer van fascisme te verhinderen.
Zo ging dat bijvoorbeeld bij de Nederlandse AFA (Anti-Fascistische Aktie). Deze antifascistische groep ontstond in 1992, maar haar wortels zijn terug te voeren tot de jaren 80, toen antimigratieretoriek toenam in Nederland. AFA kwam voort uit de krakersbeweging en richtte zich vooral op de extreemrechtse politicus Hans Janmaat. Janmaat kreeg met zijn Centrumpartij in 1982 een zetel in de Tweede Kamer, waarmee extreemrechts voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog in het parlement zat. Als gevolg nam het antifascistisch verzet in Nederland enorm toe, volgens Knegt aanvankelijk met bredere steun van de Nederlandse bevolking.
Waarom heeft ‘Antifa’ een slecht imago?
De brede steun voor antifascistische acties in de jaren 80 was alleen niet van lange duur. In een berucht voorval in 1986 verloor Janmaats partner Wil Schuurman haar been, toen door een nog altijd onbekende oorzaak brand ontstond in een hotel in het Utrechtse Kedichem, waar Janmaat met Kamerleden van de Centrumpartij had afgesproken. Schuurman sprong uit het raam van het hotel om aan de ontstane brand te ontsnappen en kwam daarbij ongelukkig terecht. De politie arresteerde 72 personen, van wie vijf uiteindelijk een halfjaar celstraf kregen voor openlijke geweldpleging.
Hoewel voor de brand nooit iemand is berecht, geldt ‘Kedichem’ als een keerpunt in de reputatie van antifascistisch verzet in Nederland. Tot ergernis van activisten als Kaviaar: “Kedichem wordt er voortdurend bij gehaald en geframed als een intentionele aanslag, terwijl het dat niet was. Tegelijkertijd wordt het geweld van extreemrechts aan de lopende band gebagatelliseerd. Het is meten met twee maten. Afgelopen november stormde een troep racisten, aangemoedigd door de overwinning van de PVV, een hotel in Kijkduin binnen om te eisen dat de vluchtelingen daar zouden vertrekken. Maar daar gaat het gesprek nauwelijks over.”
verkerke deelt Kaviaars ergernis: “Het idee dat ‘Antifa’ gewelddadig zou zijn is flauwekul en een spin van rechts. Tot nu toe gebruikt de beweging in Nederland alleen geweld tegen dingen; vrijwel nooit tegen mensen.” En de jongen dan, die afgelopen november tijdens de laatste verkiezingscampagne Baudet op zijn hoofd sloeg met een bierflesje? Die is volgens verkerke een uitzondering: “Dat was geen georganiseerde aanval vanuit de beweging.” Volgens het AD zou de jongen deel uitmaken van AFA Noord, een Antifa-groep uit het noorden van het land, maar dat sprak AFA Noord later tegen.
verkerke was van het hele voorval niet zo onder de indruk: “Baudet een klap geven, is dat nou iets om je over op te winden? Extreemrechts herhaalt telkens weer dat we gevaarlijk zijn, om ons in diskrediet te brengen. Ze hebben een megafoon waarmee ze schreeuwen dat hun arm is afgehakt zodra ze een splinter in hun mouw hebben. Zo ervaren wij meer repressie, terwijl hun gevaarlijke agenda ruim baan krijgt.” Kaviaar valt bij: “Als mensen zich bedreigd voelen door de normalisering van het fascisme, is het begrijpelijk dat ze zich verzetten.”
Baudet sprak de dag na het bierflesjesincident van een ‘politieke aanslag’. Zijn partij stelde dat Antifa op de terreurlijst moest, iets waar de FvD-leider al jaren voor pleit. In een WNL-uitzending uit 2020 noemde hij Antifa al een ‘terreurorganisatie’, die protesten zou kapen om te kunnen plunderen en brand te stichten. Een jaar later vroeg hij zich tijdens een demonstratie op het Jaarbeursplein in Utrecht luidkeels af waarom ‘we niet normaal antifa’s op hun bek hebben kunnen slaan,’ toen antifascisten een halfuur lang de samenkomst hadden verhinderd.
Net als verkerke en Kaviaar ziet historicus Knegt vooral geweldloos verzet in de acties van antifascisten, hoewel hij ook een risico ziet. “Zodra alle middelen geoorloofd zijn om vermeend fascisme te bestrijden, kan het wel gevaarlijk wórden. Maar in de praktijk zien we voorlopig alleen bij uitzondering geweldpleging. Over het algemeen waarschuwen antifascisten voor het gevaar van extreemrechts via demonstraties en stickers. En waarschuwen voor politieke tendensen is een legitiem doel in een democratie.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand