Als Haïti het nieuws haalt, is dat zelden positief. Het armste land van Latijns-Amerika staat steevast in de top van armste landen ter wereld; het bruto binnenlands product was in 2020 ruim 1000 dollar per persoon. In de naburige Dominicaanse Republiek was dat vijf keer zoveel en in Nederland ruim tien keer zoveel. De gemiddelde Haïtiaan wordt 64 jaar; de gemiddelde Dominicaan tien jaar ouder.
Haïtiaanse vluchtelingen en migranten worden in het buurland, maar ook elders ter wereld, gediscrimineerd en uitgebuit. De Dominicaanse regering schat dat zo’n 500.000 Haïtianen in de Dominicaanse Republiek leven, op een totale bevolking van bijna 11 miljoen. Om Haïtiaanse vluchtelingen en migranten buiten de deur te houden, liet de Dominicaanse president een muur bouwen langs de hele grens. In 2020 had de regering al besloten dat Haïtiaanse plantagemedewerkers geen pensioen krijgen.
Waar de DR bekendstaat om zijn all inclusive-resorts voor westerse toeristen, staat Haïti bekend om een stroom aan ellende; politieke chaos is er vrijwel permanent en er zijn veel rellen en ontvoeringen. In juli 2021 werd president Moïse ’s nachts door twintig mannen vermoord in zijn slaapkamer in hoofdstad Port-au-Prince. En dan heeft het land ook nog te kampen met problemen als ontbossing, doordat houtskool voor de meeste Haïtianen nog altijd de belangrijkste energiebron is. Op satellietbeelden is de grens tussen het dorre Haïti en de groene DR goed zichtbaar.
Artikel gaat verder onder de foto.
Opstand op de Parel van de Antillen
Hoe kunnen twee landen die beide gekoloniseerd zijn en één eiland delen, zo verschillend zijn? We spoelen terug naar 1492, het jaar dat Columbus voet aan wal zette op het eiland dat hij Isla Hispaniola doopte. De twee daaropvolgende eeuwen koloniseerden de Spanjaarden het eiland. Aan het einde van de Negenjarige Oorlog in 1697 moest Spanje ongeveer een derde van het oppervlak afstaan aan Frankrijk. De Fransen noemden ‘hun’ oostelijke deel Saint-Domingue (nu Haïti); het westen ging onder Spaanse vlag verder als Santo Domingo (nu de Dominicaanse Republiek).
De Fransen maakten honderdduizenden mensen uit met name West-Afrika tot slaaf gemaakt en buitten hen uit op Saint-Domingue op suiker-, koffie- en katoenplantages. De helft van hen overleed binnen een jaar na aankomst – vaak door ziekte, mishandeling of suïcide. Geen andere kolonie leverde de Fransen zoveel geld op. Van alle door Europa geïmporteerde koffie kwam 60 procent uit Haïti, en 40 procent van de suiker. Maar toen Frankrijk in 1789 in de ban kwam van de Franse Revolutie, rees steeds vaker de vraag hoe de slavernij nog met de verlichte kernwaarden vrijheid, gelijkheid en broederschap te rijmen was.
De verlichte Franse regering verleende in 1792 burgerschap aan de zogenoemde ‘vrije mensen van kleur’, veelal kinderen van een witte vader en een zwarte moeder. Maar de witte overheersers op Saint-Domingue zelf waren niet van plan zich aan die wet te houden. Het ontketende een opstand onder de ‘vrije mensen van kleur’, waar de tot slaaf gemaakte mensen zich bij aansloten. Binnen een paar weken waren 100.000 mensen op de been, onder leiding van Toussaint Louverture, die geboren was als tot slaaf gemaakte en het had geschopt tot generaal.
Zij werden met wapens en militairen gesteund door de Spanjaarden, die de Franse macht graag wilden indammen. Huizen en plantages werden platgebrand, witte overheersers werden vermoord. In 1794 schafte de Franse regering noodgedwongen de slavernij af in niet alleen Saint-Domingue, maar alle Franse koloniën. Het is het enige voorbeeld in de geschiedenis waarbij een opstand van tot slaaf gemaakte mensen succesvol uitpakte.
Slavernij ‘voor eeuwig afgeschaft’
De strijd was echter niet voorbij. Eerst namen de opstandelingen het op tegen de Spanjaarden en Britten, die de Franse kolonie probeerden te veroveren. Om daarna te strijden tegen Napoleon Bonaparte, die de slavernij – zonder succes – wilde herstellen. Op 1 januari 1804 werd Haïti uitgeroepen: de eerste onafhankelijke, zwarte republiek in de moderne geschiedenis. Door de witte band van de Franse vlag (blauw-wit-rood) weg te laten, werd de Haïtiaanse vlag gemaakt. In zijn kersverse grondwet nam Haïti, als eerste land ter wereld, op dat slavernij ‘voor eeuwig is afgeschaft’.
Maar dan? Hoe leid je een land dat volledig is kaalgeplukt door kolonialen? Plantages, gebouwen en infrastructuur waren bij de opstanden verwoest, leiders waren verbannen of vermoord. Er was geen geld en vrijwel niemand had bestuurlijke ervaring. Daarbij bestonden, verklaart Haïti-expert Oliver Gliech in Deutsche Welle, de Franse plantages uit Afrikanen uit veel verschillende etnische groepen, die weinig met elkaar gemeen hadden, in tegenstelling tot de tot slaaf gemaakte mensen in de Spaanse kolonie.
Twintig jaar na de onafhankelijkheid van Haïti eiste oud-bezetter Frankrijk maar liefst 125 miljoen gouden francs van Haïti, als ‘herstelbetalingen’ voor verlies van de lucratieve mensenhandel. Niet akkoord gaan was geen optie: Frankrijk dreigde Haïti niet te erkennen als onafhankelijke staat, te zullen blijven aanvallen en er alles aan te doen om handel tussen Haïti en andere landen te boycotten. Frankrijk had vrij spel omdat andere machtige landen zoals de VS Haïti evengoed niet erkenden, uit angst dat er ook bij hen een opstand zou uitbreken onder tot slaaf gemaakte mensen.
De eis van Frankrijk werd later teruggebracht naar 90 miljoen francs. Omgerekend zou het nu om ongeveer achttien miljard euro gaan. De afbetaling duurde tot 1947 – maar liefst 122 jaar later – en banken als Citibank en Rothschild verdienden grof geld aan de afhandeling van de omgekeerde herstelbetalingen plus rentes.
Door de gigantische schuld kon er nauwelijks geïnvesteerd worden in de nieuwe republiek. Onderwijs, infrastructuur en gezondheidszorg bleven onderontwikkeld. Die achterstand is er nog altijd. Zo is bijna 40 procent van de Haïtianen analfabeet (tegenover 8 procent in de Dominicaanse Republiek). Scholen kampen met tekorten aan goede docenten en lesmateriaal. De relatief kleine groep Haïtianen met een opleiding vertrekt veelal naar het buitenland om daar verder te studeren of te werken. Van de duizend kinderen overlijden er zestig voordat ze vijf jaar oud zijn (tegenover 28 in de Dominicaanse Republiek).
Natuurrampen en politieke chaos
Frankrijk is overigens niet in zijn eentje verantwoordelijk voor de huidige staat van Haïti, geeft Millery Polyné aan. Hij is een Haïtiaanse Amerikaan en als historicus aan de universiteit van New York gespecialiseerd in het Caribisch gebied in het algemeen en Haïti in het bijzonder. Ook de Verenigde Staten, die Haïti tussen 1915 en 1934 bezetten, en slecht Haïtiaans leiderschap treffen blaam. Daarnaast zijn er naar schatting 10.000 ngo’s actief in Haïti. “Zij kunnen de staat verzwakken, bijvoorbeeld wanneer het gezag van de staat wordt omzeild en Haïtiaanse expertise wordt genegeerd.”
Door de ligging in seismologisch actief gebied is Haïti gevoelig voor aardschokken. Wat voor desastreuze gevolgen dat kan hebben, werd zichtbaar in 2010, toen er tussen de twee- en driehonderdduizend dodelijke slachtoffers vielen. Die aardbeving zou voor ieder land rampzalig zijn geweest, maar in Haïti was de natuurramp van wel heel catastrofale omvang.
Sindsdien werd het land nog verschillende keren getroffen door natuurrampen. Waar veel andere landen budget vrijmaken om zich beter te wapenen tegen toenemend natuurgeweld, gebeurt dat in Haïti weinig, mede door corruptie en politieke chaos. Haïti werd tussen de onafhankelijkheid in 1804 en 1915 door meer dan zeventig dictators geregeerd, en in de afgelopen vier decennia kende het land 27 verschillende leiders. Machtsovernames verliepen vaak gewelddadig.
Dat Haïti als een van de zwakste economieën ter wereld geldt, wil niet zeggen dat er geen grote belangen zijn en dat er niets verdiend wordt. Niet voor niets bezette de VS onafhankelijk Haïti vanwege de strategische ligging ten opzichte van het Panamakanaal. De aanwezigheid van ngo’s blijft groeien en er worden volop buitenlandse investeringen gedaan in goud- en kopermijnen. Maar: “De gemiddelde Haïtiaan profiteert hier niet van”, stelt Polyné. “De meerderheid van de bevolking is bezig om van dag tot dag te overleven.”
Een langere versie van dit artikel verscheen in het voorjaar van 2022 in OneWorld Magazine en online. Het werd mede mogelijk gemaakt door het Steunfonds Freelance Journalisten.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand