In 1884 was San José, de hoofdstad van Costa Rica, een van de eerste steden ter wereld met een elektriciteitsnet. Vijfentwintig straatlampen werden aangedreven door een waterkrachtcentrale. Ook nu, zo'n honderddertig jaar later, is Costa Rica nog altijd een koploper op energiegebied. Het land heeft zich als doel gesteld om in 2021 volledig op duurzame energie over te zijn gegaan. Het ziet ernaar uit dat zij een eind op weg zijn: vorige maand kondigde het staatsenergiebedrijf aan dat zij een record hadden gevestigd door de eerste vijfenzeventig dagen van dit jaar volledig op groene energie te draaien. De afgelopen jaren schommelde het aandeel aan duurzame energie in Costa Rica rond de 95 procent.
Verboden
“Het is simpel: wij willen geen olie meer”, vertelt Ronny Rodriguez, vice-minister van Milieu en Energie in Costa Rica. De enkele kolencentrales die het land telt, zijn in handen van de overheid. Verdere exploitatie van olie en gas is verboden sinds 2011, waardoor private bedrijven zich alleen op duurzame energie kunnen richten. Een lange rechtszaak met het Amerikaanse oliebedrijf Mallon volgde, die in 2000 de exploitatierechten van olievelden hadden gewonnen. Costa Rica won de rechtszaak.
Van de duurzame energie wordt 67 procent opgewekt met water, met de krachtige rivieren in het land. “Maar in deze tijden van klimaatsverandering is het belangrijk niet meer alleen afhankelijk van water te zijn”, zegt Rodriguez. “We kunnen met plotselinge droogte te maken krijgen.”
De laatste jaren richt Costa Rica zich dan ook steeds meer op andere bronnen: zonne-energie, biomassa, windenergie en geothermische energie. Voor dat laatste hoeven ze slechts tot drie kilometer diepte te boren; dan al wordt water zo sterk verhit vanwege alle vulkanische activiteit dat er genoeg druk wordt opgebouwd om een turbine aan te drijven. De grootste barricade voor geothermische energie voor Costa Rica is de verkalking van het buizensysteem.
Naar de buurlanden
Er ligt een elektriciteitsnet dat Costa Rica verbindt met de andere landen in Midden-Amerika, waardoor het ook makkelijk is om duurzame elektriciteit te exporteren. Hiermee zou elektriciteit een groeiend exportproduct kunnen worden. Ook de kennis van het land op het gebied van energie wordt steeds meer geëxporteerd, door tegen lage kosten experts voor advies naar buurlanden te laten afreizen. Momenteel steunt de Costa Ricaanse economie voornamelijk op de productie van microchips en op ecotoerisme.
Maar het is niet allemaal rozengeur en hydro-elektriciteit. Om stroom op te wekken moeten er dammen aangelegd worden, waarmee niet iedereen altijd even gelukkig is. Een stuwdam in de Rio Savegre in het natuurpark Manuel Antonio werd vooralsnog tegengehouden: men vreest milieuschade wanneer de rivier afgedamd wordt, en ook de toeristische industrie, die sterk leunt op het raften op deze rivier, zal er sterk onder lijden. Het betrokken energiebedrijf ICE belooft vervangende werkgelegenheid in de hydro-elektriciteit, maar eerdere projecten in het land laten zien dat dit zich veelal beperkt tot tijdelijke banen tijdens de constructie. Tegenstanders zien de regering liever alleen nog maar inzetten op geothermiek en zonne-energie.
Eigen auto
Daarnaast valt er in Costa Rica nog veel te winnen op het gebied van transport: veel mensen hebben hun eigen auto, en maar zo'n tweehonderd daarvan zijn elektrisch. De regering probeert in te zetten op hybride systemen voor het openbaar vervoer, omdat puur elektrische aandrijving lastig is met al het hoogteverschil.
Of de Costa Ricanen een tip hebben voor Nederland? “Maar wat wij hebben gemerkt is dat het goed werkt om altijd iedereen te betrekken. Daarom organiseren we Energie Dialogen, waarbij industriëlen, politici en boeren met elkaar rond de tafel gaan zitten om een plan voor de toekomst te maken”, zegt de milieuminister.
Foto's: Eline van Nes