Koopavond in de Kalvertoren. In het Amsterdamse filiaal van H&M loopt een jonge vrouw met twee witte hemdjes. Nee, zegt ze, ze is totaal niet bezig met waar haar kleren vandaan komen. Verderop winkelt een moeder met haar tienerdochter. De moeder kijkt altijd wel op een label om te zien waar een bloes of broek is geproduceerd, vertelt ze. "Maar dan nog weet je niets van de omstandigheden waaronder ze zijn gemaakt. Als klant is het moeilijk om te bepalen wat je beter wel of niet kan kopen." En ja, zij herinnert zich nog wel de ramp in Bangladesh dit voorjaar, toen kledingfabrieksgebouw Rana Plaza instortte.
Tachtig uur
Meteen riep internationale gemeenschap op tot het aanpakken van de misère van kledingarbeid(st)ers, die onder gevaarlijke omstandigheden soms wel tachtig uur per week werken. Ook de regering van Bangladesh kwam met beloftes om slachtoffers te compenseren en fabrieken beter te controleren op (brand)veiligheid, alles om de belangrijkste bedrijfstak van het land maar draaiende te houden. Na China is Bangladesh de grootste exporteur van kleding. In de branche gaat ca. 18 miljard euro om.
Rampenreeks
“Het bijzondere van dit akkoord is dat het echt bindende afspraken over het (brand)veilig maken van fabrieken behelst
Handtekening
De bedoeling is dat zo veel mogelijk modemerken dit Veiligheidsakkoord ondertekenen. Maar vele waren eerst niet happig om dat te doen; niet duidelijk was welke kosten dit met zich mee zou brengen, nog afgezien van dat deze verplichting hun concurrentiepositie weleens zou kunnen aantasten. Maar na de ramp van Rana Plaza zetten Nederlandse kledingmerken als C&A, WE, G-Star, Zeeman, V&D en Hema alsnog hun handtekening eronder. Tot nu toe hebben honderd internationale bedrijven ondertekend. Vanaf november worden 1600 fabrieken geïnspecteerd op (brand)veiligheid.
Compensatie
In september vond in dat licht een bijeenkomst plaats in Geneve, op 11 september voor Tazreen, op 12 september voor Rana Plaza, over het bepalen van het compensatiebedrag. Alle merken, waaronder Walmart, die zijn gelinkt aan de rampen in Tazreen en Rana Plaza, waren uitgenodigd. Op de bijeenkomst voor Rana Plaza kwamen negen van de 27 grote inkopers. Achttien merken, waaronder Walmart, Inditex (Zara), Mango, schitterden door afwezigheid.
In Geneve werd de compensatie op ongeveer 74,5 miljoen dollar (54 miljoen euro) voor Rana Plaza begroot, en voor Tazreen op 6,4 miljoen dollar (4,3 miljoen euro). Maar daarbij waren medische en psychologische behandeling nog niet meegeteld, evenmin als loonderving voor overlevenden die zonder inkomsten zijn komen te zitten, en wettelijke ontslagvergoedingen. Er lag al een verdeelsleutel waarin de modemerken voor 45 procent aan de compensatie zouden moeten bijdragen, de Bengaalse fabrikanten 28 procent, werkgeversvereniging BGMEA 18 procent en de regering van Bangladesh 9 procent.
“De meeste slachtoffers wachten al acht maanden op een serieuze vergoeding.
Minister
Behalve de Nederlandse regering betaalt ook het Verenigd Koninkrijk mee, en Canada is van plan 7,5 miljoen dollar bij te dragen. Ook komt er geld van grote kledingmerken en fabrikanten. Drie miljoen euro reserveert de Nederlandse regering bovendien voor andere programma's zoals het opzetten van een kenniscentrum voor veilig werken.
Wat doet de kleding- en textielbranche?
Ook de drie brancheverenigingen roepen hun leden op om het Veiligheidsakkoord te ondertekenen en ze gaan ervan uit dat eind 2014 vijftig procent dat heeft gedaan. Daarnaast vraagt minister Ploumen bedrijven nadrukkelijk om nu te tekenen, en noemt daarbij ook man en paard. Wie bijvoorbeeld niet hebben getekend zijn De Bijenkorf, Coolcat, Wibra en Prénatal. De branche (Nederlands aandeel in de mondiale textiel- en kledingmarkt : 1 procent) zoekt aansluiting bij internationale initiatieven of samenwerkingsverbanden. Veel van de plannen moeten nog concreet worden uitgewerkt.
Een nieuwe wet
Salaris
Heel misschien dat eind dit jaar in Bangladesh de minimumlonen omhoog gaan. Dat zou dan de eerste verhoging zijn sinds 2010. Over een eerlijk salaris ofwel een leefbaar loon organiseert minister Ploumen op 25 en 26 november samen met Duitsland de European Conference on Living Wages. Een leefbaar loon is voldoende om te voorzien in basisbehoeften als voedsel, kleding, huisvesting, school, medische hulp, en dan moet er ook nog iets overblijven voor niet-noodzakelijke uitgaven. Ook Schone Kleren Campagne voert campagne voor een leefbaar loon.
“Het bewustzijn van de omstandigheden waaronder onze kleren worden gemaakt, is door de media-aandacht na Rana Plaza zeker groter geworden
Fashionista
Twee routes zou de fashionista volgens Dubbeld kunnen nemen naar een beetje duurzame garderobe. "De eerste is kijken naar labels zoals Fair Wear en Made-By. En winkelen bij gespecialiseerde (web)winkels. Zelfs op Wehkamp is fair fashion te vinden. De andere route is uitgaan van je favoriete merk, of winkel, of winkelstraat, en dan kijken wat Rank-a-brand of de Kledingchecker daarover melden. Je moet er net ietsje meer moeite voor doen, maar op die manier je garderobe bij elkaar zoeken is redelijk 'eerlijk' – en leuk.”
Maar duurzaamheid is volgens een recent consumentenonderzoek van GfK Retail Reports voor slechts 2 procent van de kopers het belangrijkste aankoopcriterium, vertelt Dubbeld. "In deze crisis speelt prijs een belangrijke rol. Maar dan nog blijft er een categorie consumenten die iets wil kopen dat goed is gemaakt, én bereid is daarvoor een prijs te betalen. Bovendien is het bewustzijn van de omstandigheden waaronder onze kleren worden gemaakt, door de media-aandacht na Rana Plaza zeker groter geworden."
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand