Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
Dinsdag stelde hij Kamervragen aan minister Bert Koenders, naar aanleiding van een
artikel dat kunstenares Tinkebell op OneWorld publiceerde. “De bronnen waarop de verdachtmakingen gebaseerd zijn moeten alsnog inzichtelijk worden, zodat we kunnen achterhalen of de informatie klopt of niet”, zegt Voordewind. Het gaat hier om ex-medewerkers van de Afghaanse geheime dienst KhAD (later de WAD), die tussen 1978 en 1992 onder leiding van de Russen stond.
Volgens ‘de roulatietheorie’ – beschreven in ambtsbericht 2000, dat zich op de afgeschermde bronnen baseert – moesten alle medewerkers van KhAD en de WAD destijds om beurten werken op de martel- en moordafdeling. “Hierdoor zijn alle ex-leden vermeende oorlogsmisdadigers”, zegt Voordewind.
Het is niet gebruikelijk dat een geheime dienst zo’n systeem inzet. Afghanistan-experts Henry Bradshaw en Barnet Rubin onderzochten de KhAD en de WAD en vonden geen bewijs voor een roulatiesysteem. Voordewind pleit daarom voor een herziening van de theorie: “Nederland is het enige land in Europa dat er vanuit gaat dat er gebruik werd gemaakt van een roulatiesysteem.”
Wel gecheckt
Voor de publicatie van ambtsbericht 2000, mochten Kamerleden en een hoge rechter de drie bronnen wél inzien. Tinkebell ontdekte dit tijdens een gesprek met Buitenlandse Zaken. Voordewind: “Ik weet niet welke Kamerleden dat geweest zijn, maar het lijkt me erg lastig om deze bronnen goed te controleren.” Koenders had in 1997 als buitenlandwoordvoerder van de PvdA de Afghaanse vredesmissie in zijn portefeuille. Of hij bij de kwestie betrokken was, weet Voordewind niet.
Koenders was niet in de gelegenheid om zelf een reactie te geven.
Onmenselijk
De Afghanen die verdacht worden van oorlogsmisdaden, krijgen een 1F-status. Hierdoor hebben ze geen rechten en mogen ze officieel niet in Nederland verblijven. “Teruggaan naar Afghanistan is meestal ook geen optie, waardoor ze vastzitten in een juridisch niemandsland. Dat kan soms wel vijftien jaar duren”. Voordewind vindt dat de situatie van de 1F’ers opnieuw bekeken moet worden. “Mensen raken de 1F-status kwijt wanneer ze veroordeeld worden en hun straf uitzitten of wanneer ze onschuldig worden verklaard. Maar sommige mensen krijgen nooit een proces en blijven dus levenslang verdacht. Dat is onmenselijk.” Voordewind pleit daarom voor een gedoogstatus, zoals in Duitsland en Noorwegen. “Het kan dat er niet genoeg bewijsmateriaal is voor een proces, maar dan zullen we deze mensen toch moeten opvangen. Iemand is in Nederland onschuldig totdat het tegendeel bewezen is. Dat geldt ook voor hen.”
Foto header:
Wikimedia