Mensenrechtenorganisaties hebben geen goed woord over voor het nieuwe migratie- en asielpact, dat de Europese Unie in juni aannam. Het zou de weg vrijmaken voor meer illegale praktijken aan de Europese grenzen, zoals pushbacks door grenswachtautoriteiten, en schendingen van de rechten, veiligheid en waardigheid van mensen die richting Europa vluchten in de hoop een beter leven op te bouwen.
Om met eigen ogen het EU-migratiebeleid in werking te zien, maakten mijn goede vriend Mohamed Bah en ik in februari een reis langs Malta, Noord-Italië, Polen en Duitsland. Mohamed is podcastproducent en oprichter van City Rights Radio, dat vluchtelingen en migranten in Amsterdam een podium geeft. Ik ben etnograaf en migratieonderzoeker. De verhalen die we hoorden, onderstrepen hoe Europese landen de veiligheid van migranten niet waarborgt, maar hun vrijheid juist inperkt, met grote gevolgen voor hun fysieke en mentale gezondheid.
Over hun reis maakten Riccardo Biggi en Mohamed Bah ook de audioreportage ‘Migration Chronicles: Surviving Border Politics’ (YouTube en Spotify).
Malta: ‘val’ voor Afrikaanse migranten
‘Merħba f’Malta’, staat te lezen op een bord op de Maltese luchthaven: ‘Welkom in Malta’. De Maltese taal, een dialect van het Arabisch geschreven in het Latijnse schrift, draagt de sporen van de gemengde migratiegeschiedenis van het eiland. Vandaag de dag is het land een levendig voorbeeld van de dubbele migratiestandaarden van de EU. Terwijl de meeste EU-burgers zich er moeiteloos kunnen vestigen, is het voor niet-westerse ‘vreemdelingen’ moeilijk om zelfs maar een verblijfsvergunning te verkrijgen, ook al vormen zij de ruggengraat van de laagbetaalde arbeidskrachten van het eiland. Veel horecapersoneel is afkomstig uit India en de Filipijnen, de twee meest vertegenwoordigde niet-EU-nationaliteiten op Malta. Ze betalen duizenden euro’s voor een Maltees werkvisum en krijgen daar weinig tot geen zekerheid voor terug.
Vooral voor Afrikaanse migranten en vluchtelingen vormt Malta een ‘val’. Omdat het voor hen nagenoeg onmogelijk is om met een legaal visum naar Europa te reizen, kiezen velen voor de levensgevaarlijke overtocht over de Middellandse Zee in rubber boten, vanuit Libië of Tunesië. Als ze zonder brandstof komen te zitten, raken ze op drift in de uitgestrekte Maltese wateren, die ongeveer 650.000 vierkante kilometer beslaan. Noodoproepen van deze boten laat de Maltese kustwacht, die wettelijk verplicht is tot reddingsacties op zee, vaak onbeantwoord.
Niet zelden zitten de inzittenden van de boten dagenlang zonder voedsel en water, voordat ze worden gered door ofwel Italiaanse autoriteiten of vrijwillige reddingsorganisaties. Niettemin sterven sommigen van de honger, als de boten niet kapseizen of door de stroming teruggevoerd worden naar Libische wateren, waar hun detentie wacht in ‘verschrikkelijke omstandigheden’. Mensenrechtenorganisaties als Amnesty International vermoeden zelfs dat de Maltese kustwacht of de Europese grenswachtorganisatie Frontex de coördinaten van de boten zou doorgeven aan Libische milities.
Wie Malta wel weet te bereiken, kan zonder detentiebevel worden vastgezet. Sinds het begin van de migrantenopsluiting in Malta, twee decennia geleden, is detentie van migranten sinds 2015 de huidige EU-praktijk geworden als onderdeel van de ‘hotspot-aanpak’ van irreguliere migratie in de Middellandse Zee, van het Italiaanse eiland Lampedusa tot de Griekse eilanden in de Egeïsche Zee.
Het overkwam de nu 24-jarige Angelo, die in 2021 uit Zuid-Sudan vluchtte voor de burgeroorlog. Hij vertelt – met een grote glimlach en een stem waarin ambitie doorklinkt – over de ontgoocheling toen hij in 2020 samen met anderen per boot Malta wist te bereiken vanuit Libië: “Ik was aanvankelijk blij om de grenspolitie te zien, die levens op zee redden, maar toen ineens eindigden we in detentie. Acht maanden zaten we vast. We kregen te horen dat we illegaal waren. Ontsnappen aan trauma in je thuisland is al erg, en om dan ook nog in detentie te eindigen.”
Inmiddels is Angelo vrij en studeert hij op Malta bedrijfskunde. Hij had het geluk goed Engels te spreken, maar merkt toch dat hij maar moeizaam kan integreren. “Ik wil integreren, maar ik zie dat ik niet welkom ben.” Een langdurige verblijfsvergunning heeft Angelo niet, wel een ‘Geel Boekje’, een paspoortachtig document dat de immigratiepolitie aan alle mensen geeft met hangende of afgewezen asielaanvragen. Angelo haalt het tevoorschijn, en lacht nerveus terwijl hij voorleest wat er aan de binnenkant staat: ‘Je mag tijdelijk in Malta blijven, in afwachting van deportatie naar je land.’
Angst voor deportatie is niet ongegrond. Tussen begin van 2022 en het voorjaar van 2023 stuurde Malta al meer dan duizend immigranten terug naar hun landen van herkomst. Begin dit jaar werd een jonge Ghanese man gedeporteerd nadat hij dertien jaar met de benodigde documenten op Malta had gewoond. Hij had een gezin en een kapperszaak nabij hoofdstad Valletta.
Triëst: overleven in een oude graanopslag
Mohamed en ik verruilen Malta voor Triëst, een stad in het noordoosten van Italië. Ook hier zijn we getuige van het verdeel-en-heersmigratiebeleid van de EU. De gevaarlijke ‘Balkanroute’ – die van Turkije over land naar Midden-Europa leidt – concurreert sinds 2015 met de centrale Middellandse Zee als drukste migratieroute naar Europa. In 2022 meldde EU-grenswachtorganisatie Frontex 45 procent van alle grensoversteken1 naar de EU in de Balkan. De route wordt streng gemonitord. Om deportaties te voorkomen, kiezen migranten ervoor om de steden te ontwijken en door onherbergzame bossen en bergen te reizen.
De 25-jarige Naaji*, uit Pakistan, bracht 45 dagen door in zulke omstandigheden. Hij wist Italië te bereiken vanuit Turkije, via Bulgarije. “We aten bladeren en dronken slootwater om te overleven”, vertelt hij. “Zoveel mensen zijn gestorven, en ik heb hun schedels met mijn eigen ogen gezien.” In EU-land Bulgarije werd Naaji door de Bulgaarse politie mishandeld en terug gedeporteerd naar Turkije. Zijn verhaal is slechts één van de vele verhalen van de onwettige ‘pushbacks’: het onder dwang terugbrengen van migranten naar buiten de EU-grenzen.
Naaji waagde een succesvolle nieuwe poging en arriveerde in Triëst, maar in plaats van stabiliteit en veiligheid vond hij er alleen maar armoede. Nu woont Naaji samen met ongeveer tweehonderd andere asielzoekers die de Balkanroute overleefden in de vervallen en door ratten overlopen ‘Silos’ in de buurt van het treinstation. De Silos is een enorm, negentiende-eeuws warenhuis, ooit gebouwd als graanschuur. Het is er gevaarlijk, vertelt Naaji: “’s Nachts komen hier criminelen. Gisteren werd mijn vriend aangevallen, ze sneden in zijn hand met een mes, namen zijn telefoon en geld af.”
In opvangcentra in de buurt bieden plaatselijke ngo’s Naaji en de anderen de gelegenheid zich te wassen en een warme maaltijd te eten. Toch worden velen ziek, door gebrek aan hygiëne en de kou. “Dit is niet de stralende toekomst die ik me had voorgesteld toen ik Pakistan ontvluchtte”, zegt Naaji met een teleurgestelde blik.
Net als het Maltese detentiebeleid zijn de migratiebeleidsmaatregelen in Triëst niet gericht op menselijke veiligheid en waardigheid, maar dragen ze bij aan de onzekerheid van asielzoekers, zegt Gianfranco Schiavone, directeur van het Italiaanse Consorzio di Solidarietà (‘Consortium voor Solidariteit’), een lokale ngo in Triëst. Vertragingen in het asielsysteem dwingen veel individuen om vijf tot zes maanden te wachten op verhoorgespreken. Dat veel van hen intussen op straat of in de Silos moeten leven, wijt Gianfranco aan de infrequente ‘relocaties’ vanuit deze grensstad, waar maandelijks duizenden migranten aankomen, vooral in de maanden van juli tot december.
80 procent reist door naar Milaan en Centraal- en Noord-Europa. Wie achterblijft, wordt verwaarloosd door de stadsautoriteiten, zegt Gianfranco. “Het is een kwestie van politieke wil, want het zou niet moeilijk moeten zijn voor de lokale autoriteiten om dagelijks vijf tot tien mensen op te vangen.” Gianfranco’s organisatie wil het goede voorbeeld geven: asielzoekers worden ondergebracht in appartementen in het stadscentrum, zodat ze zelfstandig kunnen leven, werken en studeren om een toekomst op te bouwen.
Polen: Activisten springen in de bres
Net als in de rest van de EU gebruiken politici in Triëst de angst van kiezers voor migranten voor politiek gewin. Ze wakkeren zorgen voor de komst van migranten naar Europa aan. Die angsten worden verergerd door islamofobie en racisme jegens Afrikanen en mensen uit het Midden-Oosten. In Polen, onze derde bestemming, verklaarde de voormalige president Dominik Tarczyński in 2019 dat hij geen ‘moslimimmigranten’ wilde. Maar Polen toont óók aan dat de angst voor een overweldigd asielsysteem ongegrond is: Europa kan miljoenen vluchtelingen opvangen.
In de eerste drie weken na het begin van de oorlog in Oekraïne kwamen ongeveer twee miljoen gevluchte Oekraïners het land binnen. Om de nieuwkomers te ondersteunen, gingen duizenden Poolse burgers naar de grens met auto’s vol voedsel en verwelkomden ze gezinnen in hun eigen huizen. Bovendien verleende de EU deze vluchtelingen een speciale tijdelijke beschermingsstatus, die vrij verkeer binnen de Unie toestond en langdurige asielprocedures omzeilde.
Door structureel racisme kunnen migranten verschillende behandelingen krijgen. Dat ervoer de 30-jarige Nasser, uit het door oorlog verscheurde Aleppo in Syrië, die in 2023 door de grenspolitie werd neergeschoten toen hij vanuit Belarus probeerde Polen binnen te komen. Of de 18-jarige Farida, in 2022 gevlucht uit Afghanistan, die van een grensmuur viel terwijl ze probeerde over te steken en haar ruggengraat brak. Sinds 2021 verrijzen langs de Belarussisch-Poolse grens steeds meer muren en militaire controles, als reactie op de komst van steeds meer migranten.
Ondanks de vijandige omgeving bieden activistische vrijwilligersgroepen aan de grens eerste hulp en zetten ze lokale autoriteiten onder druk om de asielverzoeken van migranten te verwerken, omdat volgens internationaal recht iedereen het recht heeft om in elk land asiel aan te vragen. Farida en Nasser wonen nu bij Poolse families van zo’n collectief, dat hun onderdak aanbood. Farida wil binnenkort naar Warschau verhuizen om te studeren, Nasser brengt zijn dagen door met lezen, koken en fysiotherapie. Hij herstelt langzaam, maar zijn fysieke en psychologische trauma zal levenslang blijven: “Ik ben nooit gewond geraakt in Syrië, en het land is in oorlog. En nu kom ik naar de EU, het continent van mensenrechten, en word ik neergeschoten. Waar ter wereld kan ik me dan veilig voelen?”
Eindpunt Berlijn: Dubbele moraal aan het licht
Vluchteling zijn in Europa vraagt een hoge psychologische tol. Politiecontroles, lange wachttijden in de asielprocedures en aanhoudende discriminatie van migranten uit niet-westerse landen, duiden op structureel racisme en islamofobie in de migratieketen. Zo ook in Berlijn, het economische centrum van Europa en de eindbestemming voor veel vluchtelingen en migranten, net als van onze reis.
We ontmoeten er de 45-jarige software-ontwerper Yama, die in 2018 uit Afghanistan vluchtte vanwege etnisch geweld en ons nu lachend vertelt: “Ik vertelde familieleden in Afghanistan dat ik naar een kliniek ga. Waarvoor, vroegen ze. Stress, antwoordde ik. Hun antwoord: Wat is stress? Ik ontdekte het Perzische woord voor stress, ‘ezterab’. Ze begonnen te lachen: dit is geen ziekte. In Afghanistan wisten we niet wat stress betekent. Nu weet ik het. Mijn geest is totaal ingestort: ik ben gestrest over de toekomst, over de beslissing van de rechtbanken, over de post die ik elke dag ontvang…” Om stress te verlichten, speelt Yama accordeon en zingt oude Iraanse liefdesliedjes.
Nog zwaarder is het leven in Berlijn voor afgewezen asielzoekers, degenen die uit zogenaamde ‘veilige landen’ komen. Omdat ze niet de status van vluchteling kunnen krijgen, mogen ze ook niet werken en hebben ze geen sociale zekerheidsprivileges. Sommigen verdienen hun geld met het verkopen van drugs. Ondanks Berlijns reputatie als open stad waar drugsgebruik wordt gedoogd, worden ze gecriminaliseerd en in de gaten gehouden. In het Görlitzer Park, midden in de stad, ontmoeten we een Gambiaanse man die ons vertelt over enkele van zijn landgenoten: “Ze krijgen niet de kans om te werken. Daarom komen ze hier om wat wiet te verkopen zodat ze wat geld hebben om te overleven.” Boos voegt hij eraan toe: “Berlijners denken nu dat elke zwarte man hier een drugsdealer is. Dat is racistisch!”
Berlijn markeert het einde van onze reis. Als we begin april terugkeren naar Amsterdam, horen we het nieuws dat niet-Oekraïense burgers uit het oorlogsgebied uit de opvangcentra in Nederland dreigen te worden gezet, met het risico dakloos te worden. Dit is het Europa van vandaag zoals migranten het ervaren, zeggen we tegen elkaar. Een voortdurende strijd om te overleven, met steeds meer belemmering door harde anti-migratiepolitiek.
Dit artikel verscheen eerder op OneWorld.nl op 18 juni 2024. Om privacyredenen is de naam Naaji gefingeerd en vermeldt de auteur van alle geïnterviewden slechts hun voornaam. Hun volledige namen en Naaji’s echte naam zijn bij de redactie bekend.
- In de cijfers wordt niet het aantal mensen geteld, maar het aantal (pogingen tot) grensoversteken. Wie na een grensoversteek wordt teruggedwongen en nogmaals de grens oversteekt, telt in de statiestieken dus tweemaal mee. ↩︎
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand