“Volgens mij gaat het niet eens om ons” zegt Aysel. “Soms krijg ik om elf uur in de avond nog mails van docenten. Het lijkt echt alsof sommige docenten geen leven hebben. Alsof ze alleen maar met ons bezig zijn. Ik zou echt niet zoveel kunnen werken. Al helemaal niet als ik later nog een gezin heb. Als ik wegloop van werk, dan wil ik er de volgende ochtend pas weer aan denken. En dan zeuren wij nog dat er niet snel genoeg wordt nagekeken, en zo. Mijn moeder zegt dat ik ook juffrouw moet worden omdat het volgens haar een mooi beroep is voor een vrouw. Veel vakantie en dat is best handig als je later kinderen hebt. Maar volgens mij is het dus helemaal geen handig beroep”.
“Het lijkt echt alsof sommige docenten geen leven hebben.
“Dan kan jij toch leraar worden?” zegt Aysel. “Nee, ik zou geen les kunnen geven. Ik heb denk ik het geduld er niet voor. Ik word al gek als ik mijn broertje moet helpen met zijn huiswerk, laat staan een hele klas. Nee, man. Dan moet ik echt veel geld krijgen”, zegt Jacob. “Je zegt net tegen mevrouw Floret dat wij juist gezellig zijn en dat het niet zo erg is!?” roept Aysel. “Ja, dat is zo… Maar wij zijn toch ook gezellig? Toch? Mevrouw?”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand